Nieuws
email
"In Voorstad werken we samen, wij en die Turken"
Enorme Turkse Moskee domineert arbeiderswijk in Deventer
De moskeeën, die in tal van plaatsen als paddestoelen uit de grond
schieten, zijn het meest zichtbare bewijs van de islam als een religie
in opkomst. In Deventer leidde de plannen voor een moskee in de
volkswijk, Voorstad, twee jaar geleden tot hevige conflicten tussen
gemeente, buurtbewoners en het moskeebestuur. Nu de moskee klaar is
vinden Turken en Nederlanders elkaar weer, in hun kritiek op de
gemeente.
Door Sandrino Smeets
DEVENTER- Al is hij met zijn dertig meter nog maar half zo hoog als de
Deventer Toren, toch is hij zeker net zon grote blikvanger. De minaret
van de nieuwe Turkse El Aksa moskee in Deventer torent als een eenzame
piek uit boven de rode daken van de oer-Hollandse arbeiderswoningen.
Hier, in de kleine maar stampvolle volkswijk Voorstad, is de gemeente
erin geslaagd om bijna vijfduizend vierkante meter grond vrij te maken
voor het grootste islamitische religieuze centrum buiten de randstad.
De moskee zelf heeft een grond-oppervlakte van meer dan duizend
vierkante meter. Hij is gebouwd in Ottomaanse stijl, opgetrokken in
geel en bruin met kale boogramen. Aan drie kanten wordt hij ingeklemd
door kleine roodbruine bakstenen rijtjeshuizen. Smalle
klinkerweggetjes brengen de bezoeker naar de achterkant. Daar is een
stuk grond vrijgemaakt als parkeerruimte voor ongeveer vijftig autos.
Dit is zeker geen overbodige luxe, want de gebedsruimte is groot
genoeg voor duizend gelovigen. Bovendien komen er in het complex ook
nog een bibliotheek, een conferentiezaal, verschillende
ontmoetingsruimten voor vrouwen en jongeren, een winkel, een
restaurant, klaslokalen voor koranlessen, wasruimten en een woning
voor de imam. Het geheel is zo goed als klaar. De officiële opening is
weliswaar pas in oktober, omdat de decoratieschilderingen nog niet af
zijn, maar de moskee is wel deze maand in gebruik genomen.
Buurtbewoners, gemeente en moskeebestuur zijn het over één ding eens:
De impact is enorm.
Meer dan veertien maanden geleden werd, na twaalf jaar zoeken naar een
geschikte locatie, de eerste paal in de grond geslagen van de nieuwe
El Aksa moskee. Nog geen twee dagen daarvoor waren de buurtbewoners
bij de bestuursrechter in Zwolle in het ongelijk gesteld. Honderden
bezwaarschriften had de gemeente ongegrond moeten verklaren, voordat
met de bouw begonnen kon worden. Het gemeentehuis werd belegerd en een
wethouder verbaal belaagd. Het was vooral de locatie van de moskee
waartegen de burgers zich bleven verzetten. Niet alleen omdat in het
wijkontwikkelingsplan was vastgesteld dat hier de nieuwe speeltuin zou
komen, maar ook omdat men verwachtte dat de komst van een gigantische
moskee in een kleinschalige arbeiderswijk zou leiden tot allerlei
vormen van overlast en zelfs gettovorming. De Gedeputeerde Staten van
Overijssel hadden daarentegen geconcludeerd dat deze locatie bij
uitstek geschikt was voor een dergelijke grootschalige voorziening,
ook al zou de moskee bijna twee maal zo groot worden al het voormalige
zwembad. De kleine volkswijk, Voorstad, moest zich gaan opmaken voor
de komst van de grootste moskee van Oost Nederland. Na de beslissing
van de rechter ebde het officiële verzet grotendeels weg. Wat bleef
was de angst dat het karakter van De Oude Schil met de komst van de
moskee blijvend zou worden aangetast. Bewoners spraken over verhuizen
naar de nieuwe Vinexlocatie, de Vijfhoek. Velen vreesden dat de wijk
eenzelfde ontwikkeling zou doormaken als de beruchte Rivierenwijk, een
stadsdeel dat in de volksmond Klein Istanbul wordt genoemd.
"De gemeente heeft al haar bestuurlijke mogelijkheden moeten
aanspreken om de komst van de moskee mogelijk te maken." Wijkambtenaar
Will Bouwman kan niet ontkennen dat de komst van de moskee
hoofdzakelijk een politiek besluit is geweest. "Echt veel
inspraak-mogelijkheden voor de burgers waren er niet. De moskee is er
op deze locatie gekomen, omdat daar met het verdwijnen van het oude
zwembad een plek vrij kwam. Hij is er echt tussen gepropt." De
gemeente heeft hals over kop het bestemmingsplan gewijzigd waarin
stond dat de plek was gereserveerd voor de nieuwe wijkspeeltuin.
Bouwman: "Volgens de gemeente had een stedelijke voorziening voorrang
op een wijkvoorziening." Geconfronteerd met de felle protesten uit de
wijk, nam hun bereidheid om de bewoners te blijven informeren steeds
verder af. Bovendien is het een ongeschreven politieke wet dat teveel
communicatie altijd leidt tot vertraging. En dus stapten de
buurtbewoners naar de rechter, terwijl de gemeente doorging met het
voorbereiden van de bouw. De gemeente beschuldigde de bewoners van
racisme en discriminatie, de buurt hekelde de bevoorrechte positie van
de allochtone gemeenschappen in Deventer. Knuffelturken werden ze
genoemd. De verhoudingen in de wijk kwamen op scherp te staan. Terwijl
het bezwaarschriften bleef regenen, werden de plannen voor de bouw
door de gemeenteraad geloodst. Bouwman begrijpt de handelingsmethode
van de gemeente wel: "Er is natuurlijk wel een behoorlijke hoeveelheid
lef voor nodig om als ambtenaar op een voorlichtingsavond de plannen
uit te doeken te komen doen. De mensen in deze wijk hebben een andere
manier van communiceren. Je krijgt alles keihard in je gezicht terug.
Dan is het voor een bestuurder natuurlijk makkelijker om aan zijn
bureau bezwaarschriften af te handelen en een huis aan huis blaadje te
laten drukken."
In de wijk leeft bijna twee jaar later nog steeds het gevoel dat de
moskee hen door de strot is geduwd. Jan Eikelenberg, coördinator van
het buurtcomité tegen de komst van de moskee, is achteraf nog het
meest verbolgen over de verklaring van de Gedeputeerde Staten over de
geschiktheid van de locatie. "Ze zijn niet eens komen kijken, maar
hebben gewoon blindelings de gemeente nagepraat." De handelingswijze
van gemeente en provincie heeft veel kwaad bloed gezet. De buurt had
de moskee liever vierhonderd meter verderop gezien, aan de rand van de
wijk langs de hoofdweg. De gemeente heeft dit verzoek niet in
behandeling genomen, omdat daar de gastanks van het nabijgelegen
tankstation in de grond liggen en de grond daardoor vervuild was.
Eikelenberg: "Alle bezwaren van de buurt werden aan de kant
geschoven." De gemeente heeft volgens hem zelfs getreuzeld met het
publiceren van de bouwvergunning. Het gevolg was dat de die pas werd
gepubliceerd toen de termijn om protest aan te tekenen al voorbij was.
"Zo krijg je de buurt natuurlijk tegen. En dan moet de gemeente zich
ook niet gaan verbazen dat er harde woorden gaan vallen." Maar van
racisme was volgens hem geen sprake. "Dat was een zwaktebod van de
gemeente. De moskee is nu terecht gekomen in een wijk waar al zoveel
problemen van deze tijd bij elkaar worden gestopt. Maar ons protest
was tegen de gemeente gericht en niet tegen de moslims. Ook zij zijn
heel lang aan het lijntje gehouden." De buurt heeft zich een sportieve
verliezer getoond en het moskeebestuur gefeliciteerd met de
overwinning. Nu overheerst er een gevoel van gelatenheid en er wordt
nagedacht over meer praktische problemen als de parkeeroverlast op
vrijdag.
