Socialistische Partij



Bericht uit Cancun - 14 september 2003

Falen WTO-top in Cancun opent perspectief op sociale globalisering

De WTO-top in Cancun is tot opluchting van velen mislukt. Daarmee is een nieuwe stap in de richting van volledige vrijhandel althans tijdelijk afgewend.

De uitslag van de top is geen verrassing. De afgelopen week heb ik op de conferentie in Cancun de tegenstellingen tussen aan de ene kant de G-21 (de coalitie van meer ontwikkelde ontwikkelingslanden) onder leiding van Brazilië en aan de andere kant de Europese Unie en de Verenigde Staten steeds hoger op zien lopen. Vooral Europees Commissaris Lamy moest het daarbij ontgelden. De Europese Unie (die in Cancun ook namens Nederland onderhandelde) had zich in een onmogelijke positie gemanoeuvreerd door zich bij een eerdere onderhandelingsronde in Doha vast te leggen op een grondige herziening van de landbouwsubsidies. Die toezegging bleek de EU op de WTO-top in Cancun niet hard te willen maken.

Maar zou echter te simpel zijn om alleen de G-21 als reden te noemen voor het falen van deze handelsronde. De WTO komt wereldwijd namelijk steeds meer onder druk te staan van de andersglobaliseringsbeweging, die de boodschap uitdraagt dat een andere wereld mogelijk is. Uit die hoek was er in Cancun veel kritiek te horen op de ondemocratische gang van zaken binnen de WTO. Zo is het in veel gevallen volstrekt onduidelijk hoe voorstellen tot stand komen en wie ze lanceert. Zelfs voor insiders is vaak geen touw aan vast te knopen.

Zaterdag vond er in Cancun een grote demonstratie van andersglobalisten plaats. Eerder die week demonstreerden duizenden boeren die de rampzalige gevolgen van de Uruguay-ronde en het Noord-Amerikaanse Vrijhandelsverdrag (NAFTA) aan den lijve ondervonden hebben. Dramatisch hoogtepunt vormde de publieke zelfmoord van de Zuid-Koreaanse boerenleider Lee Kyung Hae, die een bord droeg met de tekst 'WTO vermoordt boeren'.

De in Cancun vertegenwoordigde vakbonden, consumenten-, boeren- en fair tradeorganisaties hebben de afgelopen week duidelijk gemaakt dat hun oppositie niet blijft steken in simpele slogans. Steeds meer bouwstenen dragen zij aan die moeten leiden tot alternatieven voor de dominante neoliberale wereldorde.

Daarmee komen we op de vraag hoe ons alternatief eruit ziet en wie daarbinnen de drijvende krachten zijn? Het zijn vragen die de komende tijd steeds vaker gesteld zullen worden. Van de G-21 landen valt op dit vlak niet veel te verwachten. Dat is namelijk een gelegenheidscoalitie met uiteenlopende belangen op het gebied van landbouw (katoen), industrie en diensten. Hun voornaamste doel is de VS en de EU te dwingen om zich aan de regels te houden die zij ontwikkelingslanden dwingend opleggen. Ten aanzien van de vraag of radicale liberalisering van de wereldhandel een doel of een middel hoort te zijn, wordt binnen de G-21 heel verschillend gedacht.

Het internationaal forum van parlementariërs van linkse partijen dat afgelopen week in Cancun gehouden werd, biedt meer aanknopingspunten wat betreft het uitwerken van alternatieven. Op dit forum, waar vertegenwoordigers van alle continenten aanwezig waren, werd een verklaring aangenomen waarin het verkleinen van de kloof tussen arm en rijk in de wereld centraal stond. Op basis van voordrachten en discussies werd er een slotverklaring opgesteld waarin een tiental eisen werden genoemd. De belangrijkste eis was gericht op het recht van landen om zelfstandig sociaal-economisch beleid te maken, met name op het vlak van landbouw, voedselvoorziening en industrie. Daarnaast wordt een verbod op exportsubsidies geëist omdat ontwikkelingslanden daarvan de dupe zijn.

Verder werd een versterking van de publieke sector in zowel ontwikkelings- als ontwikkelde landen als een belangrijke prioriteit bestempeld. Ook werden er een aantal concrete eisen op tafel gelegd, met name op het gebied van toegang tot gezondheidszorg en medicijnen. Aan het patenteren van levensvormen dient een eind gemaakt te worden.

Werknemersrechten, zoals vastgelegd door de internationale arbeidsorganisatie (ILO), dienen zonder mitsen en maren gerespecteerd te worden. Ten aanzien van het realiseren van deze eisen onderstreepten de aanwezige parlementariërs de noodzaak om vanuit hun politieke partijen tot nauwere vormen van samenwerking te komen met maatschappelijke organisaties.

Walden Bello noemde de 'global civil society' in Cancun de belangrijkste tegenstander van de neoliberale wereldorde die door de VS en de EU aan andere landen wordt opgelegd. Daarbij refereerde hij aan de boerenorganisaties, vakbonden en andere sectoren die wereldwijd in verzet komen tegen de neoliberale wereldorde. Of dat verzet er uiteindelijk in slaagt om alternatieven te verwezenlijken die uitgaan van de belangen van mensen in zowel de arme als rijke wereld, is mede afhankelijk van de samenwerking tussen sociale bewegingen en linkse politieke partijen. In dat kader is het zaak dat we op het Europees Sociaal Forum dat medio november in Parijs plaatsvindt, opnieuw stappen vooruit zetten.

René Roovers, beleidsmedewerkers Europees Parlement voor de SP