Partij van de Arbeid

boundary="----------=_1063288852-9746-143"

Mime-Version: 1.0

Den Haag, 11 september 2003

Vragen van de leden Noorman-den Uyl en Timmer (beiden PvdA) aan de minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid

1. Is het u bekend, dat de SVB kinderbijslag weigert aan ouders waarvan de gehandicapte kinderen in het weekend thuis wonen en waarvan de hoogte van de onderhoudskosten van de ouders niet wordt geaccepteerd omdat de ouders een te laag inkomen zouden hebben?

2. Realiseert u zich, dat indien de AWBZ-financiering niet voorziet in kleedgeld en verblijfsgeld, de ouders bij ontstentenis van kinderbijslag en een minimum inkomen gedwongen zijn bijzondere bijstand aan te vragen in de kosten van kleding, verzekering en weekendverblijf van hun gehandicapte kinderen? Is die voorziening daarvoor bedoeld naar het oordeel van de minister?

3. Vindt u met de vragerstellers dat de SVB een onjuiste invulling geeft aan haar bevoegdheid Beleidsregels vast te stellen, indien die ertoe leiden dat aan ouders de kinderbijslag voor hun gehandicapte kinderen wordt ontzegd, terwijl zij wel in de voorzieningen in hun woning voor hun kinderen moeten voorzien, evenals de kosten van kleding, schoeisels en verzekeringen en de verblijfskosten in de weekends moeten voldoen?

4. Is het niet zo, dat op grond van de redenering en berekeningswijze van de SVB, ouders met een minimum inkomen geen recht op kinderbijslag hebben terwijl ouders met een hoger inkomen onder de aannemelijkheidtoets toets van de SVB wel recht op kinderbijslag hebben, indien hun gehandicapte kind(eren) in het weekend thuis verblijven en zij in kleding, verzekering e.d. voorzien?

5. Acht u dit een juiste handelswijze? Zo nee, bent u bereid de SVB te laten weten, dat in het onderhavige en vergelijkbare gevallen de beleidsregels van de kinderbijslag opnieuw moeten worden bezien en toegepast?

>


---
Tweede Kamer der Staten-Generaal www.tweedekamer.nl

Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.