Antwoorden op kamervragen van het kamerlid mevrouw Van Velzen over het niet naleven van
de wetgeving over proefdieren. (2020315500)
---
Is het waar dat de Europese Commissie Nederland tot de orde heeft geroepen over de wetgeving
over proefdieren? 1)
---
De Europese Commissie heeft aangekondigd een inbreukprocedure te starten inzake het niet
(tijdig) gevolg geven aan de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap-
pen van 16 januari 2003 (Hofzaak C-205/01). Een officieel met redenen omkleed advies heeft
mij nog niet bereikt.
---
Kunt u exact toelichten aan wat voor regelgeving Nederland niet voldoet volgens de Europese
Commissie?
---
Het betreft richtlijn 86/609/EEG van de Raad van 24 november 1986 inzake de onderlinge aan-
passing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten betreffende de be-
scherming van dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden
gebruikt.
Volgens de uitspraak van het Europese Hof is Nederland de krachtens die richtlijn op hem rus-
tende verplichtingen niet nagekomen door niet alle maatregelen te treffen die nodig zijn ter cor-
recte omzetting van de artikelen 11 en 22, lid 1.
---
Zijn u gevallen bekend van overbodige proefdiertesten die moesten worden uitgevoerd omdat de
gegevens van testen met proefdieren uit andere lidstaten niet erkend zijn? Zo ja, welke? Deelt u
de mening dat dit niet nodig zou moeten zijn?
---
Zoals in het verweer voor het Europese Hof aangegeven, was Nederland van mening dat aan de
eis van artikel 22, lid 1, van de richtlijn werd voldaan door het reeds in de Wet op de dierproe-
ven liggende verbod op het doen van dierproeven indien er alternatieven voorhanden zijn. De
resultaten van onderzoek in andere lidstaten zijn alternatieven en worden als zodanig meegewo-
gen in de beslissingen. Er zijn, voor zover mij bekend, geen overbodige dierproeven uitgevoerd.
Natuurlijk deel ik de mening dat een overbodige dierproef niet dient plaats te vinden.
---
Hoe komt het dat Nederland (nog) niet voldoet aan de Europese richtlijnen op dit terrein?
---
Zoals gezegd was Nederland van mening dat het de Europese richtlijn volledig had geïmplemen-
teerd. In Nederland was al bijna 10 jaar voor de totstandkoming van de Europese richtlijn een
wet voor de bescherming van proefdieren (Wet op de dierproeven) in het leven geroepen. Toen
de Europese richtlijn werd aangenomen is gekeken waar de Nederlandse wet- en regelgeving
aangepast moest worden. Er werd toen geconcludeerd dat op de door het Europese Hof ge-
noemde punten het bestaande wettelijk stelsel reeds voldeed. Naar de mening van de Neder-
landse regering werd het door de artikelen 11 en 22, lid 1 van Richtlijn 86/609 gestelde doel
---
reeds bereikt door middel van respectievelijk artikel 10a en artikel 10, lid 1, sub a, van de Wet
op de dierproeven, zodat expliciete omzetting in nationaal recht niet nodig was.
---
Bent u bereid om zo snel mogelijk alsnog te voldoen aan de uitspraak van het EU-hof uit januari
2003? Zo neen, waarom niet?
---
Natuurlijk ben ik bereid om gevolg te geven aan de uitspraak van het EU-Hof. Ik heb dit in april
al laten weten aan de Europese Commissie. Tevens heb ik de Commissie toen laten weten dat
onderzoek had uitgewezen dat dit via een wetswijziging zou moeten gebeuren, waardoor het
traject wat tijd vraagt. Daarnaast heeft uit zorgvuldigheidsoverweging ambtelijk overleg met de
Commissie over het concept wetsvoorstel plaats gevonden om ervoor te zorgen dat de Com-
missie zich zou kunnen verenigen met de uiteindelijke wetswijziging. Deze inhoudelijke afstem-
ming heeft helaas het wetgevingstraject wat vertraagd.
Een wetswijziging kost nu eenmaal een bepaalde hoeveelheid tijd en ik hoop dat alle betrokke-
nen zich met mij zullen inspannen om de wet zo spoedig mogelijk gewijzigd te krijgen. Het
wetsvoorstel is inmiddels door de Ministerraad aanvaard en ter advisering aan de Raad van Sta-
te voorgelegd met het verzoek om een spoedbehandeling van de op het voorstel betrekking heb-
bende adviesaanvraag.
1) Utrechts Nieuwsblad, 17 juli jl.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport