Lijst Pim Fortuyn
29 augustus 2003
Overheid onzorgvuldig met wetgeving
De LPF-fractie constateert, dat de overheid te gemakkelijk en
onzorgvuldig met wetgeving omgaat. De overheid wacht vervolgens eerst
af of de burger naar de rechter stapt. Zodra de rechter gesproken
heeft en de burger in het gelijk heeft gesteld, kan de overheid alsnog
de zaak simpel met een wetswijziging rechtzetten en zelfs met
terugwerkende kracht, zo blijkt uit het onderhavige wetsvoorstel voor
de Landinrichtingswet. In sommige gevallen verliest de winnaar alsnog.
Althans zo ziet de LPF-fractie dit in de praktijk gebeuren. De
uitspraak van de rechtbank Groningen maakt volgens de LPF-fractie ook
duidelijk wat de gevolgen zijn als de indiening van een aangekondigd
wetsvoorstel vele jaren op zich laat wachten. De wettelijke taken van
de CLC werden gemandateerd aan de secretaris, vooruitlopend op het
wetsvoorstel, waarin de uitvoerende taken van de CLC zouden worden
overgeheveld naar anderen. De praktijk is nu geworden, dat al vanaf
1996 de secretaris van de CLC in zijn eentje besluiten nam. Dat is dus
nu al 7 jaar het geval. De LPF-fractie vindt dat hier sprake is van
onbehoorlijk en onzorgvuldig overheidsbestuur. Zo kan en mag een
overheid niet omgaan met zijn onderdanen. Hoe lossen we dit op? De
LPF-fractie is van mening, dat in die gevallen, waarin bij betrokkenen
ontevredenheid heerst over de besluiten, die de secretaris van de CLC
de afgelopen jaren in zn eentje heeft genomen, alsnog beoordeeld
wordt of de desbetreffende secretaris het juiste besluit genomen
heeft. Zo neen, dan moet dit besluit herzien worden. Pas dan wordt de
burgers recht gedaan.
De LPF-fractie constateert, dat er tientallen jaren overheen kunnen
gaan, alvorens een in stemming aangenomen ruilverkaveling ook
uitgevoerd is. Dit betekent in veel gevallen, dat op moment van
uitvoering de feitelijke situatie een geheel andere is, dan op het
moment van stemmen. Denk aan bedrijfsbeëindiging, bedrijfsovername,
opvolging in familieverband, overlijden ven belanghebbenden en
gemeentelijke bestemmingsplannen e.d. De LPF-fractie constateert
voorts, dat dit in de praktijk frustraties en belemmeringen oplevert
voor een bevredigende afronding van de ruilverkaveling.
De LPF-fractie dringt er bij de minister op aan te onderzoeken op
welke wijze aan deze onbevredigende gang van zaken een eind gemaakt
kan worden.
(Schriftelijke inbreng Wijziging Landinrichtingswet)