Persberichten
28-8-2003
Schriftelijke vragen D66 over bodemverontreiniging Vogelbuurt
De fractie van D66 heeft de volgende schriftelijke vragen aan het
college van burgemeester en wethouders gesteld.
Bodemverontreiniging: Vogelbuurt mede in relatie met de herinrichting
van de Burgemeesterswijk
Naar aanleiding van een beroep dat enkele bewoners van onder meer de
Vogelbuurt hebben ingesteld inzake de bodemverontreiniging in dit
gebied heeft de Raad van State d.d. 9 juli 2003 hierin uitspraak
gedaan. De Raad van State zegt onder meer in haar uitspraak dat bij de
bodem rapportage is uitgegaan van een minder gevoelig (verkeerd)
gebiedstype waar sanering van de bodem op beoordeeld moet worden,
zodat eventuele sanering van het gebied minder urgent zou blijken dan
het in werkelijkheid is. Dit kan grote gevolgen hebben voor eventuele
sanering van dit gebied en verregaande (financiële) consequenties
hebben voor de sanering van de burgemeesterswijk als hier ook dezelfde
onderzoeksmethode is toegepast. D66 vindt dat hier spoedig
duidelijkheid over moet komen en stelt u daarom de volgende vragen.
1. Is het college bekend met de uitspraak van de Afdeling
Bestuursrecht van de Raad van State, d.d. 9 juli 2003 waar zij het
besluit vernietigt van het college van gedeputeerde staten van
Zuid-Holland van 22 mei 2002 waarin is vastgesteld dat de sanering
van de bodemverontreiniging op de locatie Centrum - west, tevens
bekend als Vogelbuurt / Burgemeesterswijk niet urgent is zolang er
geen herinrichting of anderszins gebruikswijziging plaatsvindt.
2. Is het college bekend dat de Raad van State vindt dat het nader
onderzoek naar de bodemkwaliteit van het onderhavige gebied ten
onrechte achterwege is gelaten en bij de beoordeling van de risico
van de bodemverontreiniging is uitgegaan van een gebiedstype dat
minder gevoelig is voor bodemverontreiniging dan het werkelijk is.
3. Kunt u aangeven wanneer er een nieuw (aangepast) onderzoek komt
en een nieuw besluit wordt genomen.
4. Kunt u aangeven wat de verwachting is inzake de (financiële)
gevolgen van deze uitspraak van de Raad van State en of er (meer)
saneringsmaatregelen moeten worden genomen in het betreffende
gebied.
5. Is het juist dat gedeputeerde staten deze bodemverontreiniging
op alle percelen binnen deze locatie heeft laten registreren bij
het kadaster en kunt u aangeven welke consequenties dit voor de
betreffende bewoners (in de toekomst) kan hebben bij bijvoorbeeld
verkoop van hun woning.
6. Klopt het dat bij de rapportage van de bodemverontreiniging van
de burgemeesterswijk ook uitgegaan is van een minder gevoelig
gebiedstype dan het werkelijk is. Kunt u aangeven of en welke
gevolgen de uitspraak van de Raad van State, zowel financieel als
in tijd heeft voor de herbouw van de burgemeesterswijk.
Burgemeester en wethouders zullen de vragen zo spoedig mogelijk
beantwoorden.
Gemeente Maassluis