Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Kant over hormoonpillen en mogelijke promotie van de farmaceutische industrie (2020 31 6000).


---
Onderschrijft u het advies van professor Van Weel en anderen 1) in reactie op een onderzoek in datzelfde tijdschrift waarin geconcludeerd wordt dat hormoonpillen tijdens en na de overgang de kans op borstkanker sterk verhogen? Zo ja, bent u ook van mening dat huisartsen nog terughoudender moeten zijn in het voorschrijven van hormoonpillen bij overgangsklachten, en dat de standaard menopauze nog verder aangescherpt dient te worden? Welke stappen gaat u hiertoe ondernemen?


---
Het is al langer bekend dat de kans op borstkanker verhoogd is bij langdurig gebruik (> 5 jaar), te weten ongeveer acht extra gevallen per 10 000 vrouwen per jaar (Farmacotherapeutisch Kompas 2003).
De auteurs van de studie in de Lancet en professor van Weel stellen echter dat bij een gemiddeld gebruik van 2,5 tot 4 jaar het risico veel hoger is. Ook zonder deze nieuwe gegevens was het al duidelijk dat terughoudendheid geboden is bij het voorschrijven van deze geneesmiddelen.
De beroepsgroepen van huisartsen, maar ook van gynaecologen én andere voorschrijvers van deze middelen, zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de standaarden en richtlijnen die zij hanteren bij hun voorschrijfbeleid. Deze behoren gebaseerd te zijn op de meest recente wetenschappelijke stand van zaken en regelmatig geactualiseerd te worden. Ik heb van het Nederlands Huisartsen Genootschap vernomen dat zij inmiddels hun richtlijnen op dit terrein hebben aangepast.


---
Deelt u de mening van professor Van Weel dat preventieve interventie alleen dient plaats te vinden indien dit voldoende onderbouwd wordt met onderzoek waaruit de voordelen duidelijk blijken en de nadelen gering blijken te zijn en veel kleiner dan de voordelen? Zo ja, erkent u dat dat bij de hormoonpillen niet het geval is en dat het derhalve onethisch is van de farmaceutische industrie om deze pillen zo sterk te promoten?


---
Deze mening deel ik. In de jaren na registratie is gebleken dat het positieve effect van het langdurig voorschrijven van hormonen vanaf de overgang ter voorkoming van botontkalking en hart- en vaatafwijkingen niet is aangetoond en dat er duidelijke risico's aan zijn verbonden.
Gezien de huidige kennis zou het dan ook niet terecht zijn indien de farmaceutische industrie of de voorschrijvers van deze middelen een langdurig gebruik zou blijven bevorderen.


---
Is het u bekend dat vorig jaar een grote Amerikaanse studie na vijf jaar is afgebroken omdat bij tussentijdse analyses de nadelen (onder meer een verhoogd risico op borstkanker) groter bleken dan de voordelen? 2) Zo ja, bent u het eens met professor Van Weel dat de industrie de gevaren bagatelliseert?


---

---
Ja, dit is mij bekend. Ik vind dat de gevaren van het voorschrijven van geneesmiddelen, waaronder ook deze, niet gebagatelliseerd moeten worden. Indien de industrie hierbij de risico's van langdurig gebruik zou bagatelliseren én zou stellen dat langdurig gebruik botontkalking en hart- en vaatziekten kan voorkómen, is dat onjuist. Professor van Weel haalt echter ook publicaties aan uit de tweede helft van de jaren negentig in gerenommeerde (`peer reviewed') tijdschriften waarin de risico's van langdurig gebruik geminimaliseerd zouden worden. Of dit inderdaad het geval is laat ik ter beoordeling aan experts. De studies zijn in ieder geval niet gesponsord door de farmaceutische industrie.


---
Wat vindt u van het commentaar van de Dutch Menopause Society op het Lancetonderzoek? 3)


---
Het is niet aan mij om een oordeel te vellen over de wetenschappelijke verdiensten of beperkingen van de publicatie in de Lancet, een `peer reviewed' tijdschrift. De Dutch Menopause Society geeft terecht aan dat paniek vermeden moet worden onder vrouwen die hormonen gebruiken. Niettemin, gezien de huidige kennis over deze problematiek lijkt het advies tot het staken van langdurig gebruik terecht. De Dutch Menopause Society geeft in zijn commentaar overigens ook aan dat gebruik van hormonale therapie ter voorkoming van botontkalking en hart- en vaatziekten (in feite betekent dit langdurige behandeling) ontraden moet worden. Patiënten met overgangsklachten zouden, indien hormonale therapie een mogelijke behandeling is, deze vorm van therapie kortdurend (maximaal een half jaar volgens prof. Van Weel) moeten gebruiken aangezien het risico op borstkanker dan verwaarloosbaar klein is volgens de huidige stand van wetenschap.


---
Bent u bereid na te gaan in hoeverre de farmaceutische industrie in Nederland de hormoonpil promoot, via internet, patiëntengroepen, huisartsen en experts? Bent u tevens bereid zonodig hier tegen actie te ondernemen?


---
Ik zal de Stichting Code Geneesmiddelen Reclame verzoeken na te gaan of er sprake is van verkoopbevorderende acties, gericht op (potentiële) patiënten, die onjuiste of misleidende informatie bevatten.


---
Bestaan er financiële banden tussen de farmaceutische industrie en organisaties als Care for Women of experts zoals medical opinion leaders en leden van adviescommissies en registratieautoriteiten? Zo ja, kunt u hier, zeker wat betreft de registratie, openheid over geven?


---
Ik ben niet op de hoogte van het al dan niet bestaan van financiële banden tussen de farmaceutische industrie en genoemde specifieke organisatie of bepaalde experts. Ten aanzien van de in de registratiedossiers verplichte gerapporteerde klinische studies merk ik op dat deze altijd in opdracht van de farmaceutische industrie verricht worden en de betrokken beroepsbeoefenaren (artsen, apothekers enz) een vergoeding krijgen voor werkzaamheden die zij ten behoeve van deze studies verrichten. Met betrekking tot werkzame personen/experts ten behoeve van de registratieautoriteit, het CBG, valt op te merken dat deze personen in dienst zijn van de rijksoverheid. Financiële banden met de farmaceutische industrie, anders dan de betaling van de vastgelegde vergoeding in het Besluit registratie geneesmiddelen, voor de behandeling van de aanvraag tot inschrijving van een farmaceutisch product in het register, zijn niet toelaatbaar krachtens het ARAR.


---


---
Deelt u de mening dat er volledige openheid moet zijn over financiële banden tussen de farmaceutische industrie en wetenschappers, bijvoorbeeld bij commentaren en publicaties in medische vaktijdschriften? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?

7.
Ja deze mening deel ik met u. Gerenommeerde ( `peer reviewed') vakbladen hebben in onderling overleg hierover afspraken gemaakt; het gevolg hiervan is dat, ook tijdelijke, financiële banden tussen de auteur(s) van een publicatie enerzijds en de farmaceutische industrie anderzijds bij de publicatie nadrukkelijk aangegeven worden. In het kader van wetenschappelijke bijeenkomsten heeft de farmaceutische industrie met haar Gedragscode geneesmiddelenreclame zich op het standpunt gesteld dat banden tussen sprekers en farmaceutische industrie vooraf bekend dienen te worden gemaakt.

1) The Lancet, 9 augustus jl. en Trouw, 8 augustus jl. 2) JAMA 2002, 288: 321-333 (www.jama.com); NHGartsennet.nl 2002 3)Medisch Contact, 9 augustus jl.(www.medischcontact.nl)


---- --