Arbouw
Persbericht
donderdag 4 september 2003 Grote waardering voor arbodienstverlening
in bouwnijverheid
In 2002 is door het EIB in opdracht van Arbouw een grote landelijke
enquête uitgevoerd naar de kwaliteit van de arbodienstverlening in de
bedrijfstak bouwnijverheid. Het onderzoek is zowel in opzet als omvang
uniek in Nederland en ook het enige bekende onderzoek, waarin niet
alleen de werkgevers, maar ook de werknemers naar hun mening over de
arbodienstverlening is gevraagd. De resultaten uit het
werkgeversonderzoek konden op een aantal punten worden vergeleken met
een onderzoek van Intomart onder alle bedrijven in Nederland over
dezelfde periode (Arbodienstmonitor 2001).
Aan het onderzoek werd door 9.263 werknemers en 2.932 werkgevers
deelgenomen. Door de omvang van het onderzoek was het mogelijk om niet
alleen de waardering voor de prestaties van arbodiensten te
vergelijken, maar ook per arbodienst de verschillen tussen de
afzonderlijke vestigingen in beeld te brengen. Ook de arbodiensten
zelf werden in het onderzoek betrokken.
Het onderzoek onder werknemers had betrekking op de kwaliteit van de
uitvoering van het CAO-pakket preventiezorg waaronder de PAGO's
(preventieve medische onderzoeken). De respons was zeer hoog:70 %.
Het onderzoek onder werkgevers had betrekking op CAO-pakket
preventiezorg, de verzuimbegeleiding en reïntegratie, de
risico-inventarisatie en -evaluatie en de kosten van de
arbodienstverlening. De respons was 34%.
Resultaten op hoofdlijnen:
De waardering van de werknemers voor de uitvoering van het CAO-pakket
blijft relatief hoog. 82,4% van de werknemers geeft een cijfer 7 of
hoger. Een vergelijking met het Intomart onderzoek laat zien dat
slechts bij 27,7% van de niet-bouwbedrijven PAGO's werden uitgevoerd.
Bij de bouwbedrijven lag de situatie in dit opzicht aanmerkelijk
positiever: 61,7 %. Dit kan worden toegeschreven aan de
bedrijfstaksgewijze uitvoering van het PAGO, als onderdeel van het in
de CAO's vastgelegde pakket preventiezorg. In de bouwnijverheid is
daardoor een 100% dekkingsgraad voor dit onderdeel van
arbodienstverlening gegarandeerd.
Ook bij de werkgevers scoort de uitvoering van het CAO-pakket
preventiezorg relatief hoog: rapportcijfer 6,6. De waardering voor de
verzuimbegeleiding blijft daarbij achter. De ondersteuning bij
werkhervatting, de kwaliteit van de verzuimbegeleiding, de
effectiviteit ervan en de deskundigheid van de arbodienst werden
minder positief beoordeeld. Het hoogst scoort de uitvoering van de
risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) met een rapportcijfer 6,7.
Arbodiensten wijten het gesignaleerde gebrek aan deskundigheid en
effectiviteit van hun dienstverlening voor een belangrijk deel aan
capaciteitsproblemen. Vooral een tekort aan bedrijfsartsen speelt
daarbij een rol.
Ook in dit onderzoek werd weer bevestigd, dat werkgevers in de
bouwnijverheid de arbodienstprestaties in het algemeen meer waarderen
dan werkgevers in andere bedrijfstakken. Mogelijk kan dit worden
toegeschreven aan de bijzondere infrastructuur in de bedrijfstak
bouwnijverheid op het terrein van arbeidsomstandigheden. De
bedrijfstak beschikt met Arbouw over een eigen kennis- en
service-organisatie, dat onderzoek doet naar de gezondheids- en
veiligheidsrisico's in de bedrijfstak. Arbouw voorziet werknemers,
werkgevers en arbodiensten van bedrijfstakspecifieke informatie en
adviezen. Bovendien kunnen de werknemers op grond van afspraken in de
van toepassing zijnde CAO's op basis van vrijwilligheid gebruik maken
van preventief onderzoek, advies en begeleiding. Een steeds groeiend
aantal werknemers (in 2002 bijna 60.000) maakt van deze faciliteiten
gebruik. Voor de uitvoering van het CAO-pakket preventiezorg heeft
Arbouw met 20 arbodiensten een samenwerkingsovereenkomst gesloten.
Daarbij zijn o.a. afspraken gemaakt over de inhoud en kwaliteit van
dienstverlening en de bedrijfstak specifieke know how en capaciteit.
Bedrijven hebben daardoor een ruime keuze uit arbodiensten.