Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Vragen lid Van Dijken over het mogelijk verdwijnen van arbeidsplaatsen en mogelijke kostenverhoging door vestiging Shared Service Denters buiten het Noorden
Nummer: 347
Datum: 15-09-2003
De Staatssecretaris van Economische Zaken, mw. ir. C.E.G. van Gennip, heeft deze vragen mede namens de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid als volgt beantwoord.
1 Kent u het onderzoek van de werkgeversorganisatie VNO-NCW (2002) waaruit blijkt dat de vestigingen van Callcenters en Shared Service Centers (SSC's) in het Noorden van het land - naast voldoende beschikbaarheid van personeel en locaties- zo'n 20% goedkoper is dan elders in Nederland?
Ja. Het betreffende rapport heeft vooral betrekking op het bedrijfsleven, waarbij de berekende voordelen mede het gevolg zijn van toepassing van het regionaal-economisch instrumentarium voor Noord-Nederland, voortvloeiend uit het Langman-akkoord. De berekende voordelen zijn in belangrijke mate niet van toepassing op overheidsdiensten omdat alleen het bedrijfsleven doelgroep is van de regelingen die voordeel opleveren zoals de Loonkostenpremieregeling.
2 Bent u op de hoogte van het feit, dat overheidsdiensten op grote schaal bezig zijn SSC's te vormen?
Ja, voorzover het de rijksdienst betreft.
Een aantal ministeries is bezig met het intern centraliseren van (onderdelen) van stafafdelingen en/of met het bundelen van diensten, al dan niet in de vorm van SSCs. Voorts heeft het Kabinet op 4 juli jl. besloten tot de oprichting van een Shared Service Center HRM voor Personeelsregistratie en Salarisadministratie voor de rijksdienst, exclusief Defensie (SSC HRM P&S, Tweede Kamer, vergaderjaar 20022003, 28 610, nr. 2).
3 Bent u ervan op de hoogte dat in geen enkel geval zelfs maar wordt overwogen het Noorden van het land als vestigingsplaats te kiezen?
Bij het intern centraliseren van (onderdelen) van stafafdelingen en/of het bundelen van diensten binnen de ministeries wordt gebruik gemaakt van bestaand personeel. Daarbij betreft het in principe noch nieuwe arbeidsplaatsen, noch nieuw personeel, noch nieuwe vestigingen.
Voor het SSC HRM P&S is wel sprake van, naar verwachting, twee nieuwe vestigingen. De vestigingsplaatsen staan echter nog niet vast. Voor het vaststellen van de vestigingsplaatsen zal naar verschillende factoren worden gekeken, waarbij efficiency en de sociale gevolgen voor het personeel (en de daarmee samenhangende kosten) in ieder geval zullen worden meegewogen. Het kabinet streeft er naar de arbeidsplaatsen binnen het SSC HRM P&S primair te bezetten vanuit de groep die thans op het P&S-vlak werkzaam is bij de ministeries. In beginsel is er ook hierbij dus geen sprake van nieuwe werkgelegenheid.
4 en 5 Kunt u dat rijmen met uw kennis van de regionale werkgelegenheidssituatie
en met uw opvattingen omtrent kostenbewust werken door de Rijksoverheid?
Deelt u de mening van de heer Hans Haerkens (secretaris VNO-NCW Noord) dat een
overheid die in tijden van bezuinigingen willens en wetens 20% onnodig uit gaat
geven "puur stom" bezig is?
Zoals volgt uit het antwoord op vraag 3 zullen voor het vaststellen van de vestigingsplaatsen van het SSC HRM P&S verschillende factoren worden meegewogen, waaronder de kosten. Ik zie geen strijdigheid met de vestigingsafspraak uit het Langman-akkoord omdat het in alle bovenbedoelde gevallen gaat om bestaande werkgelegenheid.
Daarnaast benadruk ik nogmaals dat de voorstelling van zaken van het VNO-NCW Noord over het vestigingsvoordeel in het Noorden niet juist is voor overheidsdiensten. Om die reden deel ik dan ook de op dit punt geuite mening van de heer Haerkens niet.
6 Welke stappen gaat u ondernemen om deze voor het Noorden en de schatkist
ongunstige voornemens te keren?
Uit het bovenstaande volgt dat ik geen stappen onderneem om te interveniëren ten aanzien van de nog te maken afweging betreffende de vestigingsplaatsen van het Shared Service Center HRM P&S of andere SSCs.