Ministerie van Justitie


http://www.justitie.nl

MIN JUST: Toespraak minister Donner over nachtdetentie jeugd

TOESPRAAK CONFERENTIE NACHTDETENTIE
D.D. 2 SEPTEMBER 2003 te UTRECHT
NACHTDETENTIE, GEEN RECHT MAAR EEN GUNST

Het is verheugend u in zo grote getale te zien bij de landelijke start van de invoering van nachtdetentie bij voorlopige hechtenis. Ik ervaar dat als be-moedigende belangstelling voor de problematiek van de jeugdcriminaliteit en de antwoorden die we daar voor trachten te ontwikkelen. Want wat nachtdetentie wordt genoemd is de jongste vrucht van het voortdurend zoeken naar nieuwe oplossingen voor dat vraagstuk. Hoe kunnen we jeug-dige criminelen effectief aanpakken en bestraffen zonder tegelijkertijd hun kansen en perspectief in de toekomst te verminderen. Want als dat niet lukt dreigen we in een vicieuze cirkel terecht te komen. Dan dreigen de middelen waarmee we jongeren bij de les willen houden, ze van de les af te halen. De kans dat ze daardoor tot steeds erger criminaliteit vervallen, wordt dan alleen maar groter.

Het moet mij wel van het hart dat de term nachtdetentie gekozen lijkt te zijn om het project te laten mislukken. Het is als aanduiding bijna even ongelukkig als bij voorbeeld de naam Betuwelijn. Die naam roept het beeld op van boomgaarden en een landschap met vrolijke Flipjes Tiel, die doorsneden wordt door een lelijke rechte spoorlijn. Wat dat betreft zou het A12-lijntje vermoedelijk de weerstand al aanmerkelijk hebben verminderd. Nog beter zou zijn geweest: multifunctionele nooddijk voor hoogwater in het rivierengebied. Evenzo wekt de term nachtdetentie verkeerde associa-ties. Ik erken, onder deskundigen is het inmiddels een gangbare term. Maar bij buitenstaanders roept het een verkeerd beeld op; het beeld op van jeugdige criminelen die we overdag hun gang laten gaan, om ze 's nachts onderdak te bieden, waarna ze des ochtends weer over de stad en de buurt uitzwermen. Een beetje zoals het instituut van Fagin in Oliver Twist.

Voorlopige hechtenis met studieverlof zou beter zijn om de achterdocht bij burgers weg te nemen, of voorlopige hechtenis met ruimte voor school. Nachtdetentie is immers volledig verblijf in een gesloten inrichting, tussen de muren, met dagelijks werk- of studieverlof. Dat laatste onder toezicht en onder strikte voorwaarden. Met andere woorden: je zit vast en je moet naar school of werk.

Het gaat bij nachtdetentie om jeugdigen. Jeugd; schrijvers en dichters kunnen er lyrisch over doen. In de politiek oogt jeugd vaak anders. Men zegt dat de jeugd de toekomst heeft en ouderdom gepaard gaat aan gebre-ken, maar als u het overheidsbeleid ziet dan lijkt het eerder omgekeerd: de jeugd gaat gepaard aan gebreken en vergrijzing is de toekomst. Het is een vertekend beeld. In alle tijden gaat het grootste deel van de jeugd zijn weg naar volwassenheid zonder problemen en klagen ouderen dat in hun jeugd alles anders en beter was. Dat is nu niet anders. Een deel van de jeugd levert echter problemen op bij het opgroeien en een klein deel ver-toont wangedrag, of zelfs al crimineel gedrag waarvan we moeten aanne-men dat het niet vanzelf overgaat. De jeugdcriminaliteit verhardt zich bo-vendien. Het komt vroeger voor, er komt meer geweld bij kijken en het aandeel van meisjes groeit.

Het is vermoedelijk slechts een symptoom van problemen die we meer al-gemeen hebben als samenleving en die zich bij de jeugd uitvergroten. De verklaringen lopen uiteen van voedselkwaliteit tot opvoedingsstijl en van genetische aanleg tot maatschappelijke ontzuiling. Nu is een wetenschap-pelijk verantwoorde verklaring nooit weg, maar als minister van Justitie heb ik graag praktische oplossingen. Want de problemen bij de jeugd ver-gen onze volle aandacht. Het kabinet neemt de problemen met en rond de jeugd ook serieus. Het regeerakkoord besteedt er speciale aandacht in het regeerakkoord. Dat blijkt ook uit de programma's 'Naar een veiliger sa-menleving' en 'Jeugd terecht'. Eén van de speerpunten van dat laatste pro-gramma is het ontwikkelen van een effectief strafrechtelijk instrumentari-um. Experimenten met de aanpak van jongeren, zoals de Glen Mills School en Den Engh, passen daarin. Nachtdetentie bij voorlopige hechtenis is één van de eerste, concrete resultaten. Het is een aantal jaren geleden vanuit de praktijk ontstaan. Mevrouw Edelhauser die als jeugdofficier die bij één van de experimenten betrokken was, zal daar op ingaan.

Inmiddels is er wel een aantal zaken duidelijk rond wangedrag en jeugd-criminaliteit. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat juist dankzij on-derwijs en opleiding jongeren zich later maatschappelijk kunnen ontplooi-en. Binding met school en ook met werk vermindert het risico van afglij-den naar een criminele carrière. Maar ook blijkt dat school of werk vaak ontbreken bij de jongeren die met Justitie in aanraking komen. Daarom is het des te belangrijker dat - als een verdachte jongere wel zo'n vaste dag-besteding heeft - Justitie er dan voor kan zorgen dat school en/of werk gewoon door kunnen gaan.

Nachtdetentie biedt die mogelijkheid. Nachtdetentie is een bijzondere vorm van voorlopige hechtenis. De jongere is nog niet veroordeeld maar zit vast in afwachting van zijn berechting. Desondanks kan de verdachte overdag naar school of naar zijn werk. In Rotterdam en Amsterdam is ge-ëxperimenteerd met nachtdetentie en de resultaten daarvan waren zoda-nig bemoedigend dat besloten is tot landelijke invoering.

Om in aanmerking te komen voor nachtdetentie moet men dus eerst in aanmerking komen voor voorlopige hechtenis. Dat wil zeggen dat er vol-daan is aan strikte wettelijke voorwaarden, zoals vlucht- of recidivegevaar. Zijn die criteria niet of niet langer van toepassing voorwaarden dan wordt de voorlopige hechtenis geschorst gelden en komt de verdachte vrij; dan is er ook geen nachtdetentie.

Een voor de hand liggende vraag is, waarom jongeren die overdag nog wel vrij naar school of werk kunnen gaan dan niet geheel uit voorlopige hech-tenis ontslagen kunnen worden. Dat is een foute conclusie. Het gaat om een categorie verdachten die in alle opzichten aan de criteria voor voorlo-pige hechtenis voldoet. Ze horen vast te zitten, maar het blijkt dat met goede afspraken en strikte controle zij wel naar school of werk kunnen gaan.

In de praktijk komt het op het volgende neer. Uitgangspunt bij nachtde-tentie is 24/7 (twentyfour/seven): verblijf in een justitiële opvanginrichting gedurende 24 uur per dag, 7 dagen per week. Alleen op de momenten dat hij naar school of werk gaat, verblijft hij buiten de inrichting. Een jongere die spijbelt, die zijn huiswerk niet maakt en bij wie het er niet op lijkt dat hij zijn gedrag zal veranderen, komt niet in aanmerking voor nachtdeten-tie. Degenen die wel in aanmerking komen voor nachtdetentie, onderteke-nen een contract. Daarin staan afspraken over onder meer aanwezigheid tijdens de lessen, het niet plegen van strafbare feiten en dagelijkse inspec-tie op contrabande. Het niet nakomen van het contract kan leiden tot overplaatsing naar de gewone voorlopige hechtenis. Nachtdetentie is daarom geen recht maar een gunst.

Gesteld wordt wel dat nachtdetentie extra risico's zou kunnen opleveren in vergelijking met de gewone voorlopige hechtenis. Betrokkenen zouden zich makkelijker aan hun hechtenis kunnen onttrekken als ze op school of op werk zijn. Ook is men wel bang dat omwonenden last zouden hebben. In theorie is dat uiteraard mogelijk, maar de kans dat deze groep jongeren in de omgeving van de inrichting of van de school 'rottigheid' uithalen is klein. In de eerste plaats worden er voorzorgsmaatregelen getroffen om dit risico zo beperkt mogelijk te houden. Zo worden jongeren in principe naar school of werk gebracht en gehaald. Verder mogen ze het terrein van de school of het werk niet verlaten. De daginstelling - de school of werkgever
- houdt daar toezicht op. Bovendien komen er strikte afspraken met de jongeren met duidelijke consequenties bij niet-naleving. Er is voortdurend controle. Als de regels niet worden nageleefd, volgt onmiddellijk een reac-tie en mag de jongere overdag niet meer naar school of werk. Ze hebben dus heel wat te verliezen en uit de experimenten in Rotterdam en Amster-dam blijkt dat ze dit ook beseffen.

Dat alles vereist nauwe samenwerking tussen alle partijen. Ik ga er vanuit dat u het grote belang daarvan onderkent. Er is wel een zogeheten 'lande-lijk beleidskader' voor nachtdetentie zodat overal dezelfde uitgangspunten gehanteerd worden. Nadere, concrete uitwerking per regio is echter nood-zakelijk en daarbij moeten de partners in de regio zorgvuldige afspraken maken. Nachtdetentie is immers alleen mogelijk als school en of werk in de buurt liggen van een inrichting. Justitiële jeugdinrichtingen zijn echter geografisch niet gelijkmatig over Nederland verspreid. Een lange reistijd naar school kan een belemmering vormen om nachtdetentie toe te passen. Ook zijn er minder inrichtingen/afdelingen voor meisjes. Dat kan beteke-nen dat nachtdetentie in bepaalde gevallen niet mogelijk is. Landelijke in-voering betekent dus niet automatisch landelijke dekking.

In de discussie over nachtdetentie is regelmatig voorgesteld om hiervoor speciale, minder beveiligde opvangcapaciteit te realiseren. Dat kan moge-lijk in de toekomst blijken, maar vooralsnog is daar geen aanleiding voor; nogmaals het gaat om gevallen die voorlopige hechtenis rechtvaardigen. Ook is de omvang van de behoefte aan nachtdetentie nog onzeker. Het is ook nog niet duidelijk of de tijdens de experimenten gebleken behoefte in Amsterdam en Rotterdam zonder meer doorgetrokken kan worden naar de rest van het land. Dat is ook de reden waarom niet nu al aparte afdelingen of groepen in opvanginrichtingen worden bestemd voor nachtdetentie. Bij weinig vraag betekent dat leegstand, en dat is onder de huidige capaci-teitsdruk onaanvaardbaar. De praktijk moet dus nog uitwijzen of er aparte groepen of afdelingen moeten komen voor nachtdetentie, en of op termijn, bij nieuwbouw, hiervoor capaciteit moet komen met een apart, lager be-veiligingsniveau. Over de kosten valt daarom ook nog niets te zeggen. Laat duidelijk zijn, dat invoering van deze nieuwe vorm van voorlopige hechte-nis niet is ingegeven door de noodzaak van bezuiniging. De kostprijs van nachtdetentie is vooralsnog dezelfde als voor een reguliere opvangplaats. Of het goedkoper kan komt pas bij de evaluatie in 2004/2005 aan de orde.

Dames en heren.
Ik kom tot een afronding. Nachtdetentie is veelbelovend, maar het vergt nog veel werk en inzet om er een succes van te maken. De opkomst van-daag getuigt van de bereidheid om er de schouders onder te zetten. De ondertekening van het samenwerkingsconvenant tussen de betrokken partners in het arrondissement Rotterdam bewijst dat ook. Een voorbeeld dat ik ter navolging in uw aandacht aanbeveel.

Maar we moeten er ook een succes van maken. De inzet is groot. Voor de betrokken jongere; het gaat om zijn kansen om zich in de toekomst een volwaardige plaats in de samenleving te verwerven. Niet dat ik opleiding zie als een garantie tegen een leven in criminaliteit; te veel van onze cri-minelen blijken goed opgeleid. Opleiding schept echter wel kansen en al-ternatieven om zich te ontrekken aan criminaliteit. Maar ook de inzet voor ons als samenleving is groot. Ieders bijdrage daarin is nodig en niet alleen uit kosten overwegingen
- zij het dat de opbrengst van een actief participe-rende belastingbetaler versus de kosten van een crimineel die regelmatig vastzit niet gering zijn. Waar het echter voor alles om gaat is of we een beter antwoord vinden op toenemend geweld en de criminaliteit in onze samenleving, dan het opsluiten van mensen. In de Economist van vorige week vindt u een ontnuchterende statistiek. In de VS in de afgelopen 30 ja-ren is het aantal personen dat in de gevangenis heeft gezeten verdubbeld: van 1,3% van de bevolking naar 2,7%. Twee op de drie gevangenen wordt binnen drie jaren na zijn gevangenschap opnieuw vastgezet. Van de in 2001 geboren jongens heeft meer dan 1 op de 10 het vooruitzicht om ge-durende zijn leven tenminste eenmaal in de gevangenis te komen. Voor een zwarte jongen is die kans een op de drie.

Als we geen beter antwoord vinden en gevangenschap kunnen voorkomen of tenminste tot iets beters te laten bijdragen, dan zijn we bezig een maat-schappelijk probleem van enorme omvang te scheppen. Dat is de inzet. Ik dank u.

02 sep 03 14:05