NEDAFVALONDERNEMING

Ongefundeerde verdachtmakingen van afvalsector

Tijdens een uitzending van NOVA spraken de Tweede Kamerleden Koopmans (CDA) en Samsom (PvdA) over fraude in de afvalsector. Afvalinzamelaars zouden exportvergunningen met voeten treden en ongebreideld afval exporte-ren naar Duitsland.
Aan de vooravond van het vandaag te houden kamerdebat over het afvalbeleid uitten enkele Kamerleden ongefundeerde en ernstige beschuldigingen rich-ting de afvalsector. Er zouden illegale afvaltransporten plaatsvinden, er zou sprake zijn van ontwijkgedrag en de Nederlandse stortbelasting zou worden ontdoken. Kortom, er zouden allerlei aanwijzingen zijn dat er in de afvalsector wordt gefraudeerd. De Vereniging Nederlandse Afvalondernemin-gen constateert hierbij dat de beschuldigingen niet met feiten zijn onder-bouwd. Een gedeelte van het Nederlandse bedrijfs-, grof huishoudelijk en bouw- en sloopafval wordt naar Duitsland geëxporteerd, omdat daar meer afval kan worden hergebruikt of nuttig kan worden toegepast. Het is de Duitse over-heid die bepaalt of een afvalstof, in het kader van de Europese verorde-ning die de overbrenging van afvalstoffen regelt (EVOA), in Duitsland nut-tig kan worden toegepast dan wel kan worden hergebruikt. Op basis daarvan vindt de toetsing plaats of kan worden geëxporteerd. Tegen de export van bedrijfsafval bestaan geen bezwaren, omdat met het oog op de Nederlandse voorkeursvolgorde voor de verwerking van afval bedrijfsafval beter in Duitsland nuttig kan worden toegepast dan dat het in ons land moet worden gestort. Verder is van belang dat door de toegenomen export van bedrijfs-afval voor nuttige toepassing in de Nederlandse afvalverbrandingsinstalla-ties ruimte is ontstaan om meer huishoudelijk afval te verbranden, dat voordien in Nederland moest worden gestort omdat de verbrandingscapaciteit ontoereikend was. Het bedrijfsleven levert daarmee een belangrijke bijdra-ge aan de doelstelling in het beleid om het storten van brandbare afval-stoffen zo veel mogelijk tegen te gaan.
Het spreekt voor zich dat de afvalsector van mening is dat bedrijven zich dienen te houden aan regels en vergunningen en dat gebeurt ook. In de af-valsector wordt op een professionele wijze gewerkt en zijn allerlei proce-dures ontwikkeld die dat waarborgen. De Vereniging Nederlandse Afvalonder-nemingen wacht daarom ook met vertrouwen de resultaten af van het onder-zoek dat de VROM-inspectie uitvoert naar dit onderwerp. Overigens is al eerder door de VROM-inspectie een dergelijk onderzoek gedaan, waaruit bleek dat de regels bij export niet zijn overtreden. Indien een bedrijf de regels overtreedt, dan zal er uiteraard dienen te worden gehandhaafd. Pas na afronding van het VROM-onderzoek en het bekend worden van de feiten kunnen gefundeerde conclusies worden getrokken.