Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1A Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 4321 2513 AA 's-GRAVENHAGE

Uw brief Ons kenmerk W&I/IBA/2003/38100

Onderwerp Datum IWI-rapporten debiteurenbeheer collec- 27 augustus 2003 terend proces en openstaande posten UWV

./. Hierbij bied ik u een tweetal rapporten aan van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI):
- het rapport Debiteurenbeheer collecterend proces Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, dat de resultaten bevat van een onderzoek naar het debiteurenbeheer door UWV voor de premies voor de Wet op de arbeidsongeschiktheids-verzekering (WAO), de Werkloosheidswet (WW) en de Ziekenfondswet (Zfw), en

- het het rapport Afhandeling openstaande posten Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. Dit rapport bevat de resultaten van een onderzoek naar de afhandeling door UWV van uitkeringen die van verzekerden dienen te worden ingevorderd omdat ze ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn verstrekt, van verrekeningen in het geval dat UWV een vordering heeft op een verzekerde die met een andere uitkering kan worden verrekend, van nog te betalen uitkeringen, alsmede van retour gekomen uitkeringen waarvan de betaalgegevens niet juist waren.

Debiteurenbeheer collecterend proces Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

Inleiding
Het primaire doel van het onderzoek was het beoordelen van de opzet en de werking van het binnen de voormalige uitvoeringsinstellingen gevoerde beheer voor de premiedebiteuren werknemersverzekeringen. Secundair heeft het onderzoek van de premiedebiteuren tot doel gehad inzicht te verkrijgen in de afloop per 31 december 2002 van het saldo premiedebiteuren voor de premiejaren 2001, 2000 en voorgaande jaren.

Bevindingen IWI




---

Voor wat betreft de opzet van het debiteurenbeheer constateert IWI dat de voormalige uitvoeringsinstellingen voldoende beheersmaatregelen hebben getroffen voor een adequaat debiteurenbeheer om de eerder geconstateerde risico's het hoofd te bieden. Wat betreft het openstaande bedrag aan vorderingen premiedebiteuren (WAO, WW en Zfw) komt IWI tot de conclusie dat het saldo tot en met premiejaar 2001 per 31 december 2002 circa 800 miljoen bedraagt. Absoluut gezien is dit een hoog bedrag. Gerelateerd aan een

totale omvangbasis van de vastgestelde sociale verzekeringspremies voor vijf jaar van circa 120 miljard bedraagt de omvang van het openstaande vorderingensaldo 0,67 procent.

Oordeel en aanpak verbeteringen
Ik vind het van groot belang vast te stellen dat de door UWV genomen maatregelen ter verbetering van de eerder door de toezichthouder geconstateerde risico's ten aanzien van het debiteurenbeheer bij de vijf voormalige uitvoeringsinstellingen hun vruchten hebben afgeworpen en IWI het debiteurenbeheer als voldoende kwalificeert. IWI constateert dat het in totaal om 0,67 procent aan openstaande vorderingen gaat. Navraag bij UWV leerde mij dat de post in absolute termen inmiddels is teruggelopen tot 720 miljoen. Van dit bedrag is door UWV vastgesteld dat, onder andere als gevolg van faillissement en andere vormen van betalingsonmacht, in totaal 390 miljoen als oninbaar moet worden beschouwd. Dit bedrag blijft maximaal 10 jaar in de boeken staan, aangezien de (sociale zekerheids)wetgeving niet de mogelijkheid biedt tot afboeking of kwijtschelding. Ten aanzien van de overige 330 miljoen aan vorderingen merkt UWV op dat maximale inspanningen worden gepleegd om dit bedrag binnen te krijgen. Daartoe worden incassobureaus, advocaten, gerechtsdeurwaarders en de Belastingdienst ingeschakeld.

Ik zal erop toezien dat UWV zich maximaal inzet om het inbare deel van de debiteuren daadwerkelijk te innen. Over de concreet te realiseren doelstellingen zal ik op korte termijn met de Raad van Bestuur van UWV nadere afspraken maken.

Afhandeling openstaande posten Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

Inleiding
Dit onderzoek vormt een uitbreiding op het eerder door IWI uitgevoerde onderzoek "Afhandeling openstaande posten UWV-Gak". Dit eerdere IWI-onderzoek is met de vierde voortgangsrapportage SUWI op 20 september 2002 aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit eerdere onderzoek richtte zich slechts op UWV-Gak. Het huidige onderzoek richt zich op alle voormalige uitvoeringsinstellingen.

Bevindingen IWI
IWI stelt dat de afhandeling van de openstaande posten jarenlang in meer of mindere mate onvoldoende prioriteit heeft gekregen bij de voormalige uitvoeringsinstellingen. Hierdoor is het totaalbedrag aan openstaande posten bij UWV naar de stand per februari 2003 opgelo- pen tot 373 miljoen. De oorzaken lopen uiteen van werkdruk, onvoldoende kennis, onvol- doende systeemtechnische ondersteuning, tot onvoldoende sturing door het management.




---

Vertraging in de afhandeling van openstaande posten kan tot gevolg hebben dat bedragen op den duur niet of zeer moeilijk zijn in te vorderen. Op UWV rust de verplichting om er voor zorg te dragen dat cliënten ten onrechte verstrekte uitkeringen en opgelegde boeten, met inachtneming van wet- en regelgeving, terugbetalen. Verder moet UWV de uitkeringen niet alleen juist en tijdig vaststellen, maar ook juist en tijdig verstrekken. IWI constateert onder meer dat de organisatie en het proces rondom de openstaande posten bij UWV-Cadans ernstige tekortkomingen vertoont. Volgens IWI beheerst UWV-Cadans het proces van afhandeling van openstaande posten niet. Voor de overige UWV-onderdelen geldt dat IWI op enkele onderdelen van het proces nog tekortkomingen signaleert.

IWI wijst erop dat UWV inmiddels een aantal acties heeft ondernomen om het volume van met name ongelabelde openstaande posten te reduceren. De acties van UWV zijn sterk gericht op het halen van de norm van 1,9 procent (bedrag aan openstaande posten gerelateerd aan het uitkeringsvolume van het voorgaande jaar) per 1 juli 2003 en een aangescherpte norm voor de lange termijn. De inspectie stelt vast dat UWV veel energie steekt in het beheersbaar maken van het proces van afhandeling van openstaande posten. Het ontbreken van concrete doelstellingen en tijdspaden inzake het uniformeren en op orde brengen van de processen, kwaliteitsborging, systemen en stuurinformatie en het daarbij formuleren van prestatie-indicatoren blijven, naar het oordeel van IWI, punten van zorg. Het verloop van de openstaande posten geeft IWI de indruk dat er een dalende tendens is waar te nemen in het bedrag aan openstaande posten, waarbij het zorgelijk is dat er bij UWV-Cadans nog steeds onvoldoende inzicht is in de omvang van het bedrag.

Oordeel en aanpak verbeteringen
Ik kan mij vinden in de hoofdlijnen van het IWI-onderzoek. Van belang is bij de openstaan- de posten onderscheid te maken tussen ongelabelde en gelabelde openstaande posten. Bij ongelabelde openstaande posten dient UWV nog vast te stellen om wat voor post het gaat en dient de invordering, verrekening of uitbetaling nog opgestart te worden. Bij gelabelde openstaande posten is de aard en de omvang van de openstaande post vastgesteld en loopt er over het algemeen een invorderingstraject dat langere tijd kan duren. Medio 2002 heb ik met de Raad van Bestuur UWV de afspraak gemaakt dat allereerst de ongelabelde openstaande posten per 1 juli 2003 tot een aanvaardbaar niveau dienen te worden terug gebracht. Dit aanvaarbare niveau is vervolgens vastgesteld op 0,3 procent van het uitkeringsvolume in het voorgaande jaar. Het totaal van de openstaande posten (zowel gelabeld als ongelabeld) zou daarbij volgens een door UWV zelf gestelde doelstelling niet meer dan 1,9 procent mogen bedragen. Op basis van de 2e kwartaalrapportage van UWV, die ik op korte termijn aan de Kamer zal zenden, blijkt dat het niveau van de ongelabelde openstaande posten in het 1e half jaar van 2003 met ruim 100 miljoen is gedaald tot 56,4 miljoen. Hiermee ligt het niveau van de ongelabelde openstaande posten onder de norm van 0,3 procent (overigens is deze norm niet te vergelijken met de norm voor het debiteurbeheer omdat daarbij de norm gebaseerd is op de totale omvangbasis van de vastgestelde sociale verzekeringspremies voor vijf jaar). Het totaal van de openstaande posten bedraagt per 1 juli 2003 321,9 miljoen en ligt daarmee iets boven de eigen doelstelling van UWV. Nu de gestelde doelstelling ten aanzien van de ongelabelde openstaande posten per 1 juli is gerealiseerd, is het zaak dat ook de omvang van de gelabelde openstaande posten verder wordt teruggedrongen. Aangezien het hierbij kan gaan om langlopende terugbetalings-




---

regelingen die aan wettelijke bepalingen zijn gebonden, zal dit waarschijnlijk nog enige tijd vergen. Op korte termijn zal ik met de Raad van Bestuur van UWV nadere afspraken maken over het terugdringen van de omvang van de gelabelde openstaande posten, waarbij ook de mogelijkheden van deregulering worden bezien.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)