12-09-2003
Bouwe Olij in debat over huurbeleid
Deze zomer woedde in de Amsterdamse media een felle discussie over het
voorstel van Federatiedirecteur Hans van Harten om de huren in gewilde
wijken hoger te maken. Om de doorstroming te bevorderen, scheefwonen
en illegale onderhuur tegen te gaan, betoogde Van Harten. Op AT5 en in
de krant kwam veel kritiek op de voorstellen, onder meer van de
PvdA-raadsleden Bouwe Olij en Thijs Reuten. NUL20 organiseerde onder
leiding van hoofdredacteur Fred van der Molen een debat over het
onderwerp. Op het NUL20-forum (onderaan het debat) kunt u ook zelf
reageren.
Lees hieronder het artikel van Bouwe Olij en Thijs Reuten over
hetzelfde onderwerp (Parool, 19 juli 2003)
Meer woningen bouwen in plaats van extra huurverhoging
Directeur Van Harten van de Amsterdamse Federatie van
Woningcorporaties wil de huren van woningen in populaire buurten extra
verhogen. Hij kan het namelijk niet langer aanzien dat een sociale
huurwoning in Amsterdam even duur is als in Vlissingen. Waarom moeten
volgens Van Harten de huren fors omhoog?
1. Er zijn te veel mensen met een hoog inkomen die in een goedkope
huurwoning blijven wonen, de zogenaamde scheefwoners. Wie goedkoop
huurt koopt niet gauw een dure woning. Daarom verloopt ook de verkoop
van huurwoningen zo slecht. En er zijn in Amsterdam te veel goedkope
huurwoningen in verhouding tot het aantal mensen dat recht heeft op
zo'n woning.
2. De woningbouwcorporaties hebben het geld van de hogere
huuropbrengsten hard nodig voor grote investeringen, zoals de
vernieuwing van de Westelijke Tuinsteden en de nieuwbouw op IJburg.
Wij zijn het niet eens met het voorstel de huren in gewilde wijken
extra te verhogen. Het lost namelijk het echte probleem dat we hebben
niet op: Er is woningnood in Amsterdam. Die verdwijnt niet door hogere
huren te vragen voor de bestaande woningen maar door veel meer
woningen te bouwen.
Moet er dan helemaal niets gedaan worden aan de problemen van Van
Harten?
Allereerst het zogenaamde scheefwonen en de hoeveelheid goedkope
huurwoningen. Hoewel doorstroming vanuit goedkope huurwoningen zeker
ruimte zou opleveren, is het zeker niet zo dat er dan grote
hoeveelheden goedkope woningen over blijven. Heel veel Amsterdammers,
ook die nu nog een nieuwe woning zoeken, zijn aangewezen op de
goedkopere voorraad. Het is dan ook onterecht dat hier en daar de
indruk wordt gewekt dat zo'n beetje iedereen te goedkoop woont en we
allemaal wel wat meer kunnen gaan betalen. Het optrekken van de huur
betekent ook dat een nog grotere groep Amsterdammers een beroep zal
moeten doen op Individuele Huursbusidie (IHS). Velen zullen daarnaast
een extra bijdrage van de corporatie nodig hebben omdat de woning niet
meer volledig in aanmerking komt voor huursubsidie. De huurder met een
kleine beurs wordt dus van twee instanties afhankelijk om betaalbaar
te kunnen wonen. Wie garandeert hem dat bij de eerstvolgende
bezuinigingsronde van Zalm hier ook niet op beknibbeld zal worden? In
dat geval worden de mensen met een laag inkomen alsnog gedwongen te
verhuizen naar wijken met voornamelijk goedkope woningen.
De doorstroming vanuit goedkope huurwoningen naar duurdere huur- en
koopwoningen kan gestimuleerd worden met inkomensafhankelijke huren.
Alleen meer huur voor een goedkope woning voor wie het kan betalen
dus. Men hoeft dan niet weg, maar betaalt wel mee aan het mogelijk
maken van de bouw van goedkope huurwoningen voor wie het echt nodig
heeft. Op dit moment is zo'n systeem van inkomenshuren niet mogelijk.
Hoewel het redelijk lijkt hogere inkomens meer te vragen voor een
woning die met gemeenschapsgeld is gebouwd, moet er dan wel iets te
kiezen zijn. Daarmee zijn we weer bij de bouwproductie. Wil men geen
hogere huur voor een goedkope woning betalen, dan moet er wel aanbod
zijn van duurdere huur- of koopwoningen. Naast simpelweg meer woningen
bouwen kan ook gedacht worden aan het bouwen van zogenaamde woningen
in Maatschappelijk Gebonden Eigendom (MGE). Dat zijn betaalbare
koopwoningen voor de middeninkomens die een dure koopwoning (nog) niet
kunnen betalen. De Amsterdamse corporaties weigeren tot nu toe deze
woningen te bouwen. Het zou goed zijn als de gemeente op korte termijn
met maatregelen komt die de bouw van MGE-woningen stimuleren. Ook kan
de bouwproductie versneld worden door geplande koopwoningen die thans
door de economische recessie niet verkocht worden om te zetten in
middeldure huurwoningen. Daar is veel vraag naar. Op deze manier voeg
je woningen toe aan de voorraad en breng je de doorstroming vanuit
goedkope huurwoningen vanzelf opgang. Dat de omvang van de
bouwproductie bepalend is voor de doorstroming blijkt uit de cijfers:
In 1998, een jaar met een bouwproductie van meer dan 5000 woningen,
kwamen er 17.000 woningen leeg in Amsterdam. De afgelopen drie jaar
zijn maar zo'n 2000 woningen per jaar gebouwd. Het aantal leeggekomen
woningen is gedaald naar rond de 12.000 per jaar. Dat zijn dus
jaarlijks 5000 verhuizingen minder dan bij een hoge bouwproductie.
Het tweede argument, dat men de hogere huuropbrengsten nodig heeft
voor investeringen, is uit de lucht gegrepen. De corporaties zeggen
onder meer geld tekort te komen omdat de verkoop van huurwoningen
flink tegenvalt. Maar het PvdA-voorstel om de gemeente de niet
verkochte woningen van de corporaties over te laten nemen werd eerder
dit jaar echter door de corporaties afgewezen met het argument dat
geld niet het probleem was. Daarnaast is onlangs in de gemeenteraad
voor de corporaties een aantal zeer gunstige maatregelen genomen
waardoor het bouwen van nieuwe sociale huurwoningen financieel geen
probleem hoeft te zijn. En overigens beschikken de corporaties in heel
Nederland gezamenlijk over een vermogen van 10 miljard euro. Dat moet
toch voldoende zijn om betaalbare nieuwbouw te realiseren.
Kortom: Wij zien niets in de extra huurverhoging die de
woningbouwcorporaties willen doorvoeren. Het is het verkeerde middel
en lost het probleem van de woningnood niet op. Bouwen, bouwen en nog
eens bouwen dat moeten de corporaties doen.
Bouwe Olij
Thijs Reuten
PvdA-gemeenteraadsleden
Partij van de Arbeid