Bij het moskeebestuur overheerst opluchting. Eindelijk is er een
moskee die groot genoeg is om te kunnen voorzien in de behoefte van de
grote groep Turkse bewoners die al vanaf de jaren zestig en zeventig
van de vorige eeuw in Deventer woont. Orhan Arslan, bestuurslid van de
nieuwe moskee en gemeenteraadslid voor GroenLinks: "Het maakte ons na
twaalf jaar wachten niet meer zoveel uit waar de moskee zou komen. We
waren vooral blij dat we iets hadden. Natuurlijk is deze locatie niet
ideaal, maar de moskee is in ieder geval niet weggeduwd op een of
ander industrieterrein." Het moskeebestuur heeft zich bewust op de
achtergrond gehouden toen de storm van protest uit de buurt opstak.
Ook zij wisten dat er op die locatie eigenlijk een speeltuin zou
komen. Het moskeebestuur realiseerde zich dat de komst van een moskee
daardoor extra precair was. Maar daarnaast overheerste volgens Arslan
bij de omwonenden vooral de angst, dat er met de komst van een moskee
veel zou veranderen in de buurt. "Mensen zijn altijd bang voor
veranderingen. Het is een angst die voortkomt uit onwetendheid. Toen
zeker was dat de moskee er zou komen, zijn wij als moskeebestuur gaan
proberen om de buurt zoveel mogelijk op de hoogte te houden."
Opmerkelijk was echter dat vanaf dat moment het verzet eigenlijk
opdroogde. Veel van het verzet had volgens hem berust op allerlei
valse vooronderstellingen. "Mensen vreesden dat wij vijf keer per dag
gingen oproepen tot een gebed. Ze dachten dat alle Turken van Deventer
nu naar deze wijk zouden trekken, alsof Nederlanders de behoefte
hebben om met zijn allen bij de kerk te gaan wonen." En toch heeft het
moskeebestuur nooit echt het gevoel gehad dat er sprake was van
racisme of discriminatie, ook al vermoedde de gemeente dat wel. "Je
hebt het dan over een hele kleine groep, die gewoon tegen Turken zijn.
Wij hebben steeds geprobeerd om die paar extremisten te isoleren en de
grote groep achter ons te krijgen. We zijn blijven communiceren, ook
al was dat soms moeilijk vooral vanwege het taalprobleem."
Het conflict in Deventer staat zeker niet op zichzelf. Gé Grubben van
het Landelijk bureau ter Bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR)
constateert in zijn publicatie, Maar niet in mijn Achtertuin, dat de
vestiging van omstreden voorzieningen als moskeeën of azcs steevast
leidt tot protesten uit de buurt. "Dat is een algemeen sociologisch
verschijnsel. Mensen zoeken weer meer naar homogeniteit in hun
leefomgeving. Het nieuwste bewijs daarvoor zijn de grote gamma-gettos,
de nieuwe monoculturele vinexlocaties in Nederland. Mensen protesteren
daar zelfs tegen de komst van een plantsoen of een vijver." Met de
komst van een moskee krijgt het verzet ook een culturele dimensie.
Mensen zijn langzamerhand gewend aan het idee, dat er in Nederland
andere culturen wonen, maar door een moskee komt zon cultuur opeens
wel heel erg dichtbij. "De laatste jaren worden allochtone
bevolkingsgroepen steeds duidelijker zichtbaar in onze samenleving. De
Nederlandse buurtwinkel verdwijnt en er komt een Turkse bakker voor in
de plaats. Mensen vrezen dat het eigen karakter van hun wijk ten onder
zal gaan aan de grote toestroom van allochtonen." Grubben concludeert,
dat aan de bezwaren over parkeer- en geluidsoverlast, dieperliggende
sociale overwegingen ten grondslag liggen, al is er zeker niet altijd
sprake van racisme. "Mensen zijn bang, dat hun wijk overgenomen zal
worden." Vooral de Turkse allochtone gemeenschappen zijn vaak veel
hechter en beter georganiseerd. Zij vormen meer een eenheid, zodanig
zelfs dat er in politieke kringen al wordt gesproken over de
islamitische verzuiling. "Duidelijk is dat mensen vrezen dat de
moslimgemeenschap met de komst van een moskee een steeds meer op
zichzelf gerichte sociale groep zal worden. En vanuit dat oogpunt is
het natuurlijk niet handig om moskeeën in de wijken te bouwen waar
toch al hoofdzakelijk allochtonen wonen." Toch is Grubben van mening
dat je als moskee "bij je klanten moet gaan zitten". Alleen moet er
door gemeente en moskeebestuur eerst voldoende draagvlak gecreëerd
worden. En dat kan alleen door met de boze buurtbewoners te blijven
praten.
