Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek


TNO

TNO: Volendamramp grote invloed op welzijn slachtoffers + klas

EMBARGO TOT VRIJDAG 29 AUGUSTUS 2003 01.00 UUR

Volendamramp heeft even grote invloed op geestelijk welzijn van zowel slachtoffers als van klasgenoten

Eerste onderzoek ter wereld met gegevens van vóór en na een ramp over getroffen jongeren, hun vrienden en een controlegroep

De cafébrand tijdens de nieuwjaarsnacht van 2001 in Volendam heeft grote gevolgen op het geestelijk welzijn van de slachtoffers én hun klasgenoten. Een vergelijking van de onderzoeksresultaten voor en na de ramp laat een sterke toename zien op symptomen als angst, depressie, denk- en concentratieproblemen, agressie en alcoholgebruik. Opvallend is dat deze effecten vrijwel hetzelfde zijn voor slachtoffers en voor hun vrienden en vriendinnen. De resultaten van dit onderzoek benadrukken de noodzaak om actief ook de niet-direct getroffen te betrekken in de zorg na een ramp.

Dit blijkt uit een onderzoek van TNO Preventie en Gezondheid uit Leiden waarbij Volendamse jongeren zowel voor als na de ramp gevraagd werd naar gedrags- en emotionele problemen en het gebruik van alcohol, sigaretten en softdrugs. Voor de ramp deden de leerlingen van het Don Bosco college in Volendam als controlegroep al mee aan een onderzoek van TNO Preventie en Gezondheid naar de effecten van een schoolgezondheidsprogramma. Na de ramp is dit onderzoek in overleg met betrokkenen voortgezet, waardoor unieke onderzoeksgegevens beschikbaar zijn.

Gevolgen voor de Volendamse jongeren
Een vergelijking van de onderzoeksresultaten voor en na de ramp laat een sterke toename zien op symptomen als angst, depressie, denk- en concentratieproblemen, agressie en alcoholgebruik. Opvallend is dat deze effecten vrijwel hetzelfde zijn voor slachtoffers en voor hun vrienden en vriendinnen. De gegevens werden 15 maanden vóór de ramp en vijf maanden na de brand verzameld.

Meisjes, zowel slachtoffers als hun klasgenoten, werden door de ramp vaker angstig en depressief dan jongens. Het toenemende alcoholgebruik is zowel zichtbaar bij jongens als bij meisjes. Deels is deze toename te verklaren door het leeftijdsverschil voor en na de ramp (ca. 1,5 jaar ouder). De toename van alcoholgebruik in deze leeftijdscategorie wordt ook bij jongeren buiten Volendam gezien. De stijging van excessief gebruik van alcohol onder de Volendamse jongeren is echter opvallend. Volendamse jongeren zijn niet meer gaan roken en zijn ook niet meer softdrugs gaan gebruiken dan andere Nederlandse jongeren van dezelfde leeftijd.

Nazorg voor slachtoffers en hun omgeving
De toename van de problemen bij de jongeren in Volendam wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het verlies van klasgenoten, vrienden en broers en zussen en de dagelijkse confrontatie met degenen die overleefden, soms met ernstige misvormingen en handicaps. De resultaten van dit onderzoek benadrukken de noodzaak om actief ook de niet-direct getroffen te betrekken in de zorg na een ramp. Dat geldt zeker als het een hechte groep betreft zoals in Volendam. De nazorg moet dan gericht zijn op angst, depressie, denk- en concentratieproblemen, agressie en alcoholgebruik van slachtoffers en hun vrienden en vriendinnen.

Gevolgen van rampen vaak niet goed geschat
Dit onderzoek is wereldwijd het eerste waarin gegevens van voor en na een ramp beschikbaar zijn over getroffen jongeren en over andere jongeren. In eerder onderzoek werd de mentale toestand van slachtoffers meestal pas na een ramp onderzocht en werd hen daarbij ook gevraagd hoe dat voor de ramp was. De rapportages van jongeren over dat laatste zijn echter sterk beïnvloed door de ramp zelf, en daarmee vertekend. Bovendien veranderen jongeren in deze levensperiode sterk. Dit onderzoek levert veel betrouwbaarder informatie en laat zien dat een ramp inderdaad grote effecten heeft op de mentale toestand van jongeren, vooral op het vlak van angst, depressie, concentratieproblemen en gevoelens van agressie.