Vertrouwd platteland, verrassend perspectief Persberichten
Begroting 2004 ministerie LNV: ruimte voor regionaal initiatief
Vertrouwd platteland, verrassend perspectief
16 september 2003 - Het Europese beleid verandert langzaam maar zeker
van landbouwbeleid in plattelandsbeleid. In 2004 start in Europa de
discussie over de verdere invulling van het gemeenschappelijke
plattelandsbeleid. Daarbij zal Nederland nadrukkelijk pleiten voor
meer ruimte voor regionale initiatieven. Kern van het Nederlandse
plattelandsbeleid is het streven naar een duurzaam evenwicht tussen
landbouw, landschap, recreatie en waterbeheer. Vaak kunnen functies
worden gecombineerd, maar vaak ook moeten keuzes worden gemaakt.
Uitgangspunten zijn dan duurzaamheid en regionaal maatwerk, rekening
houdend met de sociaal-culturele dimensies van een streek. Het rijk
zal meer op hoofdlijnen gaan sturen en werken aan vereenvoudiging van
de regels en meer samenhang in de geldstromen.
Duurzaam beheer
Als grootste grondgebruiker blijft de landbouw beeldbepalend voor het
landschap. De boer levert zonder directe vergoeding een belangrijke,
soms zelfs onmisbare bijdrage aan de kwaliteit van landschap en
natuur. Het is tijd om dergelijke diensten van agrarische ondernemers
aan de samenleving op waarde te schatten. Dat betreft niet alleen het
agrarisch natuurbeheer, maar ook recreatie en waterbeheer. LNV wil de
boeren gericht gaan ondersteunen:
* als het agrarische bedrijf een landschappelijke functie heeft,
maar door ongunstige productieomstandigheden niet kan concurreren;
* als er sprake is van specifieke 'groene diensten'.
Het subsidie-instrument Programma Beheer is onlangs geëvalueerd. Op
onderdelen zal het instrument worden verbeterd. Zo wordt gewerkt aan
verlenging van de looptijd van contracten voor agrarisch en
particulier natuurbeheer. LNV wil het Programma Beheer uitbouwen naar
een model van 'Groene Diensten'. Dat is dan niet alleen bestemd voor
agrarische ondernemers, maar voor elke economische actor die een extra
bijdrage levert aan de kwaliteit van natuur en landschap, de
recreatieve toegankelijkheid van het platteland en aan waterbeheer.
LNV wil komen tot gebiedsgerichte samenwerking tussen
terreinbeheerders en particulieren en tot een gebiedsgerichte
uitvoering, met meer verantwoordelijkheden bij regio's en burgers.
Herinrichting zandgebieden
LNV werkt samen met VROM, provincies en gemeenten aan de herinrichting
van de zandgebieden in Gelderland, Utrecht, Limburg, Noord-Brabant en
Overijssel (de zgn. Reconstructie Varkenshouderij). De totale
oppervlakte van de gebieden waarvoor plannen zijn opgesteld, bedraagt
ca. 1,1 miljoen hectare. Deze ingrijpende operatie heeft een aantal
doelen: het maken van voorzieningen die tot lagere veeziekterisico's
leiden, meer ruimte voor de melkveehouderij (extensivering),
verbeteren van het milieu en, specifiek voor gebieden in en om de
Ecologische Hoofdstructuur (EHS), het aanpakken van verdroging,
stikstof en fosfaat. Dit grote project loopt tot 2015. Vooruitlopend
op de definitieve vaststelling en financiering van de provinciale
plannen is gestart met een aantal deelprojecten: 16 intensieve
veehouderijbedrijven worden verplaatst. LNV stelt hiervoor met VROM
maximaal 8 miljoen euro beschikbaar. Daarnaast is gestart met de
uitvoering van projecten op het gebied van extensivering van de
melkveehouderij. Er komt voor de kwaliteitsverbetering van de
zandgebieden deze regeerperiode 700 miljoen euro extra beschikbaar.
Een uitnodigend platteland
Het platteland is naast een agrarische productieplaats ook steeds meer
een buitenplaats voor burgers. De overheid wil de toegankelijkheid van
het platteland voor rust- en recreatiezoekers vergroten. Overigens
dient dit ook een economisch belang: de toeristisch-recreatieve sector
groeit snel en is nu al goed voor 9% van het bruto nationaal product
(BNP). Het beleid is erop gericht de bedrijven in deze branche de
ruimte te geven, zonder dat dit ten koste gaat van natuur en
landschap. Om dit te realiseren, krijgen de provincies de regie over
de verdere invulling van het beleid. De huidige Wet op de
Openluchtrecreatie (WOR) komt niet tegemoet aan dit streven naar
regionaal maatwerk, daarom wordt deze wet ingetrokken. Relevante
onderdelen blijven uiteraard behouden, deze worden opgenomen in andere
bestaande wettelijke kaders.
LNV investeert in 2004 ruim 8 miljoen euro in het verwerven en
inrichten van grond ten behoeve van recreatieve voorzieningen, naast
de jaarlijkse bijdrage aan Staatsbosbeheer voor het beheer van
recreatieve voorzieningen in natuur- en bosgebieden (21 miljoen euro).
De toegankelijkheid van het platteland wordt vergroot door onder
andere gerichte investeringen in wandel- en fietspaden en vaarroutes
(1,5 miljoen euro in 2004). LNV heeft daarvoor meerjarenafspraken met
Stichting LAW (wandelpaden), LF (fietspaden) en SRN (vaarwegen). In
2008 moet er een totaalnetwerk van zo'n 11.000 km zijn dat aan de
kwaliteitseisen voldoet: ruim 4.000 km wandelpaden, 3.400 km
fietspaden en 3.450 km toervaartnet.
Ruimte voor water
De overheid gaat de komende jaren het watersysteem op orde brengen.
Het nieuwe beleid is gericht op meer ruimte voor water. Die ruimte
moet vooral in het landelijk gebied worden gevonden. Ook de kwaliteit
van het water is nog niet op orde. In 2004 worden de ecologische
streefwaarden bepaald voor het grond- en oppervlaktewater. Op basis
daarvan worden in de komende jaren met alle andere betrokken
overheidspartijen visies vastgesteld voor het beheer van de
stroomgebieden van Rijn, Maas, Schelde en Eems. LNV werkt met andere
departementen aan meer samenhang tussen natuurbeleid (verdroging en
natte natuur), landbouwbeleid (watervoorziening en groene diensten),
mest- en gewasbeschermingsmiddelenbeleid (waterkwaliteit) en
recreatiebeleid (schoon en toegankelijk water).
Zie voor de begroting en een samenvatting: LNV-beleid in 2004
Pers
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit