Ministerie van Defensie
---
Brieven aan de Kamer
---
Stand van zaken projecten Boxer en Fennek
03-09-2003
Hierbij reageer ik op uw verzoek van 28 augustus jl. (uw kenmerk
33-def-2003) om een stand van zaken brief over de projecten groot
pantserwielvoertuig (Boxer) en licht verkennings- en bewakingsvoertuig
(Fennek).
Project groot pantserwielvoertuig (Boxer)
Het Verenigd Koninkrijk heeft op 17 juli jl. bekend gemaakt zich zo
spoedig mogelijk uit het ontwikkelingsprogramma van het groot
pantserwielvoertuig Boxer terug te trekken en is voornemens dit binnen
zes maanden te effectueren. Over dat laatste aspect wordt nog tussen
betrokken partijen onderhandeld. Zoals ik op 27 augustus in antwoorden
op Kamervragen over de Boxer heb gesteld, is het Britse besluit
genomen op basis van een Strategic Defence Review waarin naast de
bestaande zware en lichte eenheden van brigadegrootte eveneens een
behoefte aan middelzware eenheden voor de Britse landmacht wordt
onderkend. Deze eenheden, die snel moeten kunnen worden ontplooid en
die daartoe onder andere met C130-Hercules vliegtuigen
luchttransportabel dienen te zijn, worden met lichter bepantserde
voertuigen dan de Boxer uitgerust. Het Verenigd Koninkrijk wil deze
nieuwe behoefte invullen door een nieuw ontwikkelingsprogramma, het
zogenaamde Future Rapid Effect System (FRES). De eerste
basisvoertuigen daarvan komen op zijn vroegst aan het eind van dit
decennium beschikbaar.
De Nederlandse operationele behoefte
Op grond van recente evaluaties van Nederlandse bijdragen aan
vredesoperaties kan worden geconcludeerd dat de operationele behoefte
van de Koninklijke landmacht aan gepantserde voertuigen voor
ondersteunende taken, die in het gehele geweldsspectrum kunnen
opereren, nog steeds valide is. Nederland heeft thans geen behoefte
om, net als het Verenigd Koninkrijk, te beschikken over separate
lichte, middelzware alsmede zware eenheden. Hiervoor bestaat geen
dwingende operationele noodzaak en ontbreken bovendien de financiële
middelen. Wat het groot pantserwielvoertuig Boxer betreft, hierover
meldde ik in mijn brief van 27 augustus dat op basis van de gestelde
eisen op het gebied van bescherming, mobiliteit en laadvermogen thans
geen alternatieven voor dit voertuig voorhanden zijn. Het tijdschema
van de Boxer voorziet op afzienbare termijn in de vervanging van de
huidige pantservoertuigen van het type YPR en M577, die voor
ondersteunende taken worden gebruikt en die inmiddels het eind van hun
levensduur hebben bereikt.
Overigens kan de Boxer wel met een Airbus A-400 transportvliegtuig
worden verplaatst, maar dit was voor Nederland geen eis. De
verplaatsing van manoeuvre-eenheden van bataljonsgrootte (ongeveer 50
gepantserde voertuigen alsmede ondersteunende voertuigen, voorraden en
personeel) naar een operatiegebied door de lucht is zeer omslachtig en
vereist een aantal transportvliegtuigen dat de Nederlandse
mogelijkheden te boven gaat. Dit argument geldt overigens ook voor een
groot aantal andere landen.
Voortzetting van het Boxer-project
Over de voortzetting van het Boxer-project hebben thans besprekingen
plaats met Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, OCCAR en het
industriële consortium ARTEC. Deze besprekingen beogen in de eerste
plaats overeenstemming te bereiken over de wijze van terugtreding van
het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast wordt vooral met Duitsland
gesproken over de mogelijkheden het project na de ontwikkelingsfase op
binationale basis voort te zetten. In dit verband wordt onder andere
over de toekomstige projectorganisatie gesproken. Gezien de
complexiteit van de materie zal op zijn vroegst eind 2003 duidelijk
worden wat de gevolgen van het Britse besluit zijn en onder welke
voorwaarden het project bilateraal kan worden gecontinueerd. Zoals ik
in mijn brief van 27 augustus heb gemeld, zal ik deze inzichten
betrekken bij mijn besluit over de voortzetting van dit project,
waarover ik u vanzelfsprekend zal informeren.
Project licht verkennings- en bewakingsvoertuig (Fennek)
Op 2 juli 2003 heeft in Duitsland de officiële overdracht van het
eerste serievoertuig van de Fennek plaatsgehad. Dit voertuig,
inclusief het daarvan afgeleide klein pantserwielvoertuig, wordt
geproduceerd door het binationale samenwerkingsverband ARGE, bestaande
uit Krauss Maffei Wegmann (KMW) en SP Aerospace & Vehicle systems.
Beide firmas bereiden zich thans voor op de serieproductie. Mede door
problemen bij de toeleverancier van de romp, RDM Technology B.V.,
ondervindt SP Aerospace & Vehicle systems hierbij problemen die
mogelijk tot gevolg hebben dat dit jaar minder dan de geplande acht
voertuigen worden geleverd. Omdat de besprekingen over mogelijke
oplossingen nog niet zijn beëindigd, is nog niet helder wat hiervan de
uiteindelijke gevolgen zullen zijn. Zoals ik in de vierde
jaarrapportage over het project vervanging pantservoertuigen van 2 mei
2003 heb gesteld, zijn duidelijke afspraken gemaakt over de
werkverdeling tussen KMW en SP Aerospace & Vehicle systems, waardoor
risicos voor de overheden van het mogelijk uitvallen van één van de
betrokken firmas worden beperkt. Zowel in Duitsland als in Nederland
is men in staat een compleet voertuig te bouwen. Zodra er meer bekend
is over eventuele gevolgen hiervan of indien de situatie daartoe
anderszins aanleiding geeft, zal ik u daarover informeren.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE