Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVA 2003/2615
datum
05-09-2003

onderwerp
Kamervragen mogelijke uitbraak van Houw in de Ooijpolder TRC 2003/6533

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de Kamervragen van het lid Ormel (CDA) over de mogelijke uitbraak van Houw in de Ooijpolder.

datum
05-09-2003

kenmerk
VVA 2003/2615

bijlage


---
Hebt u kennisgenomen van een uitbraak van een besmettelijke oogziekte (Houw) bij een in het wild grazende kudde Gallowayrunderen in de Ooijpolder? 1

Ja


---
Klopt het dat drie stieren vanwege onherstelbare oogaantasting zijn afgemaakt? Bent u van mening dat tijdige onderkenning deze ernstige complicatie had kunnen voorkomen?

De Gallowayrunderen in het natuurgebied de Ooijpolder worden door de beheerder Stichting Ark dagelijks met zorg gecontroleerd. Nadat de oogziekte Houw in de kudde werd geconstateerd, zijn de aangetaste dieren direct gevangen en onder behandeling gesteld. Deze behandeling is goed aangeslagen, alle behandelde dieren lopen dan ook weer vrij in het gebied rond. De beslissing om drie stieren te doden is dan ook niet genomen vanwege onherstelbare oogaantasting. De gedode dieren waren al op leeftijd en uit beheersoverwegingen reeds eerder geselecteerd om dit jaar afgevoerd te worden.


---
Hoe frequent worden in het wild grazende runderen in Nederland gecontroleerd?

De frequentie waarmee de controle van grote grazers in natuurgebieden plaatsvindt, varieert afhankelijk van de oppervlakte en de toegankelijkheid van het gebied. Over het algemeen kan worden gesteld dat er een paar keer per week toezicht is op kuddes in natuurgebieden.


---
Is deze uitbraak gemeld aan beheerders van andere in het wild grazende runderpopulaties?

Ja.


---
Worden naar aanleiding van deze uitbraak gezondheidscontroles vaker uitgevoerd, waarbij speciaal gelet wordt op mogelijk voorkomen van oogafwijkingen? Zo neen, waarom niet?

De kudde Gallowayrunderen in de Ooijpolder wordt door de beheerder dagelijks met zorg gecontroleerd. Dit is ruim voldoende. Vanwege de oogziekte is de frequentie dan ook niet opgevoerd, wel wordt speciaal gelet op oogafwijkingen.


---
Is er een risico op het ontstaan van dragers, waardoor in het wild grazende runderen een reservoir van deze infectie kunnen vormen? Hoe groot is het risico van infectie van runderen op boerderijen vanuit deze populaties? Bent u bereid te onderzoeken of het voorkomen van Houw op boerderijen in de Ooijpolder hoger is dan in de rest van Nederland?

Houw is een bekende oogontsteking die vooral in de zomer optreedt. De aandoening ontstaat door een infectie met de Moraxella Bovis bacterie. Deze bacterie komt van nature bij herkauwers voor, zonder dat de dieren er last van hebben. Alleen onder bepaalde omstandigheden kan zich een infectie ontwikkelen. Stof, zonlicht en vliegen spelen een duidelijke rol bij het ontstaan. De aandoening kan zich voordoen als koppelprobleem, of slechts bij een enkel dier worden gevonden. In het geval van een koppelprobleem spelen vliegen waarschijnlijk een belangrijke rol bij de overdracht. Er is echter geen risico voor het ontstaan van dragers. Bovendien komt verspreiding naar andere veestapels weinig voor. Het infectierisico voor runderen op nabijgelegen agrarische bedrijven is dan ook klein. Elke zomer wordt in verschillende streken in Nederland wel een aantal dieren aangetroffen met Houw. De ziekte maakt hierbij geen onderscheid tussen runderen in natuurgebieden, of op veebedrijven. Er is dan ook geen reden om te onderzoeken of het voorkomen van Houw op boerderijen in de Ooijpolder hoger is dan in de rest van Nederland.


---
Worden in andere natuurgebieden waar runderen in het wild grazen, net zoals nu in de Ooijpolder, zieke dieren opgevangen en behandeld? Zo neen, wat is dan uw mening over de bewaking van het welzijn van deze dieren en hoe groot is dan het infectierisico voor runderen op nabijgelegen agrarische bedrijven?
Zo ja, zijn andere natuurgebieden voldoende toegerust om een mogelijke uitbraak van deze besmettelijke oogziekte adequaat te bestrijden?

Het is mij niet bekend dat de oogziekte ook bij runderen in andere natuurgebieden voorkomt. De opvang van zieke runderen in natuurgebieden, varieert afhankelijk van de oppervlakte en de toegankelijkheid van het gebied. Over het algemeen worden zieke dieren opgevangen en behandeld, net zoals in de Ooijpolder. In de twee Grote Eenheden natuurgebied, te weten de Oostvaardersplassen en de Veluwezoom, gelden echter afwijkende afspraken. Deze zijn vastgelegd in hoofdstuk drie van de Leidraad Grote Grazers (Brief aan de Tweede Kamer van 19 januari 2000).

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

1 De Gelderlander, 23 augustus jl.


---