Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Kant over het onbenut laten van operatiekamers.
(2020315170)
1.
Wat is uw reactie op het bericht dat in zeker de helft van alle ziekenhuizen de operatiekamers
leeg staan door personeelstekorten?
2.
Erkent u dat ondanks gemaakte inspanningen om personeel aan te trekken, op te leiden en op
een goede manier in te zetten, er nog steeds een tekort is aan personeel? Hoe denkt u dit
probleem op te lossen?
1 en 2.
Met enige verbazing heb ik kennisgenomen van het bericht.
De verantwoordelijkheid voor een adequate personeelsplanning ligt bij de werkgevers zelf. De
mogelijkheden die ik als minister van VWS heb, liggen op het gebied van faciliteren van
personeelsbeleid. Dat is de laatste jaren ruimschoots gebeurd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de
forse extra impuls die naar aanleiding van de conclusies van de werkgroep Van Rijn vanaf 2001
in de zorg zijn terechtgekomen. Zowel door deze extra middelen als de inspanningen van de
sociale partners kan gemeld worden dat de ontwikkelingen de afgelopen jaren gunstig zijn
geweest. Zo zijn het ziekteverzuim en de WAO-instroom gedaald, is de uitstroom van personeel
afgenomen en de instroom in de opleidingen weer gestegen. Het aantal werkzame personen is
netto (dat wil zeggen inclusief de vervanging van vertrekkend personeel) in 2002 toegenomen
met ruim 50.000 personen. De vacaturegraad is gedaald van 2,2% in 2001 naar 1,8% in 2002
en het aantal moeilijk vervulbare vacatures is gedaald van 1,1% in 2001 naar 0,6% in 2002.
Gezien deze ontwikkelingen verbaast het mij daarom dat instellingen op dergelijke schaal
aangeven personeelsschaarste te hebben en operatiekamers onbenut laten.
3.
Erkent u dat ook het salaris een belangrijke rol speelt in de oorzaken van de voortdurende
personeelstekorten Acht u de geplande bezuiniging op de arbeidsvoorwaarden in de zorg, in dit
licht verantwoord?
4.
Wat is uw reactie op het wegvloeien van personeel naar detacheringbureaus, waardoor de zorg
duurder wordt? Wat gaat u hieraan doen?
3 en 4.
De belangrijkste oorzaken die door de geënquêteerde ziekenhuizen worden genoemd
(deeltijdwerk en een gebrek aan opleidingsplaatsen) zijn aspecten van personeelsbeleid waarvoor
werkgevers zelf primair verantwoordelijk zijn.
Voor het salaris geldt dat er geen salarisachterstand is voor de zorgsector ten opzichte van de
rest van Nederlandse economie, zeker sinds de invoering van FWG 3.0. Bij de maatregelen uit
het Hoofdlijnenakkoord gaat het om een matiging ten opzichte van de eerdere ramingen van het
Centraal Plan Bureau. Dit mede met het oog op loonmatiging in de markt. Er zijn inmiddels
duidelijke signalen dat er zich een matiging in de markt voordoet. Het Centraal Plan Bureau heeft
de ramingen voor de marktsector ook fors verlaagd.
De salarisachterstand zoals beschreven in het artikel is er een tussen de geënquêteerde
ziekenhuizen en de detacheringbureaus. Het is mij niet bekend dat er een enorme vlucht van
ziekenhuispersoneel naar detacheringbureaus plaatsvindt. Aangezien het iedereen vrij staat om
van baan te verwisselen en een detacheringbureau een regulier bedrijf is, ben ik niet van plan
hier iets aan te doen.
5.
Waarom is er geen rekening gehouden met een groeiende vraag naar zorg in verhouding tot de
hoeveelheid in te zetten personeel?
---
5.
Bij operatiekamerpersoneel gaat het om specifieke knelpuntenfuncties, waarvoor de ziekenhuizen
intern opleiden. De planning van dit soort interne opleidingen ligt niet in handen van VWS, maar
in handen van de instellingen zelf. Een normaal bedrijf stemt de planning van opleidingen af op
toekomstige ontwikkelingen. Ik zie geen enkele reden waarom een ziekenhuis dat zelf ook niet
zou kunnen.
Overigens zijn de toekomstige ontwikkelingen in de zorgsector uitvoerig beschreven in
bijvoorbeeld de Zorgnota's en de Arbeidsmarktrapportages van de Zorg- en Welzijnssector. Ook
verschijnt jaarlijks het prognosemodel Regiomarge dat in opdracht van werkgevers, werknemers
en VWS geprognosticeerde tekorten in beeld brengt op basis van groeiramingen van de zorg.
Instellingen dienen zelf, net zoals andere bedrijven dat doen, deze toekomstige ontwikkelingen
mee te nemen in de planning van interne opleidingen.
6.
Wat gaat u ondernemen, nu blijkt dat ondanks alle inspanningen om operatiekamers ten volle te
benutten er weinig verbetering te constateren is?
6.
Zoals in vraag 2 beantwoord zijn er veel verbeteringen op de arbeidsmarkt van de zorg te
constateren. De in het artikel geschetste knelpunten zijn aspecten van personeelsplanning
waarvoor werkgevers primair verantwoordelijk zijn.
7.
Wat is uw reactie op de bewering van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) dat
het behandelen van meer patiënten niet langer door de overheid extra wordt beloond?
7.
De NVZ Vereniging van ziekenhuizen heeft in haar jaarverslag over 2002 gesteld dat de
wachtlijsten weer op zouden kunnen lopen als gevolg van afschaffen van de beleidsregel
wachtlijsten voor ziekenhuizen. Deze beleidsregel maakte het mogelijk dat zorgverzekeraars en
zorgaanbieders afspraken maakten over toeslag voor extra productie. Het afschaffen van deze
beleidsregel heeft plaatsgevonden in samenhang met enkele andere financiële maatregelen die
juist een productieverhogend effect nastreven. Het geïsoleerd presenteren van afschaffen van
genoemde beleidsregel geeft dus een vertekend beeld. Tot slot verwijs ik naar de beantwoording
van de vragen van het Kamerlid Arib (2010314070) hierover.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport