De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 1a
2513 AA Den Haag
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
26 augustus Fin 2003-231m
2003
Onderwerp
Herstructurering Kliq
Inleiding
Hierbij informeer ik u over de stand van zaken
bij Kliq en de ontwikkelingen sinds mijn
schrijven van 6 juni 2003 en 27 juni 2003. Deze
brief kan door de vaste commissies voor
Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid
gebruikt worden bij de voorbereiding van het
Algemeen Overleg op 3 september aanstaande.
Gedurende 2002 is het aandeelhouderschap van de
Staat in Kliq overgegaan van de minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de
minister van Financiën. Ik schrijf u deze brief
vanuit deze verantwoordelijkheid. De
herstructurering van de Kliq Groep met een door
Kliq voorgestelde doorstart van de
reïntegratieactiviteiten is een beslissing die
ik in het kader van het aandeelhouderschap heb
goedgekeurd. Daarbij heb ik me, onder condities,
bereid verklaard hiervoor additionele middelen
ter beschikking te stellen. Omdat de
ontwikkelingen bij Kliq die hebben geleid tot
deze beslissing verweven zijn met eerdere
besluiten inzake Kliq, heb ik het nuttig geacht
deze geschiedenis eerst samen te vatten, waarbij
wordt verwezen naar eerdere brieven die
daaromtrent aan uw Kamer zijn gestuurd.
Het proces van verzelfstandiging
Oorsprong van de verzelfstandiging
De basis van de verzelfstandiging vormde het
Regeerakkoord 1998. Hierin was gesteld dat de
reïntegratieactiviteiten van het toenmalige
zelfstandig bestuursorgaan Arbeidsvoorziening
verzelfstandigd zouden moeten worden in een
privaatrechtelijk bedrijf en in concurrentie met
derden opdrachten zou moeten verwerven. Een
verdere invulling van het Regeerakkoord vormden
de voorstellen rond Structuur en Uitvoering van
Werk en Inkomen (SUWI). In het nieuwe stelsel
van SUWI zou de verantwoordelijkheid voor de
reïntegratie van personen met een afstand tot de
arbeidsmarkt bij de (publieke) opdrachtgevers
liggen en zou de uitvoering van de
reïntegratietrajecten door private bedrijven
worden gedaan. De overheid zou haar invloed op
de publieke reïntegratiemiddelen ten behoeve van
de vastgestelde maatschappelijke doelstellingen
behouden via het stellen van randvoorwaarden aan
de besteding van deze middelen door de
opdrachtgevers (gemeenten en
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV)).
Een overgangsregime voor Kliq?
Op 13 maart 2001 (kamerstuk 27549/27296, nr. 6)
heb ik u, samen met mijn collega van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, een brief gestuurd
over de verzelfstandiging van Kliq. Hierin
kwamen o.a. de doelstellingen van Kliq, de
financiële startpositie, een overgangsregime en
het aandeelhouderschap van de Staat aan de orde.
Uw Kamer heeft vervolgens besloten onafhankelijk
onderzoek te laten verrichten naar met name de
financiële startpositie alvorens de Kliq-wet
(die de overgang van de activiteiten van
Arbeidsvoorziening naar Kliq regelde) in
behandeling te nemen. Het onderzoek gaf aan dat
de financiële startpositie aan de krappe kant
was. Dit gold met name voor de mee te geven
middelen samenhangend met de transitie van
ambtelijk naar commercieel en voor de duur van
het overgangsregime in de omzetsfeer. Hoewel de
Kliq-wet zelf met een overgrote Kamermeerderheid
werd geaccordeerd is tijdens de plenaire
behandeling van de SUWI-wet in juni 2001 bij
amendement het voorgestelde overgangsregime in
de omzetsfeer geschrapt. Dit amendement werd
ingegeven door de weerzin tegen een tijdelijk
verplichte inkoop door de gemeenten en het UWV
bij Kliq. Met het elimineren van de tijdelijke
verplichte winkelnering was een bouwsteen van de
startpositie van Kliq weggevallen, die toch al
als krap werd gepercipieerd door het externe
onderzoeksbureau. Ter compensatie kon Kliq haar
positie verbeteren door het aangaan van
samenwerkingsverbanden en het plegen van
acquisities die -na goedkeuring- door de Staat
zouden worden gefinancierd (brief van 7 oktober
2001, kamerstuk 27549/27296, nr. 9). Deze zouden
Kliq de mogelijkheid moeten bieden om de
marktpositie op korte termijn te versterken.
Kliq heeft als uitwerking van deze afspraak drie
kleine acquisities verricht (Kliqmatch, Simnet
en Flexpay).
Ontwikkelingen gedurende 2002
Samenwerking met Solvus
Al kort na de feitelijke oprichting op 1 januari
2002 hebben gesprekken tussen Kliq en andere
marktpartijen plaatsgevonden om te komen tot
structurele samenwerkingverbanden. In mei 2002
heb ik uw Kamer ingelicht over de samenwerking
met het Belgische bedrijf Solvus, toen een
intentieverklaring hiertoe getekend was (22 mei
2002, kamerstuk 26448, nr. 46). De voordelen
voor Solvus van een samenwerking liggen besloten
in de toegang tot een groot marktsegment en de
jarenlange ervaring van Kliq met
reïntegratie-activiteiten. De voordelen voor
Kliq liggen met name in de bijdrage van Solvus
aan het transformatieproces van Kliq naar een
commerciële onderneming en het gebruik dat Kliq
zou kunnen maken van de plaatsingskanalen van
Solvus. Samenwerking zou dus duidelijk tot
wederzijds voordeel strekken. De aanvankelijke
bedoeling was dat Solvus direct een deel van de
aandelen van de twee belangrijkste dochters van
Kliq, namelijk Kliq Reïntegratie en Kliq
Employability, zou verwerven. Dit bleek op dat
moment niet haalbaar. De effecten van recent
ingevoerde wetgeving, de nog nader in te vullen
bezuinigingen op de publieke
reïntegratiemiddelen en de stand van het
transformatieproces zorgden voor onzekerheid
over de toekomst van Kliq. Deze zaken speelden
een rol in de beslissing van Solvus en Kliq om
nog niet direct een deel van de aandelen te
verkopen en de samenwerking voor dat moment
losser vorm te geven. Zoals per brief van 6
september 2002 (kamerstuk 26448, nr. 54) aan uw
Kamer is geschreven is de participatie van
Solvus in Kliq vormgegeven door het verlenen van
een optie tot een verkoop op termijn van de
aandelen van de twee grootste dochters van
Kliq.
Vaststelling openingsbalans
Kort na de zomer van 2002 is de openingsbalans
van Kliq vastgesteld (zie ook mijn brief van 6
september 2002, kamerstuk 26448, nr. 54). Een
deel van het vermogen was reeds bij de
oprichting door Arbeidsvoorzieningen ingebracht.
Deze inbreng was onzeker. Nog steeds is er geen
volledige eenduidigheid in welke mate aan de
beoogde inbrengverplichting (schoon over) is
voldaan (brief van 19 juni 2003, kamerstuk
21477, nr. 88). Immers, de jaarrekening over
2001 van Arbeidsvoorziening heeft eind 2002 een
afkeurende accountantsverklaring gekregen. Kliq
stond toen reeds een jaar op eigen benen. De
inbreng vanuit Arbeidsvoorziening bedroeg,
hoewel dit getal zoals gezegd met onzekerheid
was omgeven, ¤ 34 miljoen. De Staat heeft
daarnaast ¤ 38 miljoen aan eigen vermogen
ingebracht (totale eigen vermogen was derhalve ¤
72 miljoen) en ¤ 41 miljoen aan vreemd vermogen
(conform eerder vastgestelde leningvoorwaarden).
De bedragen die in het kader van transformatie,
bovenmatige salarissen en reorganisatie aan Kliq
waren toegezegd en meegegeven (deels in de
aanloopfase naar de verzelfstandiging en deels
als restbedrag op de openingsbalans) werden ten
opzichte van de brief van 13 maart 2001 niet
herzien. Een laatste element met betrekking tot
het afronden van de verzelfstandiging betreft de
betaling door de minister van SZW van de
reïntegratietrajecten die Kliq in opdracht van
de minister van SZW uitvoert. In het voorjaar
van dit jaar zijn de laatste afspraken hierover
uitgewerkt (brief van 19 juni 2003, kamerstuk
21477, nr. 88).
