Ministerie van Defensie
---
Kamervragen en antwoorden
---
Beantwoording Kamervragen over verarmd uranium in Irak
27-08-2003
Beantwoording vragen van de leden Van Velzen en Karimi over verarmd
uranium in Irak
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de leden Karimi
en Van Velzen over het gebruik van uranium houdende munitie in
Zuid-Irak (respectievelijk 2020315490, d.d. 31 juli 2003 en
2020315570, d.d. 1 augustus 2003).
DE MINISTER VAN DEFENSIE
Bijlage
Antwoorden op de vragen van het lid Karimi over het gebruik van
Depleted Uranium munitie in Zuid-Irak (2020315490, d.d. 31 juli 2003).
1. Heeft u kennisgenomen van het artikel Dutch Parliament and SFIR
Troops are not informed about use of Depleted Uranium in South Iraq
van de onderzoeker Maarten H.J. van den Berg.
Ja.
2. Zijn de verslagen van ooggetuigen en de militairen waar in het
artikel aan gerefereerd wordt, zoals het veldverslag over de
ervaringen van de Derde infanteriedivisie over het gebruik van 25mm DU
(granaten), u bekend? Zo ja, komt deze informatie overeen met de
informatie die u van de Verenigde Staten heeft ontvangen over het
gebruik van DU munitie in Zuid Irak en in de provincie Al Muthanna?
Het genoemde veldverslag is de regering niet bekend.
4. Herinnert u zich uw uitspraak: Wij hebben in kaart gebracht waar
zich verarmd uranium bevindt, zowel in het woestijngebied als in As
Samawah, tijdens het algemeen overleg over de Nederlandse militaire
bijdrage aan de multinationale stabilisatiemacht voor Irak op 25 juni
2003? Hebt u bij deze verkenning informatie gehad over het gebruikte
uranium tijdens de Golfoorlog in 1991?
Zoals gesteld in antwoorden (d.d. 18 juni 2003) op schriftelijke
vragen, was reeds bekend dat in 1991 veel strijd was geleverd in het
woestijngebied in het zuiden van Al-Muthanna. Op basis hiervan zijn
hier enkele risicogebieden aangewezen.
Tijdens de verkenningsmissie is ook aandacht besteed aan de mogelijke
aanwezigheid van verarmd uranium in de provincie Al-Muthanna als
gevolg van gevechtshandelingen tijdens het laatste conflict. De in
eerder genoemde schriftelijke antwoorden vermelde Amerikaanse opgave
dat gedurende het laatste conflict niet geschoten is met verarmd
uranium houdende munitie, is gebaseerd op Amerikaanse mededelingen ter
plaatse aan het verkenningsteam.
Zoals bericht in eerder genoemde antwoorden op Kamervragen zijn,
binnen het Nederlandse contingent voorzorgsmaatregelen getroffen om
zoveel mogelijke risicos uit te sluiten. Deze maatregelen betreffen
instructies om alert te zijn op aanwezigheid van verarmd uranium. In
geval van contact met munitie met verarmd uranium dienen een stofkapje
en handschoenen te worden gedragen, ontsmetting kan worden bereikt
door het wisselen van de kleding, deze te wassen en het reinigen van
de onbedekte huid. Eerder genoemde risicogebieden zullen zoveel
mogelijk worden gemeden.
3. Zo neen, bent u bereid deze informatie te verifiëren bij uw
Amerikaanse collega en de Kamer hierover te informeren?
5. Bent u door de Verenigde Staten volledig geïnformeerd over het
gebruik van verarmd uranium, ook tijdens de recente aanvallen op Irak?
Mede naar aanleiding van uw vragen heb ik bij de Amerikaanse
autoriteiten gevraagd naar een overzicht van het gebruikte verarmd
uranium houdende munitie in de provincie Al-Muthanna. In antwoord
hierop hebben de VS laten weten dat er tijdens de doortocht richting
Bagdad tijdens het laatste conflict slechts lichte, kleinschalige
gevechten zijn geweest op verspreide locaties in de provincie
Al-Muthanna. In een later stadium van het conflict hebben zich nog
schermutselingen voorgedaan bij het innemen van de stad As Samawah
door de 82e Luchtlandingsdivisie. Bij US Central Command wordt thans
een onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van verarmd uranium houdende
munitie in geheel Irak. De resultaten zullen vervolgens ook aan
Nederland worden aangeboden.
Antwoorden op de vragen van het lid Van Velzen over het gebruik van
verarmd uranium houdende munitie in Zuid-Irak (2020315570, d.d. 31
juli 2003).
1. Heeft u, gezien de mogelijk incomplete informatie over het gebruik
van verarmd uranium houdende munitie in Zuid-Irak en de provincie
Al-Muthanna, extra maatregelen getroffen om de momenteel in Irak
verblijvende militairen en het personeel van
hulpverleningsorganisaties tegen mogelijke besmetting te beschermen?
Zo ja, welke aanvullende maatregelen heeft u getroffen? Zo nee, waarom
niet?
2. Bent u, gezien de mogelijk incomplete informatie, nog in staat uw
toezegging na te komen dat de uitgezonden militairen de gebieden waar
verarmd uranium kan liggen zullen mijden?1 Zo ja, op welke wijze? Zo
nee, welke consequenties trekt u daaruit?
Zie het antwoord op vraag 4 van het lid Karimi.
3. Bent u bereid alsnog urine- en/of bloedmonsters af te laten nemen
bij de militairen die nog uitgezonden gaan worden, zodat bij eventuele
gezondheidsproblemen achteraf mogelijk vastgesteld kan worden of er
een relatie is tussen het contact met verarmd uranium of andere
stoffen en het gezondheidsprobleem? Zo nee, waarom niet?
In het algemeen is ten aanzien van gezondheidsklachten waarvan de
oorzaak onbekend is, in het verleden afgesproken dat op uitdrukkelijk
verzoek van de individuele militair een bloedafname voor (en na) de
uitzending kan plaatsvinden. In een individueel contact met de
militair arts wordt uitgelegd wat de (on)mogelijkheden en nadere
regelingen hieromtrent zijn.
Ten aanzien van verarmd uranium is een uitgebreid protocol ontwikkeld,
waar risico-inventarisatie, vermindering van extra blootstelling,
beschermingsmaatregelen, en besmettingsmaatregelen onderdeel van
uitmaken. Na een blootstellingsincident wordt urine afgenomen. Op
basis hiervan (en latere afnames) kan voldoende inzicht worden
verkregen in de mogelijke besmetting. Het is medisch niet zinvol en
juridisch niet mogelijk om zonder meer van alle uitgezonden c.q. uit
te zenden militairen bloed/urine af te nemen.
4. Kunt u aangeven in hoeverre het voor de Nederlandse militairen
mogelijk is om onder de heersende temperaturen de voorgeschreven
maatregelen, zoals het dragen van een stoffilter, na te komen en hoe
de controle hierop plaatsvindt? Welk type stoffilter hebben de
militairen meegekregen en vormt deze een daadwerkelijke bescherming
tegen het inademen van deeltjes verarmd uranium?
Het is ook onder de heersende omstandigheden mogelijk adembescherming
toe te passen door middel van stofkapjes. Het verstrekte stofmasker
voor bescherming tegen DU-stofdeeltjes is het masker van het type P3.
Deze stofkapjes vormen een afdoende bescherming tegen inademing van
uranium houdend stof. De commandanten houden hierop toezicht.
5. Deelt u de mening dat de Britten en de Amerikanen verantwoordelijk
zouden moeten zijn voor het leveren van complete informatie over de
locaties waar verarmd uranium aangetroffen kan worden, alsook voor het
zo spoedig mogelijk opruimen van deze besmette locaties. Zo ja, wat
gaat u doen om de Britse en Amerikaanse autoriteiten deze
verantwoordelijkheid te doen nemen?
Zoals gesteld in antwoord op vraag 5 van het lid Karimi is de VS thans
bezig een compleet overzicht samen te stellen van locaties waar
munitie met verarmd uranium is gebruikt. Op de uitkomsten daarvan loop
ik niet vooruit.
Nieuws