CBS
Veel voorkomende criminaliteit gestegen
In 2002 heeft de bevolking 5 miljoen diefstaldelicten, vernielingen en gewelddelicten ondervonden. Voor het eerst sinds 1999 is het aantal ondervonden delicten weer gestegen.
Ook het aantal misdrijven dat de politie daadwerkelijk registreert, is in 2002 gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Met een stijging van bijna 5 procent is het aantal geregistreerde misdrijven uitgekomen op iets meer dan 1,4 miljoen.
De politie heeft vorig jaar 39 duizend misdrijven meer opgehelderd dan in 2001. Het ophelderingspercentage voor 2002 komt hiermee op 17,8 procent. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.
Door burgers ondervonden criminaliteit neemt toe
De door de bevolking ondervonden veel voorkomende criminaliteit is in 2002 toegenomen met 11 procent, tot 5 miljoen delicten. Vernielingen en diefstal zijn de delicten die burgers het meest hebben ondervonden (beide circa 1,9 miljoen), gevolgd door gewelddelicten (circa 1 miljoen). Vooral het aantal vernielingen en diefstallen is in 2002 gestegen ten opzichte van 2001, respectievelijk met 16 en 12 procent.
Meer misdrijven geregistreerd
De politie heeft in 2002 iets meer dan 1,4 miljoen misdrijven geregistreerd, een stijging van bijna 5 procent ten opzichte van een jaar eerder. Tweederde van de geregistreerde misdrijven bestaat uit vermogensmisdrijven, waaronder diefstal en inbraak.
Vanaf 1998 is de criminaliteit die de politie registreert van jaar op jaar toegenomen. Over de gehele periode 1998-2002 is de toename 16 procent.
Meer misdrijven opgehelderd
In 2002 heeft de politie 254 duizend misdrijven opgehelderd, 39 duizend meer dan het jaar ervoor. Het ophelderingspercentage komt daarmee op 17,8 procent. In 2001 bedroeg het ophelderingspercentage 15,9.
Van de veel voorkomende criminaliteit hebben geweldsmisdrijven in 2002 het hoogste ophelderingspercentage. Vorig jaar is bijna de helft van deze misdrijven opgehelderd. Bij vernielingen en vermogensmisdrijven ligt het ophelderingspercentage aanzienlijk lager.
Technische toelichting
De gegevens over ondervonden en bij de politie gemelde delicten zijn afkomstig uit het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS) van het Centraal Bureau voor de Statistiek. POLS is een steekproefonderzoek waarin jaarlijks aan circa 10.000 mensen onder meer wordt gevraagd naar slachtofferschap van veel voorkomende criminaliteit (zoals mishandeling, bedreiging, inbraak, fietsdiefstal, zakkenrollerij en vernielingen). Personen die in instellingen en tehuizen wonen, zijn in dit onderzoek niet opgenomen. Vanwege de onnauwkeurigheidsmarges bij de steekproefuitkomsten mogen alleen uit grote veranderingen en uit veranderingen die zich gedurende een langere periode aftekenen, conclusies worden getrokken.
De omschrijving van de delicten in de enquête sluit zoveel mogelijk aan op de wetsartikelen, zoals die door politie en justitie worden gehanteerd. Er zijn echter verschillen met de politieregistratie bij de indeling van delicten in gewelddelicten, diefstaldelicten en vernielingen.
Slachtoffers van misdrijven geven aan ongeveer eenderde van de delicten te melden bij de politie. Dit aandeel is de laatste jaren nauwelijks veranderd. De politie registreert overigens niet alle delicten die worden gemeld door middel van een proces-verbaal van aangifte. Daarentegen registreert de politie ook misdrijven die door bedrijven en instellingen zijn aangegeven, alsook misdrijven die door eigen opsporingsactiviteiten ter kennis zijn gekomen.
Per saldo is het aantal geregistreerde (veel voorkomende) misdrijven lager dan het aantal gemelde (veelvoorkomende) delicten.
De gegevens over door de politie geregistreerde criminaliteit worden speciaal voor het CBS ontleend aan de bedrijfsprocessensystemen van de politieregio's. Hierin zijn ook delicten zonder slachtoffer en misdrijven tegen bedrijven en instellingen opgenomen.
Gehanteerde begrippen
1. Door de bevolking ondervonden delicten: dit zijn delicten waarvan de bevolking van 15 jaar en ouder in de twaalf voorgaande maanden in Nederland slachtoffer is geworden. Het gaat om geweld- en diefstaldelicten, vernielingen en doorrijden na ongeval.
Gewelddelicten zijn: seksuele delicten, mishandeling en bedreiging.
Diefstaldelicten zijn: inbraak, fietsdiefstal, autodiefstal, diefstal uit auto, zakkenrollerij en overige diefstal.
Vernielingen zijn: diefstal/beschadiging van auto(onderdelen) en overige vernielingen.
2. Door de bevolking bij de politie gemelde delicten: dit zijn (volgens geënquêteerden) ondervonden delicten die door of namens het slachtoffer bij de politie zijn gemeld. De melding kan mondeling, schriftelijk, telefonisch of op andere wijze plaatsvinden. Het melden gebeurt veelal door of namens het slachtoffer of door een getuige.
3. Door de politie geregistreerde misdrijven: dit zijn alle misdrijven die door de politie zijn vastgelegd op grond van een proces-verbaal van aangifte of op grond van eigen opsporingsactiviteiten.
4. Door de politie opgehelderde misdrijven: dit zijn misdrijven waarbij tenminste één verdachte (dwz een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit) bij de politie bekend is, ook al is deze voortvluchtig of ontkent hij het feit te hebben gepleegd.
5. Ophelderingspercentage: door de politie opgehelderde misdrijven als percentage van het totaal door de politie geregistreerde misdrijven.
PB03-163
5 september 2003
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht