Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie

LBR-persbericht

Rotterdam, 2 september 2003

Nederland stuurt racismerapport aan VN Tegenstrijdig: 'bijzonder effectieve' Wet SAMEN wordt afgeschaft

Minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken heeft de Koninkrijksrapportage inzake de Internationale Conventie ter uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (International Convention on the Elimination of All Forms of Racial Discrimination, CERD) aan de Verenigde Naties aangeboden. Nederland levert haar 15e en 16e CERD-rapportage, over de periode 1998-juni 2002, in gecombineerde vorm aan. De 15e rapportage had reeds in januari 2001 aangeboden moeten worden; de combinatie zou aanvankelijk in februari van dit jaar en later in mei verschijnen. Het CERD-comité heeft de Nederlandse regering in het verleden voor de te late indiening op de vingers getikt. Het VN-comité zal het rapport van de Nederlandse regering toetsen. De Nederlandse rapportage zal worden behandeld in de 64e sessie van het CERD-comité, die plaatsvindt van 23 februari tot 12 maart 2004 in Genève.

Naar aanleiding van het vorige rapport uitte het comité kritiek op de situatie in Nederland. Het constateerde destijds dat er nog steeds een groot verschil bestaat in de werkloosheidscijfers voor etnische minderheden en autochtone Nederlanders, dat er te weinig bescherming is tegen discriminatie op de arbeidsmarkt, dat er in het onderwijs plaatselijk sprake is van een feitelijke segregatie en dat de doorstroming van allochtoon personeel bij de politie stagneerde.

Het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) zal het rapport van commentaar voorzien en daarover aan het CERD-comité berichten.

In een voorlopige, eerste reactie, valt het LBR een aantal zaken uit de CERD-rapportage op. Op het gebied van de arbeid is er veel aandacht voor achterstand, maar minder voor de oorzaken van die achterstand en de rol die discriminatie daarbij zou kunnen spelen. Wel is er een beschrijving van onderzoek en activiteiten ter verbetering van de arbeidsmarktpositie van minderheden. Er is weinig aandacht voor discriminatie op de werkvloer; zo ontbreken cijfers over discriminatie bij werving en selectie en over problemen op de werkvloer, terwijl er toch een behoorlijk aantal zaken is aangekaart bij de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) te Utrecht. Opgemerkt wordt voorts dat de Wet SAMEN bijzonder effectief is, terwijl er op dit moment toch serieus sprake van is dat deze wet wordt afgeschaft.

Een ander speerpunt dat genoemd werd door het CERD-comité, naar aanleiding van het vorige rapport, de in- en doorstroom van allochtone werknemers bij de politie, komt nauwelijks aan bod. Dit geldt eveneens voor het thema onderwijs en segregatie, dat ook door het CERD-comité genoemd werd. In de rapportage van de Nederlandse regering staat een aantekening over het belang van scholing van kinderen van twee tot vijf jaar, maar daarbij blijft het. Bij de opsomming van belangrijke rechterlijke uitspraken ontbreken uitspraken van de Commissie Gelijke Behandeling ten enenmale; hoewel de Commissie strikt genomen een semi-rechterlijke instantie is, zou opname van wat uitspraken toch nuttig zijn geweest voor een algehele beeldvorming over discriminatie en juridische bescherming in Nederland.

De rapportage en de aanbiedingsbrief zijn op internet geplaatst, zie respectievelijk: www.minbuza.nl/default.asp?CMS_ITEM=AC17DB0064E54A73B206E4BBF346B85DX3X37296X57&CMS_NOCOOKIES=YES en
www.minbuza.nl/default.asp?CMS_ITEM=B2D6E0EC43D5424882747146E8F20DBAX3X37170X46&CMS_NOCOOKIES=YES

Voor nadere informatie,
LBR (Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie), Jacky Nieuwboer of Jeroen Visser, tel 010-2010201; e-mail info@lbr.nl.