Sector Algemeen Directeur Afdeling Concern Communicatie Postbus 2131 1000 CC Amsterdam Telefoon 020 460 58 42 Telefax 020 460 58 43 Persbericht E-mail: communicatie@gvb.nl www.gvb.nl 11 september 2003
Persmededeling brandstofcelbussen in Amsterdam
In het programma Editie NL van RTL 4 en in het RTL Nieuws van woensdag 10 september is
aandacht besteed aan de vermeende onveiligheid van de drie elektrische bussen, voorzien van
een brandstofcel, die eind dit jaar in het kader van het Europese CUTE-project in Amsterdam
zullen gaan rijden.
In de berichtgeving door beide programma's is een aantal feitelijke onjuistheden geslopen.
Bovendien is een aantal zaken op tendentieuze wijze weergegeven. Daardoor zou de indruk
kunnen ontstaan dat aan de inzet van elektrische bussen in Amsterdam onacceptabele risico's zijn
verbonden en dat bovendien voor het project niet alle noodzakelijke vergunningen zijn afgegeven.
De gemeente Amsterdam, de Brandweer, de dienst Milieu- en Bouwtoezicht, GVB,
DaimlerChrysler Nederland / Evobus en HoekLoos hechten er daarom belang aan naar aanleiding
van de berichtgeving een aantal zaken duidelijk te stellen.
Door mee te doen aan het CUTE-project (Clean Urban Transport for Europe leveren de gemeente
Amsterdam en het GVB een bijdrage aan de ontwikkeling van waterstof als alternatieve, schone
energiebron voor de toekomst. Een elektrische bus met waterstof als energiebron produceert
slechts waterdamp en is bovendien stiller dan een dieselbus.
Aan het CUTE-project, waaraan negen Europese steden meedoen, zijn tientallen jaren van
voorbereiding en testen voorafgegaan. Voor de uitvoering van deze praktijkproef zijn uiteraard
vergunningen en noodplannen nodig. De drie elektrische bussen met brandstofcel zullen naar
verwachting in de tweede helft van oktober in Amsterdam worden geleverd. Eind 2003, begin 2004
kunnen de bussen dan ingezet worden in de dagelijkse exploitatie. Voorwaarde echter voor de
start van het project is dat aan alle regels en eisen is voldaan.
Zie voor de overige informatie de bijlage
gemeente Amsterdam, bestuursdienst
gemeente Amsterdam, Brandweer Amsterdam
gemeente Amsterdam, dienst Milieu en Bouwtoezicht,
GVB
DaimlerChrysler / EVObus
HoekLoos
---
Voor meer informatie kunt u bellen met
op bovenstaand telefoonnummer.
blad 1 van 3
vervolg van persbericht
Datum 11 september 2003
Pagina 2
Bijlage
Integenstelling tot de berichtgeving is het GVB in bezit van de benodigde milieu- en
bouwvergunning. Een gebruiksvergunning is in aanvraag.
Het overleg met de brandweer is vorig jaar juli gestart. Op basis daarvan worden de instructies aan
onder meer de Amsterdamse brandweerlieden opgesteld. In de praktijk betekent dit dat kort
voordat de bussen en het vulstation daadwerkelijk in gebruik worden genomen de brandweerlieden
voldoende bekend zijn met de specifieke eigenschappen van waterstof en de meest adequate
maatregelen in geval van een onverhoopte calamiteit. In tegenstelling tot wat wordt beweerd,
zullen ook in Amsterdam, evenals in alle andere steden waar nu projecten met elektrische bussen
met brandstofcel starten, de hulpdiensten voorbereid zijn op hun eventuele taak.
De vereiste brand- en veilgheidsmaatregelen zijn genomen en de mogelijke risico's zijn
geanalyseerd. Overigens is dat niet alleen in Amsterdam gebeurd, maar ook in de negen andere
steden waar nu brandstofcelbussen gaan rijden en - eerder al - in onder meer München en op
diverse plaatsen in de Verenigde Staten en Canada. De kennis die daarbij is opgedaan, wordt
uiteraard ook in het Amsterdamse project gebruikt.
Amsterdam is niet de eerste plaats in Europa, laat staan in de wereld, waar elektrische voertuigen
met brandstofcel rijden. In de Verenigde Staten rijden op verschillende plaatsen elektrische bussen
met brandstofcel. In het Duitse München rijden al sinds 1997 bussen op waterstofgas. Op andere
plaatsen rijden al geruime tijd personenauto's op waterstofgas. In Reykjavik en in Madrid is enige
tijd geleden ook gestart met stadsbussen op waterstofgas. In totaal negen Europese steden en in
Reykjavik en Perth zullen op korte termijn in het kader van het CUTE-project eveneens elektrische
bussen met brandstofcel in gebruik worden genomen.
