Ministerie van Defensie
---
Kamervragen en antwoorden
---
Vragen van de leden Van Dam en Verdaas (beiden PvdA) over straaljagers
25-08-2003
In bijlage bied ik u mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en
Waterstaat en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer aan de antwoorden op de kamervragen van de
leden Van Dam en Verdaas (nr. 2020314880 van 15 juli 2003).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Antwoorden op de vragen van de leden Van Dam en Verdaas (PvdA) over
straaljagers (nr. 2020314880 van 15 juli 2003).
1. Hebt u kennisgenomen van het artikel Dorplein klaagt over
straaljagers?
Ja.
2. Welke afspraken bestaan er met de Belgische regering over de
vliegroutes en het aantal vliegbewegingen boven Nederlands grondgebied
van en naar het vliegveld Kleine Brogel in Peer?
De zogenaamde Navo-binnenvliegregeling (Staatscourant 1987, 218) staat
militaire vliegtuigen van Navo-bondgenoten toe zich te begeven in het
Nederlandse luchtruim. De klachten van de bewoners van Budel-Dorplein
betreffen specifiek naderende en vertrekkende vliegtuigen naar en van
de Belgische militaire vliegbasis Kleine Brogel. Zoals voorgeschreven
in de Navo-binnenvliegregeling zijn de noodzakelijke naderings- en
vertrekprocedures van Kleine Brogel die zich uitstrekken tot in het
Nederlandse luchtruim overeengekomen met de Nederlandse minister van
Defensie en gepubliceerd in de Military Aeronautical Information
Publication (MilAIP). Er is geen beperking gesteld aan het aantal
vliegtuigbewegingen. Eind jaren tachtig is een grootschalig onderzoek
uitgevoerd naar geluidshinder binnen Nederland die veroorzaakt wordt
door vliegtuigbewegingen naar en van vliegvelden in het buitenland.
Daarbij is vastgesteld dat de geluidsbelasting boven Nederland van het
vliegveld Kleine Brogel laag was. Hierdoor bestond er geen aanleiding
om maatregelen te nemen ter beperking van de geluidshinder.
3. Op welke wijze wordt de naleving van dergelijke afspraken
gecontroleerd?
Bij vluchten naar en van Kleine Brogel wordt de plaatselijke
verkeersleidingszone rondom het vliegveld, die zich tot boven
Nederland uitstrekt, geactiveerd. Budel-Dorplein bevindt zich in deze
zone. De activering van de zone wordt gemeld aan de Nederlandse
militaire luchtverkeersleiding te Nieuw Milligen. Met behulp van
radarinformatie kunnen afwijkingen van de naderings- en
vertrekprocedures worden waargenomen.
4. Is u bekend of het aantal vliegbewegingen boven het Brabantse dorp
Budel-Dorplein in de afgelopen jaren of maanden is toegenomen, zoals
door de bewoners wordt beweerd?
De vliegbasis Kleine Brogel heeft aangegeven dat het aantal
vliegtuigbewegingen de afgelopen jaren juist is afgenomen. Wel oefent
de Belgische luchtmacht, evenals de Koninklijke luchtmacht, vanwege
operationele redenen vaker tijdens nachtelijke uren dan voorheen. De
naderingsprocedures zijn onlangs aangepast om de woongebieden in
Nederland en België zoveel mogelijk te vermijden. De vliegbasis Kleine
Brogel heeft toegezegd jachtvliegtuigformaties die over Budel naderen
in een eerder stadium op te splitsen, waardoor de eventuele overlast
voor Budel nog verder kan worden beperkt.
5. Welke instrumenten heeft u om (een toename van) overlast door
vliegverkeer van en naar buitenlandse vliegvelden te beperken?
De minister van Defensie kan de toestemming voor het gebruik van het
Nederlandse luchtruim door Navo-landen, zoals vastgelegd in de
Navo-binnenvliegregeling, intrekken of aan nieuwe voorwaarden
onderwerpen.
6. Op welke wijze wordt ons land op de hoogte gehouden van
verschuivingen in de omvang van het vliegverkeer dat start en vertrekt
van nabij gelegen vliegvelden in het buitenland?
De Koninklijke luchtmacht is op de hoogte van de nationale en
internationale vliegoefeningen in het Nederlandse luchtruim. Van
geringe verschuivingen in de omvang van het vliegverkeer van
nabijgelegen vliegbases in het buitenland, bijvoorbeeld als gevolg van
lokale oefeningen, wordt de Koninklijke luchtmacht niet op de hoogte
gebracht.
7. In hoeverre worden dergelijke verschuivingen gecommuniceerd met de
betrokken gemeenten en belanghebbenden en ziet u hierin voor zichzelf
een rol weggelegd?
De Luchtmachtvoorlichting draagt zorg voor de communicatie naar
betrokken gemeenten en andere (niet-militaire) belanghebbenden over
ongewone vliegtuigbewegingen, bijvoorbeeld in verband met nationale en
internationale oefeningen, waarbij eventueel overlast kan optreden.
Nieuws