European Commission

IP/03/1176

Brussel, 26 augustus 2003

De Commissie machtigt EDF om de exclusieve zeggenschap over EDF Trading te verwerven

De Europese Commissie heeft Electricité de France (EDF) gemachtigd om het aandeel van Louis Dreyfus in hun gezamenlijke dochteronderneming EDF Trading te verwerven. Na deze transactie zal EDF 100% van het kapitaal van EDF Trading in handen hebben.

EDF is van oudsher het elektriciteitsbedrijf in Frankrijk. De onderneming, die voor 100% in handen van de Franse staat is, heeft activiteiten op alle terreinen van de elektriciteit, van de productie tot de verkoop aan de consument. EDF is, behalve in Frankrijk, aanwezig is verschillende Europese (Duitsland, Benelux, Italië, Verenigd Koninkrijk, Zweden) en niet-Europese landen.

EDF Trading heeft voornamelijk activiteiten op het gebied van de handel van met energie samenhangende producten, met name elektriciteit. Uit dien hoofde is EDFT actief in de verkoop van met energie samenhangende producten, met inbegrip van elektriciteit, aan in aanmerking komende klanten-wederverkopers in Frankrijk en Europa. Het bedrijf, dat in 1999 door EDF en Louis Dreyfus werd opgericht(1) , heeft het exclusieve recht EDF met fossiele brandstoffen te bevoorraden.

Wat de handelsmarkt betreft, leidt deze transactie slechts tot kleine overlappingen en brengt zij derhalve geen concurrentiebezwaren met zich mee. EDF Trading werkt nu samen met een belangrijke elektriciteitsproducent in Europa, maar daar staat tegenover dat talrijke andere handelaren zich in een soortgelijke situatie bevinden.

De Commissie heeft zich bij haar onderzoek voornamelijk gericht op de verticale effecten van de transactie. Ten eerste heeft de Commissie onderzocht of de verwerving van de exclusieve zeggenschap over EDF Trading door EDF tot gevolg zou kunnen hebben dat voor de in aanmerking komende klanten in Frankrijk en Europa een aanbieder verdwijnt en de positie van EDF op de markt voor de levering van elektriciteit aan deze categorie klanten aldus wordt versterkt. De Commissie heeft de veronderstelling van een dergelijk effect kunnen uitsluiten, omdat er vóór de transactie geen concurrentie tussen EDF en EDF Trading was. Immers, gelet op de overeenkomsten die tussen EDF en EDF Trading bij de oprichting van deze laatste zijn gesloten, concurreert EDF Trading niet met EDF voor de levering van elektriciteit aan in aanmerking komende eindverbruikers in Europa (met inbegrip van Frankrijk), terwijl EDF niet met EDF Trading concurreert voor de levering aan in aanmerking komende wederverkopers in Europa (met inbegrip van Frankrijk).

De Commissie heeft daarnaast onderzocht welke gevolgen de transactie op de markt van de elektriciteitsproductie zou kunnen hebben indien EDF Trading, dat een 100% dochter van EDF is geworden, besluit uitsluitend bij EDF elektriciteit in te kopen. De Commissie was van oordeel dat een besluit in deze zin, dat van EDF Trading een gewone distributeur van de door EDF geproduceerde elektriciteit zou maken, niet in het belang van EDF zou zijn, omdat dit bedrijf de afzet van zijn elektriciteit zeer goed alleen kan regelen.

Ten slotte heeft de Commissie onderzocht wat de gevolgen van de transactie op de markt voor elektriciteitstransmissie zouden zijn indien EDF Trading besluit de voorkeur te geven aan het Franse netwerk boven de andere Europese netwerken. De Commissie heeft de conclusie getrokken dat EDT er geen enkel belang bij had om EDF Trading ertoe aan te zetten een dergelijk besluit te nemen. Overeenkomstig de Franse wetgeving en de bepalingen van het Gemeenschapsrecht (Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit), waarin een gescheiden beheer van de netwerken voor elektriciteitstransmissie wordt voorgeschreven, mogen de inkomsten uit het gebruik van het Franse netwerk namelijk niet aan EDF ten goede komen. Deze inkomsten worden in eerste instantie aangewend voor het onderhoud en de ontwikkeling van het transmissienetwerk, welke taak aan de beheerder van dit netwerk (RTE) wordt toevertrouwd; de resterende middelen mogen alleen worden gebruikt voor de schuldvermindering van RTE en de vergoeding aan de Franse staat als aandeelhouder van EDF (die de wettige eigenaar van het netwerk blijft).

(1)
Zie beschikking van de Commissie van 28 september 2003 in de zaak COMP/M.1557 EDF/Louis Dreyfus.