Den Haag, 11 september 2003
Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
1. Bent u op de hoogte van het artikel over tekortschietende neonatale IC capaciteit in
Nederland? *
2. Waarom is het nog steeds nodig om met ernstig zieke vroeggeborenen te leuren, terwijl bekend is dat de kans op gezondheidsschade en mortaliteit toeneemt door transport? ` Vindt u dit aanvaardbaar? Zo nee, hoe gaat u dit oplossen?
3. Is de raming voor het benodigde aantal IC-bedden tussentijds nog bijgesteld? In hoeverre is het aantal bedden waarvan werd uitgegaan nog toereikend?
4. Bent u op de hoogte van de toezegging van een voorgaande minister dat iedere 30 dagen aan de Kamer gerapporteerd wordt over de voortgang van de uitbreiding van ic-bedden voor neo-natalen, kinderen en volwassenen? Zo ja, waarom ontvangt de Kamer deze rapportages niet? (Motie-Arib, 28008, nr.22)
5. Welke oorzaken liggen ten grondslag aan het feit dat er nog steeds niet voldoende ic-capaciteit bestaat? Hoe is de verantwoordelijkheidsverdeling ten aanzien van het totstandbrengen van voldoende ic-capaciteit?
6. Wat is de huidige stand van zaken ten aanzien van het aantal ic-bedden en ten aanzien van het transport van ernstig zieke kinderen?
7. Waar is de stuurgroep IC op dit ogenblik precies mee bezig?
8. Bent u bereid kinder-IC en transport in een ministeriële regeling via de Wet bijzondere medische verrichtingen op te nemen (motie-Arib, 28008, nr. 21)?
* Medisch Vandaag , no. 16, 10 september 2003
>
---
Tweede Kamer der Staten-Generaal
http://www.tweedekamer.nl
Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.
Partij van de Arbeid