Ministerie van Algemene Zaken

Speech van de minister-president van Nederland, mr. dr. Jan Peter Balkenende,

American Enterprise Institute, Washington, 2 September 2003

Dames en heren,

Het doet me veel plezier vandaag in uw midden te zijn. Ik stel het op prijs dat u aan de uitnodiging van het American Enterprise Institute gehoor heeft gegeven. Bijzonder blij ben ik ook met mijn twee co-referenten: Gregory Mankiw en Glenn Hubbard. Ik verheug me op onze gedachtewisseling over een onderwerp dat ons allemaal sterk bezighoudt: de inspanningen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan om de economie structureel te versterken.

Amerikaanse burgers zien de economie steeds meer als het belangrijkste vraagstuk, zo blijkt uit opiniepeilingen. Ook in Europa maken mensen zich grote zorgen over hun baan, hun inkomen en hun pensioen.

Wat is er toch aan de hand in Europa? Wie de Amerikaanse kranten leest ­ en dat doet u allemaal - moet zich dat wel afvragen. Terwijl de Amerikaanse economie weer in beweging komt, lijkt de Europese economie vooral aanleiding te geven tot bezorgde berichten. Stagnatie in Frankrijk, achteruitgang in Duitsland en Italië, recessie in Nederland.

Het gaat om meer dan conjuncturele problemen. Waar het Europa aan ontbreekt is voldoende concurrerend vermogen. Daardoor kost het Europa moeite aan te haken bij een herstel van de wereldeconomie.

`Europe faces tough choices', schreef William Pfaff onlangs in the International Herald Tribune. Ik denk echter dat er al veel `tough choices' zijn gemaakt. De echte uitdaging voor Europa is nu de gemaakte keuzes ook daadkrachtig te implementeren.

Drieëneenhalf jaar geleden hebben de 15 lidstaten van de Europese Unie in Lissabon samen een strategie vastgesteld om de Unie concurrerender en dynamischer te maken. Daarbij gaat het onder meer om onderwijsprestaties, uitgaven aan onderzoek en arbeidsproductiviteit. Maar ook om zaken als de werking van de arbeidsmarkt. Die strategie is niet vrijblijvend. De Europese Commissie houdt nauwkeurig bij hoe de afzonderlijke lidstaten scoren op de zaken die zijn afgesproken.

---




Om een voorbeeld te noemen: Franse treinmachinisten en postbodes zijn gewend op hun 50ste met pensioen te gaan, met behoud van salaris. Voor veel Duitse werklozen loont het niet om aan de slag te gaan, omdat hun werkloosheidsuitkering hoger is dan wat ze in hun nieuwe baan kunnen verdienen. Frankrijk en Duitsland hebben nu een begin gemaakt met hervormingen van de pensioenen en de sociale zekerheid om aan dit soort zaken een einde te maken.

Europa werkt dus aan structurele versterking van de economie. Tegelijkertijd kiezen we ook voor uitbreiding van de Europese Unie. Volgend jaar treden tien landen uit Midden- en Oost- Europa toe. Daarmee groeit het aantal inwoners van de EU tot 450 miljoen.

Het is nauwelijks voorstelbaar welke enorme omslag zich in korte tijd in de voormalige Oostbloklanden heeft afgespeeld. Om een voorbeeld te noemen. Wie twaalf jaar geleden in Hongarije een eenvoudige telefoonaansluiting wilde, kwam op een wachtlijst te staan. Gemiddelde wachttijd: tien jaar. Nu is een stad als Boedapest toonaangevend op het gebied van optische technologie en kiezen bedrijven als General Electric en Samsung ervoor hun Europese activiteiten in Boedapest te concentreren.

Binnen het groeiende Europa dat werkt aan structurele verbeteringen, streeft Nederland ernaar een koppositie in te nemen.

Nederland heeft een aantal sterke punten. We zijn een grote economie; in omvang de vijftiende van de wereld. We zijn ook een bijzonder open economie. De Nederlanders zijn de economische zeemeeuwen van de wereld. We zitten overal. Hier in de Verenigde Staten behoren we tot de top drie van buitenlandse investeerders. We zijn in Mexico sterk vertegenwoordigd, maar ook in bijvoorbeeld Midden- en Oost-Europa.

En u weet ook ons land te vinden. De VS is veruit de grootste investeerder in Nederland. Amerikaanse ondernemingen worden aangetrokken door de internationale atmosfeer (vrijwel iedereen in Nederland spreekt Engels), door de goede ICT-infrastructuur, het opleidingsniveau van werknemers, het gunstige fiscale klimaat. En door onze ligging natuurlijk. Nederland is in alle opzichten een uitstekende plek om `in te loggen' op de Europese markt.

---




Belangrijkste uitdaging voor Nederland is versterking van het concurrentievermogen. Sinds 1997 zijn de loonkosten sterk gestegen, terwijl het innovatief vermogen achterblijft. Daardoor is Nederland duurder geworden dan andere landen.

Veel hoofdbrekens daarbij kost de zogenoemde `Nederlandse paradox'. Er is in Nederland bijzonder veel hoogwaardige kennis aanwezig. We hebben topuniversiteiten en toponderzoekers. Maar die kennis leidt in een aantal sectoren onvoldoende tot nieuwe producten en diensten. Kennis `stroomt' onvoldoende tussen universiteiten, researchinstellingen en bedrijven. En dat remt de groei van de arbeidsproductiviteit. Overigens zijn er ook voorbeelden waar het wel goed gaat, zoals de agri-business.

De regering van Nederland zet zich in om de concurrentiepositie krachtig te verbeteren en niet een `zachte heelmeester' te zijn.

In Nederland hebben we onder meer gekozen voor de oprichting van een Innovatieplatform onder mijn leiding, dat einde deze week van start gaat. Daarin zitten mensen die hun sporen hebben verdiend in de wetenschap, de top van het bedrijfsleven en het onderwijs. Zij moeten met creatieve, nieuwe ideeën komen om de innovatiekracht van Nederland te versterken. Die ideeën mogen best tegen de heersende cultuur ingaan. Vanzelfsprekend neem ik gráág ideeën mee die hier vanmiddag opkomen.

Volle aandacht voor innovatie is niet de enige keuze die de Nederlandse regering heeft gemaakt. Daarnaast gaan we door met het flexibeler maken van onze arbeidsmarkt. Nederland is daarmee eerder begonnen dan andere Europese landen, zoals Frankrijk en Duitsland. Maar dat proces is ook bij ons nog lang niet afgerond. Zo heeft Nederland bijna een miljoen mensen die geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Dat is zo'n 13% procent van onze beroepsbevolking.

Verder kiest de Nederlandse regering voor ingrepen in `public spending' op een schaal die in Nederland nog niet eerder is vertoond. Het Europese Stabiliteitspact schrijft onder andere voor dat tekorten op de begroting binnen een feitelijke grens van 3% van het BBP moeten blijven en dat de tekorten structureel `close to balance' moeten zijn. Nederland dreigt daar bovenuit te komen. Maar dat is niet de enige reden voor de ingrepen.
---



Er is nog een andere reden. Dat is de vergrijzing van de bevolking, die al de komende tien jaar tot grote extra kosten gaat leiden. We mogen onze huidige financiële problemen dan ook onder geen beding doorschuiven naar de komende generatie.

Nederland kiest voor een structurele, duurzame verbetering van de economie. En dus niet voor een Keynesiaanse stimuleringspolitiek. Die les hebben we getrokken uit de jaren '80, toen het Nederland meer dan tien jaar kostte om orde op zaken te stellen.

De ruimte voor Nederland om op grote schaal belastingen te verlagen is uiterst beperkt, omdat dat de tekorten verder zou opjagen. Die weg naar grootschalige belastingverlaging is hier in de Verenigde Staten wel ingeslagen om de economie te stimuleren.

Een bekende uitspraak van Glenn Hubbard is: "A good economy leads to a good budget situation, not the other way around". Daar zit iets in. De vraag is wel hoever je als overheid kunt gaan met het stimuleren van de economie zonder voldoende financiële dekking. De prijs van een snel oplopend budget deficit zou kunnen zijn dat het vertrouwen in het totale financieel-economische systeem onder druk komt te staan. Met alle risico's van dien voor de huidige en de komende generatie. Binnen de Europese Unie maakt Nederland zich dan ook sterk voor handhaving van de afspraken van het Stabiliteitspact.

Het komt er op aan de juiste balans te vinden tussen het op orde brengen van de overheidshuishouding en het doen van gerichte investeringen. Dat proberen wij in Nederland te doen in het budget voor de periode 2004-2007.

Dat vinden van de juiste balans geldt ook voor de verhouding tussen individuele en collectieve verantwoordelijkheid. In de VS wordt traditioneel het accent gelegd op de eigen verantwoordelijkheid van het individu. Sommigen denken dat men in Europa het liefst alles collectief zou regelen. Dat beeld klopt niet. Ook bij ons worden mensen geprikkeld om zelf initiatief te nemen. Om ondernemend te zijn. Hun eigen boontjes te doppen.

Mensen aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid is een kernpunt voor de Nederlandse regering. Maar daarbij willen we niet doorschieten naar een `survival of the fittest'. De overheid is óók een schild voor de zwakken en ervoor verantwoordelijkheid dat de
---


samenleving niet in brokken uit elkaar valt. Naar mijn overtuiging heeft de overheid een

belangrijke rol bij het versterken van `The spirit of community', om de titel van een bekend boek van Amitai Etzioni te gebruiken.

Dames en heren,
Flexibilisering van de arbeidsmarkt, budgettaire beheersing, hervorming van het sociale stelstel, versterking van het innovatieklimaat. En dat binnen het kader van een groeiende Europese Unie. Dat is de manier waarop Nederland structureel economisch herstel wil bereiken.

De Verenigde Staten en de Europese Unie zijn de twee belangrijkste handelsblokken ter wereld. En we hebben alleen daarom al een bijzondere verantwoordelijkheid om ook mondiaal het uiterste te doen om goede voorwaarden te scheppen voor economische groei.

Ik denk bijvoorbeeld aan corporate governance. Vertrouwen in de degelijkheid van de cijfers is van cruciaal belang. Kijk maar naar de enorme negatieve impact van de corporate scandals bij Enron, Worldcom, Tyco en Ahold. Daar worden we aan beide zijden van de Atlantische Oceaan door geraakt. Vandaar dat we de normen voor financiële verslaglegging dichter bij elkaar moeten brengen.

Verder ben ik blij dat we op het gebied van liberalisering van de wereldhandel een belangrijke stap hebben gezet door het principe-akkoord tussen VS en EU over de landbouw. Er is een spreekwoord dat zegt: "when you find yourself in a deep hole, the first thing you should do is stop digging". We zijn weliswaar gestopt met graven, maar dat is nog maar een begin. We moeten het bereikte momentum nu gebruiken tijdens de WTO-Conferentie volgende week in Cancún.

In tijden van economische tegenwind dreigt de steun voor handelsliberalisering in eigen huis wel eens te verminderen. Daar moeten we ons tegen wapenen, want op langere termijn brengen we met protectionisme onze eigen belangen juist in gevaar.

Dames en heren, ik heb in mijn introductie veel zaken aangeroerd die ons in Nederland en Europa sterk bezighouden. Ik zou ze willen samenvatten in drie kernvragen voor de discussie.


---


· Wat zijn cruciale factoren bij het versterken van het innovatievermogen? · Hoe kun je een balans vinden tussen beperking van het overheidstekort en het geven van positieve prikkels aan de economie? · Hoe kunnen de Verenigde Staten en Europa als twee grootste handelsblokken samen een beter klimaat scheppen voor economisch herstel op wereldschaal?


---