Reorganisatie in 2002
In 2002 is gebleken dat de omvang van de
organisatie te groot was in het licht van de
marktomstandigheden. Als gevolg van de onder
druk staande resultaatontwikkeling (vanwege
moeilijkere plaatsing door conjunctuur en de
kleinere marktomvang door ombuigingen) moesten
kosten omlaag worden gebracht. Hoewel in 2001,
dus voor de verzelfstandiging, reeds een
aanzienlijke afvloeiing had plaatsgevonden van
ongeveer 800 werknemers, was een aanvullende
reorganisatie van wederom ongeveer 800
werknemers onvermijdelijk. De reorganisatie, die
in het eerste halfjaar van 2003 is uitgevoerd,
heeft niet alleen betrekking gehad op het
terugbrengen van de omvang van de organisatie
(waarbij overigens net als bij de eerste
reorganisatie grote zorg is besteed aan interne
en externe herplaatsing) maar ook op het
aanpassen van de organisatiestructuur (plattere
structuur, andere aansturing).
Ontwikkelingen in 2003 en de herstructurering
van de Kliq Groep
Probleemanalyse
In 2003 bleek dat Kliq er nog onvoldoende in
slaagde verworven reïntegratietrajecten
winstgevend af te ronden. Integendeel:
maandelijks werden verliezen gerealiseerd. Kliq
heeft met behulp van externe deskundigen een
diepgaand onderzoek verricht om een volledig
inzicht in de oorzaken van de problemen bij met
name Kliq Reïntegratie te krijgen. De uitkomsten
waren als volgt. De oorzaken vallen grosso modo
in drie categorieën uiteen: een tegenvallende
markt (a), een inadequate startpositie (b) en
een bedrijfsvoering die nog niet op orde was
(c).
a. De marktomvang van reïntegratiediensten
krimpt. Dit komt onder andere door een
verschuiving van reïntegratietrajecten naar de
private markt (beperktere instroom WAO door de
werking van de wet Poortwachter) en door een
daling van de resterende publieke budgetten bij
de gemeenten.
b. De startpositie van Kliq was niet goed.
De omvang van de organisatie is achteraf nog
steeds te groot gebleken en de kostprijs was te
hoog.
c. De exacte ICT sturingsinformatie
waaruit blijkt waarom Kliq voor onderscheiden
diensten een te hoge kostprijs heeft en niet
efficiënt genoeg werkt is pas sinds enkele
maanden beschikbaar.
Doorstart van de reïntegratieactiviteiten
Na het vaststellen van de probleemanalyse heeft
Kliq de afgelopen maanden samen met externe
deskundigen gewerkt aan oplossingen. Ik heb u
daarover geschreven dat Kliq mij half juni heeft
laten weten dat Kliq Reïntegratie in de toekomst
alleen een levensvatbaar bedrijf kan zijn als de
kostenstructuur marktconform is en toegesneden
op de te verwachten omzet. Kliq gaf aan hierbij
aan een doorstart van Kliq Reïntegratie te
denken in een nieuwe vennootschap onder de
holding per 15 september 2003 (vanaf nu te
noemen "Nieuw Kliq"), die een deel van de
contracten overneemt van het huidige Kliq
Reïntegratie (vanaf nu te noemen "Oud Kliq")
tegen zakelijke prijzen. Het aanzienlijk
terugbrengen van de omvang van de organisatie
zou hiertoe een noodzakelijke, doch geen
voldoende voorwaarde voor een levensvatbaar
Nieuw Kliq zijn. Ook zouden de personeelskosten,
huisvestingskosten en ICT kosten in lijn moeten
worden gebracht met de standaarden van de markt.
Het management zal worden vernieuwd. Slechts een
deel van de werknemers van Oud Kliq zal (600 van
de 1450 werknemers), na kwalitatieve selectie,
naar Nieuw Kliq overgaan.
Daarnaast zou de herstructureringsoperatie
ondermeer een versnelde verkoop van Kliq
Employability behelzen en het verkopen dan wel
(gedeeltelijk)integreren van alle overige
activiteiten en deelnemingen van Kliq, zodat
alleen Nieuw Kliq overblijft.
Voorwaarden aan het herstructureringsproces
Ik heb een aantal voorwaarden gesteld met
betrekking tot de herstructureringsoperatie.
Deze voorwaarden luiden als volgt:
· Nieuw Kliq moet levensvatbaar zijn
· Het totale kostenplaatje van de
herstructurering moet finaal zijn
· Het werkkapitaal moet bancair
gefinancierd worden
· Instemming vakbonden met betaalbaar
Sociaal Plan en nieuwe marktconforme CAO en
selectie op kwaliteit
· Positief advies van de
ondernemingsraad
· Vertrouwen van de Raad van
Commissarissen in het herstructureringsplan
Ter toelichting hierop het volgende. Nieuw Kliq
moest levensvatbaar zijn. Het businessplan
diende de toets van de markt te kunnen
doorstaan. Een belangrijk element voor een
dergelijk businessplan was de overeenstemming
met de bonden over de aanpassing van de
arbeidsvoorwaarden (en ook over het Sociaal Plan
voor de vertrekkende werknemers). Ik heb met
Kliq afgesproken dat ik pas een besluit zou
nemen nadat de Directie, de Raad van
Commissarissen en de Ondernemingsraad tot het
oordeel zijn gekomen dat een verantwoorde
doorstart kan worden gemaakt. Als aan de
voorwaarden zou zijn voldaan zou ik bereid zijn
een doorstart en een afwikkeling (in plaats van
een faillissement) van de activiteiten van Oud
Kliq te steunen. Ik heb gesteld dat het
tegelijkertijd voor mij van belang zou zijn wat
de kosten zullen zijn van een afbouw van de
niet-rendabele activiteiten van Oud Kliq
waaronder de afvloeiing van het personeel dat
niet bij Nieuw Kliq geplaatst zou kunnen worden.
Beoordeling van de herstructureringsplannen
Levensvatbaarheid van Nieuw Kliq
Het business plan geeft aan dat Nieuw Kliq
levensvatbaar is. Mede op basis van gesprekken
met een belangrijk deel van de opdrachtgevers op
de gemeentemarkt en met het UWV is een
marktanalyse gemaakt van verwachte besteding van
budgetten en het aandeel van Nieuw Kliq daarin.
De aantallen trajecten in de markt, het aandeel
dat Nieuw Kliq daarin verwerft en de gemiddelde
trajectprijs waarmee Nieuw Kliq rekent zijn dus
mede door middel van toetsing in de markt
bepaald. Van de omzet voor de komende twee jaar
is een niet onbelangrijk deel al gecontracteerd.
De personeelsbezetting is afgestemd op de
geraamde omzet. De organisatieomvang wordt
teruggebracht van 1450 tot 600 werknemers.
Hiervan zullen 500 werknemers in vaste dienst
komen en 100 werknemers met een flexibel
arbeidsconctract. Er zal een kwalitatieve
selectie plaatsvinden met behulp van een
assessment van het huidige personeel.
Voorts is het van belang dat de kostenstructuur
van Kliq ingrijpend wordt gewijzigd, teneinde
concurrerend te kunnen opereren in de markt. De
arbeidsvoorwaarden worden versoberd met 15% (met
name in de secundaire sfeer). De kosten voor ICT
en huisvesting worden structureel omlaag
gebracht door invoering van standaard
ICT-applicaties dan wel handhaving van het
bestaande pakket in uitgeklede vorm,
verschuiving van huisvesting naar goedkopere
locaties en minder vierkante meters per
werknemer. Nieuw Kliq heeft volgens het
businessplan daarmee een marktconforme
kostprijs.
Voor de operationele aansturing is het van
belang dat bij Nieuw Kliq een nieuw
aansturingsmodel zal worden ingevoerd, waarbij
sturing op begeleiding en coaching verandert in
sturing op resultaat. Managers worden
verantwoordelijk gesteld voor het resultaat van
hun vestiging. Nieuw Kliq zal in lijn met de
concurrentie veel meer door middel van
groepssessies met cliënten werken. Positief is
dat de ideeën voor deze nieuwe organisatievorm
en werkwijze bottom up uit de organisatie zijn
gekomen en gezamenlijk met deskundigen zijn
uitgewerkt. Het management van Nieuw Kliq wordt
grotendeels vernieuwd. Vanuit Solvus wordt
tijdelijk managementondersteuning gegeven.
Het door de Staat ingebrachte eigen vermogen van
Nieuw Kliq zal ongeveer ¤ 15 miljoen bedragen.
Ik heb daarnaast met Kliq afgesproken dat Nieuw
Kliq tot maximaal ¤ 10 miljoen achtergestelde
lening bij de Staat kan opnemen. Deze lening is
voorwaardelijk en kan alleen binnen een beperkte
periode tot het voorjaar van 2005 worden
opgenomen. In het geval de transitie binnen
Nieuw Kliq naar het oordeel van de Raad van
Commissarissen goed loopt (beoordeling aan de
hand van mijlpalen) maar tijdelijk meer vermogen
noodzakelijk zou zijn ter financiering van de
transitie, zal ik de achtergestelde lening tegen
marktconforme tarieven verstrekken.
Er blijven natuurlijk ook onzekerheden bestaan,
ondernemen is niet zonder risico's. Ik zal er
enkele noemen. Het transitieproces om te komen
tot Nieuw Kliq is de eerste en meteen de
belangrijkste. Een succesvolle transitie is
cruciaal voor het welslagen van Nieuw Kliq. Kliq
is zich hiervan bewust en heeft zich gedegen
voorbereid. Voor de transitie zijn draaiboeken
gemaakt en per onderdeel zijn managers
verantwoordelijk gesteld. Een onzekere factor
met betrekking tot de belangrijkste vorm van
kapitaal, human capital, is de vraag in welk
tempo de gewenste productiviteitsverbetering zal
worden gerealiseerd. Hierop zal dan ook strak
worden gestuurd. Naast de transitie is de
reïntegratiemarkt in zichzelf ook een risico;
het is een markt die volop in beweging is, forse
concurrentie kent en bovendien grotendeels met
publieke middelen wordt gefinancierd. Mocht zich
de situatie voordoen dat de omzet alsnog
tegenvalt kunnen personeelskosten worden
gereduceerd aangezien de formatie ten dele uit
werknemers met een flexibel arbeidscontract
bestaat.
Stand van zaken bancaire financiering
Zoals gezegd is bancaire financiering van
werkkapitaal één van de gestelde voorwaarden
omdat externe financiering een belangrijke toets
is voor de levensvatbaarheid van een bedrijf. Er
zijn offertes gedaan en onderhandelingen over de
condities vinden nog plaats. Op dit moment is
zodoende nog geen definitieve leningovereenkomst
met een bank getekend, de procedures met
kredietverschaffers hebben een zekere
doorlooptijd. Ik heb in mijn besluitvorming over
de herstructureringsplannen daarom een
voorbehoud gemaakt.
De afwikkeling van Kliq Reïntegratie (Oud Kliq)
Een deel van de contracten en een deel van het
personeel gaat gefaseerd over van Oud Kliq naar
Nieuw Kliq. De verliesgevende contracten en de
contracten met een eindig karakter
(prestatiedienstverlening voor de minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid) zullen niet
overgaan naar Nieuw Kliq maar binnen Oud Kliq
worden afgewikkeld.
De afwikkeling van Kliq Oud brengt aanzienlijke
kosten met zich mee. Deze kosten worden geraamd
op ¤ 68 miljoen. De voorziene kosten hebben voor
het overgrote deel betrekking op financiering
van het sociaal plan en de afkoop van lopende
contracten (huur, lease etc) en
exploitatieverliezen. Met betrekking tot het
Sociaal Plan is met de vakbonden overeengekomen
dat per individu een regeling zal worden
aangeboden die gebaseerd is op de
kantonrechterformule met een correctiefactor. De
precieze kosten van de afwikkeling kunnen nog
niet met zekerheid worden bepaald. De kosten van
het sociaal plan zijn bijvoorbeeld afhankelijk
van de uitkomst van de kwalitatieve selectie.
Ook de uiteindelijke kosten van de afwikkeling
van het ICT contract en de afwikkeling van de
huurcontracten kunnen afwijken van de
schattingen. Hoewel het totale bedrag dat
gemoeid is met de afwikkeling van Oud Kliq nog
niet bekend is (en niet bekend kan zijn), zijn
de risicofactoren duidelijk geïdentificeerd.
Een aanzienlijk deel van de kosten kan met
beschikbare middelen binnen Kliq (¤ 38 miljoen)
worden gefinancierd. Dit bedrag bestaat uit de
nog niet aangesproken rekening courant
faciliteit van ¤ 17 miljoen (onderdeel van het
vreemd vermogen dat in het kader van de
verzelfstandiging aan Kliq ter beschikking is
gesteld) en een reservering van ruim ¤ 17
miljoen bestemd voor het afdekken van
bovenmatige salarissen. Deze middelen kunnen nu
worden ingezet voor de financiering van de
afwikkeling omdat er, nadat de nieuwe CAO is
ingegaan, geen sprake meer is van bovenmatige
salarissen. Nieuw Kliq betaalt voor de overname
van contracten van Oud Kliq naar verwachting ¤ 4
miljoen goodwill, dit op basis van een door
deskundigen uit te voeren waardering. Deze
middelen komen in Oud Kliq beschikbaar. Omdat
voor de afwikkeling van Oud Kliq ¤ 68 miljoen
benodigd is en Kliq nog ¤ 38 miljoen beschikbaar
heeft, is voor de afwikkeling van Oud Kliq per
saldo ¤ 30 miljoen extra benodigd, die met name
voor het sociaal plan zal worden gebruikt. Deze
middelen zullen door de Staat worden ingebracht.
Verkoop Kliq Employability en andere dochters
Kliq Employability dreigde onnodige imagoschade
en commerciële schade te ondervinden van de
uitstralingseffecten van berichtgeving over Kliq
Reïntegratie. Kliq heeft daarom in samenspraak
met mij aan Solvus voorgesteld Kliq
Employability dit jaar al aan Solvus te
verkopen. Solvus heeft hiermee ingestemd. Kliq
en de Staat hebben met Solvus een
principeakkoord bereikt over een verkoop per 1
oktober aanstaande, ervan uitgaande dat een in
opdracht van Solvus uit te voeren due diligence
onderzoek positief zal zijn. Voor de
verkoopprijs is aangesloten bij de principes die
vorig jaar met Solvus zijn afgesproken, met dat
verschil dat de opbrengstformule over de
marktwaarde lager is vastgesteld en de premie
over de intrinsieke waarde hoger is vastgesteld.
De opbrengsten van de verkoop vloeien in Kliq
Holding en worden aangewend voor de financiering
van de herstructurering.
De andere Kliq deelnemingen zullen ook worden
verkocht of geïntegreerd in Nieuw Kliq. De
groepsstructuur wordt zodoende versimpeld,
alleen Nieuw Kliq blijft als deelneming onder de
holding. Op termijn wordt de positie van de
holding nader bekeken.
Waren er alternatieven?
Een alternatief voor doorstart in Nieuw Kliq en
afwikkeling van Oud Kliq was faillissement van
geheel Kliq Reïntegratie. Zolang er rendabele
delen zijn is een faillissement van geheel Kliq
Reïntegratie niet verstandig. Daarnaast heb ik
om meerdere redenen gekozen voor de variant van
afwikkeling van Oud Kliq, in plaats van een
faillissement van Oud Kliq. De start van Nieuw
Kliq zou niet alleen vertragen, maar zeer
onzeker worden omdat Nieuw Kliq in geval van
faillissement van Oud Kliq niet zonder meer een
deel van de contracten uit Oud Kliq zou kunnen
meenemen. Tevens zou de marktpositie van Nieuw
Kliq worden geschaad omdat potentiële klanten
van Nieuw Kliq de voorschotten die zij aan Oud
Kliq hebben verstrekt, pas (deels) terug zouden
krijgen nadat een curator daartoe zou hebben
besloten. Dit kan lang duren en is afhankelijk
van de onzekere waarde van de boedel en de
verplichtingen. Een bijkomend voordeel van
afwikkeling is dat de afspraken onder de lopende
reïntegratiecontracten (waaronder de contracten
voor de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid) kunnen worden nagekomen.
Belangrijk vind ik ook het sociale gezichtspunt.
Een afwikkeling biedt de mogelijkheid van een
Sociaal Plan. Hoewel het huidige Sociaal Plan
niet ruim is, is er voor het afvloeiende
personeel zekerheid over de regeling en is het
ruimer dan bij een faillissement mag worden
aangenomen.
Ik heb onderzocht of de herstructureringsplannen
elementen van staatssteun bevatten. De
financiering van Nieuw Kliq voldoet naar mijn
mening aan het voor Brussel relevante "private
investor principle" vanwege de
rendementsvooruitzichten. Zoals hierboven
aangegeven is de afwikkeling van Oud Kliq (in
tegenstelling tot een faillissement) van belang
voor de positie van Nieuw Kliq. Ik acht de
financiering van de afwikkeling van Oud Kliq
goed verdedigbaar. De nieuwe middelen worden met
name ingezet ter financiering van het sociaal
plan, hetgeen naar mijn mening binnen de
Europese richtsnoeren past. Ik zal bij de
Europese Commissie melding maken van de
herstructurering.
Totaaloordeel herstructureringsplannen
Het businessplan, dat is opgesteld met externe
deskundigen, heb ik kritisch getoetst en in
aanvulling daarop heb ik voorwaarden gesteld.
Aan die voorwaarden is nagenoeg voldaan. Ik ben
tot het oordeel gekomen dat het businessplan en
de geplande maatregelen uitzicht bieden op een
levensvatbaar Nieuw Kliq. Ik heb alles
overziende (een levensvatbaar Nieuw Kliq en de
kosten van afwikkeling van Oud Kliq in het licht
van de alternatieven) ingestemd met het totale
herstructureringsplan van Kliq, onder de
assumptie dat de bancaire financiering spoedig
rond zal zijn en dat de herstructurering
verenigbaar is met de communautaire richtsnoeren
terzake.
Hoe verder
Toezicht op de transitie
De Raad van Commissarissen heeft een aantal
kritische succesfactoren en mijlpalen
geformuleerd met betrekking tot de transitie
binnen Nieuw Kliq. Op basis hiervan houdt de
Raad van Commissarissen zicht en grip op de
transitie, hetgeen ons comfort verschaft. Met
Nieuw Kliq is afgesproken dat Financiën als
aandeelhouder nauw betrokken zal worden bij de
voortgang van de transitie en daarop meer dan
regulier toezicht zal houden. Er komen
periodieke voortgangsrapportages, tevens zal
periodiek overleg plaatsvinden met de
verantwoordelijken voor de transitie.
Daarenboven zal Financiën met Nieuw Kliq
regulier overleg voeren over de ontwikkeling van
de kasstromen, resultaten en balansposten. Wat
betreft de resultaatontwikkeling en de
balansontwikkeling hebben wij met Nieuw Kliq
afgesproken dat in beginsel de winst de komende
jaren in zijn geheel als dividend aan de
aandeelhouder zal worden uitgekeerd
(uitkeringspercentage 100%) zodat de
vermogensomvang van Nieuw Kliq juist toereikend
wordt gehouden.
Ik zie de financiering van de doorstart van
Nieuw Kliq als finaal. Ik kan me geen situaties
voorstellen waarbij de Staat in de toekomst
opnieuw middelen ter beschikking zou stellen.
Verkoop op termijn
Voor de Staat is er geen reden langer dan nodig
aandeelhouder te zijn in één van de
reïntegratiebedrijven op de geliberaliseerde
markt. Met het aandeelhouderschap van de Staat
in Kliq worden geen publieke belangen gediend.
Het aandeelhouderschap van de Staat in Kliq moet
worden gezien als een tijdelijke participatie in
het proces van overheidsonderdeel naar
marktpartij. Vorig jaar zijn de eerste stappen
met betrekking tot verkoop gezet. Solvus heeft
sindsdien het recht om de aandelen Kliq
Reïntegratie en Kliq Employability vanaf 2004 te
kopen. Kliq Employability wordt dit najaar reeds
aan Solvus verkocht. Het recht voor Solvus om de
aandelen Kliq Reïntegratie te kopen gaat in
beginsel over op de aandelen van Nieuw Kliq. Op
termijn zal ook Nieuw Kliq zijn verkocht.
De minister van Financiën,
Ministerie van Financiën