"Hagelregen octrooien geen goede indicator voor snelle innovatie"
Oratie prof. Schmitz over innovatie `in, door en van' chiptechnologie
Het octrooibeleid van veel bedrijven is te vergelijken met het
schieten met hagel. Of dit de innovatie echt versnelt, is zeer de
vraag. En universiteiten moeten zich al helemaal niet richten op geld
verdienen met octrooien, vindt prof. Jurriaan Schmitz (36). De jonge
geschiedenis van zijn eigen vakgebied, halfgeleidercomponenten, wijst
uit dat het succes van een octrooi vaak strandt op de timing. Van de
Wet van Moore, die de innovaties in dit vak dertig jaar lang heeft
gekanaliseerd en die nu tegen grenzen aanloopt, ziet Schmitz liever
geen nieuwe versie. Miniaturisatie is straks volgens hem niet meer de
enige drijfveer: "Waarom zouden we geen chip kunnen maken die gevoelig
is voor een ochtendhumeur of een mooie zonsondergang?" filosofeert hij
in zijn intreerede op 11 september aan de Universiteit Twente.
Het octrooi van de Nederlander Else Kooi was er één uit het boekje.
Hij vond een `elegante' manier uit om componenten op een chip van
elkaar te isoleren. Dankzij licentie-overeenkomsten met vrijwel alle
chipfabrikanten was dit een succesvol octrooi van Philips. Maar in de
meeste gevallen liep en loopt het anders, schetst Schmitz. Ook als het
belang van een vinding wel degelijk werd onderkend, kwam de toepassing
vaak pas op een moment dat het octrooi al was verlopen.
Dat een goede timing volgens Schmitz "zowel onontbeerlijk als vrijwel
onmogelijk" blijkt, is een doorn in het oog van kennismanagers die een
investering graag vergezeld zien gaan van de nodige zekerheden over
het resultaat. Universiteiten in Nederland stellen zich nog niet ten
doel om geld te gaan verdienen met octrooien, en dat moet volgens
Schmitz, ondanks andere geluiden, vooral zo blijven. Ook in Amerika
heeft dit nauwelijks iets opgeleverd. De op de universiteiten
aanwezige kennis kan zeer goed gebruikt worden door het bedrijfsleven,
maar intensieve samenwerking tussen deze partijen levert meer op dan
octrooiering, stelt Schmitz.
Geen nieuwe Wet van Moore
Voor de halfgeleidersector, het vakgebied van de nieuwe hoogleraar,
komt een nieuwe tijd in zicht. Het vak volgt al decennia de Wet van
Moore, die stelt dat elke achttien maanden het aantal componenten per
vierkante centimeter chipoppervlak verdubbelt. Deze exponentiële groei
is met een jaar of tien niet economisch rendabel meer, de
fabricagetechnologie wordt veel te complex en kostbaar: "Het is zaak
dit op tijd te erkennen". Moet een nieuwe `Wet' de innovatiedrift dan
gaan kanaliseren? Liever niet, vindt Schmitz. Hij ziet ook niet meteen
een overgang van siliciumchips naar de `buckytubes' en
zelforganiserende structuren van de nanotechnologie: een chip is op
het eigen terrein moeilijk te verslaan.
Miniaturisatie is sinds jaar en dag de drijfveer van innovatie in de
chipindustrie, maar in zekere zin was het de weg van de minste
weerstand. Er is nog steeds veel winst te halen in creatieve
oplossingen, stelt Schmitz. De fabricageprocessen kunnen eenvoudiger
en beter, ruimte op een chip is beter te benutten, software is veel
`zuiniger' te schrijven. En daarbij: de chip is tot nu toe vooral een
rekenwonder, Schmitz ziet veel meer mogelijkheden. De `kijkende chip'
in de digitale camera wint snel aan populariteit, horen, ruiken en
voelen moet vervolgens ook kunnen: "Een chip die gevoelig is voor een
ochtendhumeur of een mooie zonsondergang, waarom niet?" Voor nieuwe
functionaliteit wil Schmitz bijvoorbeeld chips zodanig behandelen dat
er weer andere componenten bovenop kunnen worden gezet. "De term
`System-on-chip' kan wat mij betreft niet letterlijk genoeg genomen
worden."
Noot voor de pers
Prof.dr. Jurriaan Schmitz (Elst, 1967) studeerde Experimentele
Natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam, hij werkte bij het
NIKHEF in Amsterdam, CERN in Genève en Philips Research in Eindhoven
en Leuven. Hij is sinds kort hoogleraar Semiconductor Components aan
de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, en is hierin
prof.dr. Hans Wallinga opgevolgd. Zijn rede (11 september, 16.00 uur,
Amphitheater, Vrijhof) is op aanvraag digitaal beschikbaar.
Contactpersoon voor de pers: ir. Wiebe van der Veen, tel (053)
4894244, e-mail w.r.vanderveen@utwente.nl
Laatst gewijzigd op 08-09-2003 © Universiteit Twente Printversie
Universiteit Twente