Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer (ROVER)
ROVER: Kwaliteitssprong spoor is broodnodig
ROVER verwelkomt 'Benutten en Bouwen' als samenhangend plan van de
gehele spoorsector om de kwaliteit van het treinvervoer naar een hoger
niveau te tillen. Het is van groot belang dat het spoor beter op zijn
huidige en toekomstige taken wordt toegerust. ROVER onderschrijft de
urgentie van het op peil brengen van de betrouwbaarheid: dit is een
conditio sine qua non. Wel heeft ROVER grote moeite met de
basisprincipes van het toekomstige dienstregelingmodel, waarbij meer
moet worden overgestapt en reizigers op lange-afstandsverbindingen
langer onderweg zijn. Dit model is te eenzijdig gericht op het
spitsvervoer in de Randstad.
ROVER is verheugd dat de spoorsector met een gezamenlijk plan komt
voor een kwaliteitssprong van het treinvervoer. Dit streven is echter
kansloos zolang de huidige storingsgevoeligheid van het spoor niet
snel en doeltreffend wordt aangepakt. ROVER onderschrijft dan ook van
harte de conclusie in het rapport 'Benutten en Bouwen' dat een sterke
verbetering van de betrouwbaarheid van het spoorsysteem de hoogste
prioriteit moet hebben. Het is van het grootste belang dat het door
'Benutten en Bouwen' aangegeven maatregelenpakket zo snel mogelijk
wordt uitgevoerd. Hierbij gaat het onder meer om verbetering van de
bedrijfszekerheid van infrastructuur en treinmaterieel, het oplossen
van capaciteitsknelpunten en verbeterd verkeersmanagement. Pas wanneer
aan deze elementaire vereisten is voldaan, kan het principe van 'beter
benutten' worden toegepast.
De rekening voor het op peil brengen van de betrouwbaarheid is hoog:
2,4 miljard euro op korte termijn. Het is de prijs die nu betaald moet
worden voor een langdurig tekort aan aandacht voor de kwaliteit van
het spoor in Nederland. De schade daarvan is gedurende al die jaren
diep doorgedrongen. Dit had eerder kunnen en moeten worden onderkend.
ROVER heeft veel moeite met het in 'Benutten en Bouwen' voorgestelde
corridormodel, waarbij de treindiensten alleen nog vaste routes
volgen. Daarbij komt een aantal directe verbindingen te vervallen,
zodat reizigers op die routes te maken krijgen met extra overstappen.
Ook verdwijnt het onderscheid tussen intercity's en sneltreinen,
waardoor de intercity's vaker zullen gaan stoppen. Volgens 'Benutten
en Bouwen' wordt het tijdverlies gecompenseerd doordat zowel de
intercity's als de stoptreinen 6 maal per uur gaan rijden. ROVER
verwacht echter dat deze hoge frequenties alleen in de Randstad
tijdens de drukste uren daadwerkelijk geboden zullen worden. In de
daluren en op de lange afstand zullen veel reizigers met dit model
slechter af zijn.
'Benutten en Bouwen' is sterk ingegeven door de
capaciteitsproblematiek op het spoor. In een visie op het spoor voor
de langere termijn dienen echter ook de behoeften vanuit de
vervoersmarkt en de maatschappelijke functie van de spoorwegen een
prominente rol te spelen.
Deze invalshoek wordt op dit moment door ROVER nog node gemist.
Amersfoort, 11 september 2003