NEDERLANDS KANKER INSTITUUT

NKI/AvL en CVZ: betere voorspelbaarheid borstkanker

Persbericht

NKI/AvL en CVZ introduceren techniek voor betere voorspelbaarheid borstkanker

Amsterdam, 11 september 2003.- Het Nederlands Kanker Instituut/Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis (NKI/AvL) en het College Voor Zorgverzekeringen (CVZ) gaan deze maand nog van start met een haalbaarheidsonderzoek naar een nieuwe vorm van diagnostiek bij patiënten met borstkanker. Deze techniek maakt het mogelijk het ziekteverloop beter te voorspellen en een meer op de patiënt toegesneden behandeling mogelijk te maken. Tijdens het onderzoek wordt de toepassing van deze techniek in de dagelijkse praktijk onderzocht, waaronder de logistiek, de kwaliteitsborging van de werkwijze en de psychologische effecten op de patiënt. De eerste fase van het onderzoek, die tot en met februari 2004 duurt, wordt door het NKI/AvL uitgevoerd in samenwerking met Ziekenhuis Amstelveen, het Maxima Medisch Centrum, de Reinier de Graaf Groep en het Spaarne Ziekenhuis. Het onderzoek wordt gefinancierd door het CVZ.

In Nederland wordt door het NKI/AvL, als eerste instituut ter wereld, de microarray-techniek voor het eerst bij de behandeling van borstkanker in de praktijk toegepast. Bij vrouwen die een amputatie of borstsparende behandeling hebben gehad, moet als de okselklieren geen uitzaaiingen bevatten, beslist worden voor wie een aanvullende kuur van chemotherapie zinvol is. Die kuur is bedoeld om de kans te verminderen dat de ziekte na enige tijd terugkeert. Met de microarraytechniek is het beter mogelijk na te gaan welke vrouwen jonger dan 60 jaar na een operatie, aanvullende chemotherapie nodig hebben en welke vrouwen niet. Het aantal patiënten dat aanvullend behandeld wordt met chemotherapie kan hierdoor wellicht dalen.

Voordat het zover is moet eerst onderzocht worden of de toepassing van deze complexe test in de dagelijkse praktijk haalbaar is. Als uit aanvullend onderzoek blijkt dat de implementatie succesvol verloopt, is opname van deze techniek in het ziekenfondspakket op termijn mogelijk. Gezien de hoge kosten van deze techniek, gecombineerd met de hooggespannen verwachtingen ervan, is het risico van ondoelmatig gebruik aanwezig. Reden waarom het CVZ nauw betrokken is bij de introductie- en onderzoeksfase en grote waarde hecht aan zorgvuldig onderzoek.

In fase 1, die gekenmerkt kan worden als een haalbaarheidsstudie, wordt de volledige logistieke keten en de daarbij behorende kwaliteitsborging onderzocht. Deze keten bestaat uit het afnemen van weefsel, de verzending en bijbehorende informatieoverdracht, de bewerking van het weefsel, het verrichten van diagnostische handelingen, het formuleren van de diagnostische adviezen en de rapportage aan de behandelend clinicus.

Ook de validiteit van de testen en de uitvoering van het onderzoek naar de technologische haalbaarheid maken deel uit van dit onderzoek. In deze fase is het bovendien belangrijk om inzicht te krijgen in het draagvlak binnen de deelnemende ziekenhuizen, zodat duidelijk wordt met welk aantal verrichtingen de ziekenhuizen in de introductiefase rekening moeten houden.

In de tweede fase, die drie jaar zal gaan duren, worden alle ziekenhuizen in Nederland in staat gesteld om onder dezelfde omstandigheden van deze vorm van diagnostiek gebruik te maken.

Voor de invoering van de microarray-techniek wordt een begeleidings-commissie ingesteld die zich bezig houdt met de organisatorische, financiële en methodologische aspecten. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties, de Nederlandse Vereniging van Pathologie, de landelijke werkgroep mammatumoren en enkele materie-deskundigen. Het CVZ heeft een begeleidingscommissie die zich op grond van de onderzoeksresultaten vooral buigt over de vraag of en zo ja op welke wijze deze techniek in het ziekenfondspakket moet worden opgenomen.