De bewering dat waterstofgas een hoog-explosief gas zou zijn is eveneens onjuist. Waterstof staat
in het zogenoemde chemiekaartenboek (waarin de eigenschappen van alle stoffen volgens
wereldwijd gehanteerde normen zijn vastgelegd) te boek als een licht ontvlambare stof, niet als een
explosieve stof. Dat wil niet zeggen dat de kans op een explosie volledig is uitgesloten. Explosie
van waterstofgas is echter slechts onder specifieke omstandigheden (bij bepaalde luchtmengsels)
mogelijk. Daaruit volgt dan ook dat de kans op een explosie ten gevolge van het ontsnappen van
waterstofgas relatief gering is. Evenals benzine en bijvoorbeeld diesel of autogas is waterstofgas
wel brandbaar. Het grote voordeel van waterstof is daarbij dat het een extreem licht gas is. Dat
betekent in de praktijk dat bij een calamiteit waarbij gas ontsnapt en ontbrandt het vuur zich
(uitsluitend) in een opwaartse richting zal verspreiden. In tegenstelling tot diesel of benzine, die
beide bij een calamiteit zich over de grond verspreiden, is de kans op uitbreiding van de brand dus
relatief gering. Bijkomend voordeel daarbij is dat de waterstoftanks zich reeds aan de bovenkant
(op het dak) van de bus bevinden.
Het risico dat bij een verkeersongeval de tanks worden beschadigd is op zich al gering, maar
niettemin is daar bij het ontwerp van de bus wel rekening mee gehouden. De tanks voldoen
blad 2 van 3
vervolg van persbericht
Datum 11 september 2003
Pagina 3
volledig aan de daarvoor geldende Europese en wereldwijde (ISO) standaarden en zijn dus
voldoende bestand tegen zware 'klappen' van buitenaf.
Uiteraard is ook het leidingsysteem voorzien van technische voorzieningen die erop gericht zijn te
voorkomen dat bij een ongeval gas zal ontsnappen. De kans dat ten gevolge van een ongeval gas
zal ontsnappen is dan ook zeer klein.
In geval van een waterstofbrand zal de brandweer ervoor kiezen om de brand net als bij andere
gasbranden gecontroleerd uit te laten branden. Dit betekent dat de directe omgeving van de
brand koel wordt gehouden, zodat de brand zich niet kan uitbreiden. Waterstof is heel licht, en gaat
altijd omhoog. De bewering dat de brandweer bij een brand alleen maar op grote afstand kan
blijven staan is onjuist.
De bewering dat de veiligheidsmaatregelen bij het vulstation waar het waterstofgas wordt gemaakt
onvoldoende zouden zijn, wordt op geen enkele manier gestaafd. Het vulstation is gebouwd naar
de nieuwste maatstaven ten aanzien van veiligheid en voldoet aan alle door de wet gestelde eisen
en normen. Daarbij gaat het niet alleen om Nederlandse normen, maar ook de Europese
regelgeving op dit gebied. Er zijn ruim voldoende technische voorzieningen en maatregelen om alle
mogelijke risico's te beperken. De aanwezige brandbestrijdingsmiddelen voldoen niet alleen aan de
eisen, ze zijn ook wel degelijk geschikt voor het bestrijden van een eventuele brand op of bij het
vulstation.
Net als bij alle voer-, vaar- en vliegtuigen is ook bij een elektrische bus met brandstofcel een
calamiteit nooit volledig uit te sluiten. De veiligheidsvoorzieningen op en aan het voertuig en de
brandstofvoorziening zijn echter van dien aard dat de kans op een calamiteit zeer gering is. In het
uiterste geval zou een cilinder kunnen scheuren, fragmentatie is door de aard van de gebruikte
materialen echter uitgesloten.
Het project is naar de maatstaven die men voor een dergelijk project in een stad hanteert veilig.
Net als bij alle andere voertuigen is een calamiteit nooit volledig uit te sluiten. Het project wordt
volledig uitgevoerd binnen Europese en Nederlandse wet- en regelgeving en wordt zowel op
nationaal als op Europees niveau met veel technische ondersteuning van gassen- en
veiligheidsexperts uitgevoerd.
blad 3 van 3