Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Vragen van het lid Atsma (CDA) aan de minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de collectieve verkoop van voetbalrechten.(Ingezonden 1 augustus 2003)
Nummer: 337
Datum: 29-08-2003
1 Hebt u kennis genomen van het persbericht van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) waarin wordt gesteld dat de collectieve verkoop van de rechten van live-voetbalwedstrijden door de Eredivisie NV niet langer wordt toegestaan?
2 Kunt u weergeven welke stappen zijn ondernomen naar aanleiding van de aanvaarde motie Atsma c.s.1 over de verkoop van voetbalrechten? Kunt u berichten wat het standpunt van het kabinet in deze is? Bent u van mening dat op deze wijze de motie-Atsma c.s. wordt uitgevoerd?
3 Is het bekend dat eind juli de Europese Commissie in principe heeft ingestemd met de collectieve verkoop van de voetbalrechten door de clubs in de Duitse Bundesliga 1 en Bundesliga 2? Hoe verhoudt de uitspraak van de NMa zich tot dit voornemen van de Europese Commissie?
4 Bent u bereid er bij de NMa alsnog op aan te dringen het besluit, mede op grond van Europese besluitvorming, in heroverweging te nemen?
5 Zo neen, hoe zal worden voorkomen dat de Nederlandse voetbalcompetitie qua wedstrijdplanning ontaardt in een chaos en slechts een beperkt aantal clubs een tv-vergoeding ontvangt?
---
1 Kamerstuk 28 877, nr. 4.
De Minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst, heeft deze vragen mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport als volgt beantwoord.
1. Ja. Het betrof hier een persbericht van 30 juli 2003 waarin de wnd. directeur-generaal van de NMa aangaf het bezwaarschrift inzake het eerdere besluit van 19 november 2002 ongegrond te verklaren. In dit besluit van 19 november 2002 oordeelde de directeur-generaal van de NMa op de aanvraag om ontheffing dat collectieve verkoop van de uitzendrechten voor live-voetbalwedstrijden in strijd is met het kartelverbod uit de Mededingingswet en verleende de door Eredivisie NV gevraagde ontheffing niet.
2. Zoals reeds aangekondigd in het plenaire debat van 26 juni 2003 over deze kwestie, hebben de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ik op 3 juli een gesprek gehad met een delegatie van de KNVB en Eredivisie NV. Het gesprek ging met name over de gevolgen van de NMa-uitspraak voor de wedstrijdplanning en de gevolgen voor de clubs, twee belangrijke punten uit de genoemde motie-Atsma. De KNVB vreesde dat een goede coördinatie van de wedstrijden in het gedrang zou komen door de NMa-uitspraak. Hierop is van mijn kant aangegeven, dat deze coördinatie gewoon door de KNVB plaats kan vinden. Met de collectieve verkoop van de televisierechten werden de opbrengsten verdeeld over de clubs. De vrees bij de Kamer en bij de KNVB bestond, dat met individuele verkoop deze solidariteit zou verdwijnen. Hierop hebben de staatssecretaris en ik in het gesprek van 3 juli 2003 aangegeven, dat solidariteit het herverdelen van deze inkomsten nog steeds mogelijk is bij individuele verkoop.
In dit gesprek heb ik daarom de KNVB en de clubs opgeroepen snel bij de NMa een voorstel ter bewerkstelliging van deze noodzakelijke solidariteit neer te leggen. Eind juli zouden in een vervolggesprek de uitkomsten van het overleg met de NMa besproken worden.
In de maand juli is op ambtelijk niveau geregeld contact geweest met KNVB, Eredivisie NV en de NMa. Mij is hieruit gebleken, dat er geen enkel concreet voorstel bij de NMa is neergelegd. Een vervolggesprek, leek me daarom niet zinvol, temeer daar de KNVB mij op 29 juli 2003 een brief zond, waarin men aangaf van mening te zijn dat gelet op de recente uitspraken van de Europese Commissie in de UEFA-zaak de NMa het verbod op collectieve verkoop zou moeten opheffen. Hierop heb ik op 30 juli 2003 de KNVB aangeschreven en mijn teleurstelling geuit over het feit dat de KNVB en clubs nog geen voorstel voor een solidariteitsregeling hadden ingediend. Zoals bekend, heeft de NMa per diezelfde datum aangegeven bij haar eerdere standpunt te blijven.
Het feit dat nu nog geen solidariteitsregeling op tafel ligt, valt gelet op de inspanningen van het Kabinet om de KNVB en de clubs hiertoe aan te zetten het Kabinet niet aan te rekenen. Overigens bestaat er bij mij goede hoop, dat de clubs de eigen verantwoordelijkheid voor een goede competitie (sportieve balans) nemen en alsnog een regeling uitwerken. Hierover zijn inmiddels gesprekken met de NMa gaande.
Op het punt wel of geen afzonderlijk afwegingskader voor sport in het mededingingsrecht in de genoemde motie-Atsma, is van de zijde van het Kabinet toegezegd in september met een tussenstand te komen. De verschillende recente mededingingszaken aangaande voetbal op Europees niveau (UEFA, Bundesliga, Premier League) zullen hierbij betrokken worden.
Tot slot riep de Kamer het Kabinet in de motie-Atsma op, om in afwachting van een mededingingsrechtelijke status aparte voor de sport bij de NMa aan te dringen op opschorting van de besluitvorming inzake de televisierechten. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelde in het Kamerdebat reeds, dat de NMa hierin een eigen verantwoordelijkheid heeft en dat de NMa door het Kabinet op de hoogte zal worden gesteld van de gesprekken met de KNVB. Dit is ook gebeurd. Het Kabinet denkt hiermee met inachtneming van ieders verantwoordelijkheden binnen de context van de motie Atsma te hebben gehandeld.
3. Ja. De Europese Commissie heeft slechts een voornemen bekend gemaakt ten aanzien van de voetbalrechten in de Bundesliga 1 en 2. Een uiteindelijk besluit is nog niet genomen en dus is een tekst met de exacte details momenteel nog niet beschikbaar. Op de verhouding van het NMa-besluit tot het Commissie-besluit kan ik dus slechts globaal in gaan. Eén verschil tussen beide zaken springt echter onmiddellijk in het oog: de opzet van de collectieve verkoop.
In de Duitse situatie worden live wedstrijden in twee pakketten verkocht, de Nederlandse ontheffingsaanvraag had betrekking op collectieve verkoop waarbij de rechten als één pakket worden verkocht. Daarnaast hebben Duitse clubs de mogelijkheid om wedstrijden die buiten de collectieve verkoop vallen of niet worden uitgezonden, individueel te
verkopen. Op de verschillen en overeenkomsten tussen de Nederlandse en de Duitse situatie, zal nader ingegaan worden op de reeds toegezegde brief aan de Kamer naar aanleiding van de motie-Atsma. Ook de situatie in Engeland, Italië en Spanje zal hierbij vergeleken worden. Het is van belang een genuanceerd beeld te geven van de verschillen en overeenkomsten tussen de situaties in verschillende lidstaten alsmede de achtergronden van collectieve dan wel individuele verkoop.
4. Nee. De wnd. directeur-generaal van de NMa heeft inmiddels een beslissing op bezwaar genomen in deze zaak, de zaak ligt daarmee niet meer bij de NMa. Mochten de partijen niet kunnen leven met deze beslissing op bezwaar, dan staat de weg van beroep bij de rechtbank Rotterdam en eventueel daarna hoger beroep bij het College van beroep voor het bedrijfsleven open.
5. De wedstrijdplanning is een zaak van de KNVB, zo nodig af te stemmen met de desbetreffende korpsbeheerders uit een oogpunt van openbare orde. Uiteraard staat het de KNVB vrij om met een planning zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de commerciële belangen van clubs en zendgemachtigden. Deze belangen bestaan echter evenzeer bij collectieve verkoop als bij individuele verkoop. Deze belangen echter blijven altijd ondergeschikt aan het publieke belang van de handhaafbaarheid van de openbare orde. De KNVB heeft overigens al een wedstrijdschema voor het seizoen 2003/2004 opgesteld, bijgaand treft u een afschrift hiervan aan.
Naar ik heb begrepen, zijn verreweg de meeste of alle clubs uit de Holland Casino Eredivisie in zee gegaan met Canal+ en ontvangen dit voetbalseizoen een vergoeding voor het uitzenden van (een deel van) hun thuiswedstrijden. Daarnaast heb ik van de KNVB begrepen, dat zowel in de Eredivisie als in de Eerste Divisie afspraken zijn gemaakt over het herverdelen van de opbrengsten uit televisierechten. De exacte inhoud van een dergelijke solidariteitsregeling is mij onbekend, deze herverdeling zal op korte termijn worden toegezonden en nader worden toegelicht door de Eredivisie NV aan de Nma, zo schreef de KNVB mij recentelijk.