Bij de gemeente zelf was men toch wel geschrokken van de felheid van
het protest. Duidelijk werd dat het geen storm was die snel zou gaan
liggen. De in het kader van de bestuurlijke vernieuwing speciaal
aangestelde wijkambtenaar, Will Bouwman, maakt nog steeds overuren.
Haar belangrijkste taakstelling is om de communicatie met de burgers
van wijk 2 (Voorstad) op gang te houden. "Het besef is langzamerhand
gegroeid dat je niet meer kunt doen alsof het hier om een kleine
verandering in het bestemmingsplan gaat. De impact van de moskee op de
wijk zal zeker groot zijn, vooral ook omdat het veel meer is dan
alleen een gebedshuis." Toch is het volgens de gemeente niet
waarschijnlijk dat er een daadwerkelijke verandering in de
samenstelling van de wijk zal plaatshebben, vooral ook omdat de meeste
mensen gewoon niet weg kunnen al zouden ze het willen. En dus probeert
De Wijkaanpak om de bevolkings-groepen dichter bij elkaar te brengen.
Bouwman: "We proberen de buurtbewoners de moskee in te lokken, om ze
er op die manier van te overtuigen dat er niets engs aan is." Een
cruciale rol is daarbij weggelegd voor het moskeebestuur. Zij moeten
bijdragen aan het creëren van openheid. Hierin heeft de Turkse
gemeenschap volgens Bouwman in eerste instantie gefaald. "De intentie
was goed maar ze hebben er eigenlijk geen moer aan gedaan." De Turkse
gemeenschap is van oudsher erg naar binnen gekeerd en ze zagen de
noodzaak van communiceren met de buurt niet in. Zij waren vooral
gericht op de autoriteiten en gingen er van uit dat de gemeente er
maar voor moest zorgen dat het protest werd weggenomen. Naast onwil
was er sprake van onmacht. In het moskeebestuur zitten nu nog
hoofdzakelijk eerste generatie gastarbeiders, die de Nederlandse taal
niet machtig zijn. De communicatie verliep zeer moeizaam. Bouwman: "Je
loopt dan het gevaar dat zon moskee een onbekend eilandje wordt in zon
wijk. Maar het gaat beter, vooral ook omdat de jongere generatie
Turken zich ermee is gaan bemoeien. Zij staan vaak veel meer midden in
de maatschappij. Zij kunnen de brug slaan tussen de moskee en de
wijk."
Orhan Arslan kan niet ontkennen dat de moskee in Deventer nog
hoofdzakelijk een project is van én voor de eerste generatie van
gastarbeiders. Bovendien is hij zich ervan bewust dat er nog steeds
sprake is van een taalprobleem. "Zelfs de imam spreekt nauwelijks een
woord Nederlands." Maar hij heeft goede hoop dat ze erin zullen slagen
om de jongere generatie erbij te betrekken. Dat gebeurt nu al door
middel van het organiseren van voetbaltoernooien en feestavonden.
"Deze moskee is veel meer dan alleen een gebedshuis. Hij zal een
centrale rol gaan spelen in het sociale leven van de wijk Voorstad. De
moskee heeft een sterke maatschappelijke functie en niet alleen voor
moslims. Wij willen de hele wijk laten meedoen." Arslan gelooft niet
dat er zoiets bestaat als een islamitische zuil, die versterkt zou
worden door de komst van de moskee. "Integratie begint met acceptatie
van de ander. En echt integreren kan alleen vanuit de eigen cultuur."
Arslan is ervan overtuigd, dat de moskee alle bevolkingsgroepen
dichter bij elkaar zal brengen. Alleen moet voorkomen worden dat alle
Nederlanders wegtrekken naar de nieuwbouwwijken buiten de stad. Dan
ontstaat opnieuw het gevaar, dat de Turkse gemeenschap een geïsoleerde
groep wordt en zich daarom naar binnen toe zal keren.
De kans om je in de wijk Voorstad te isoleren lijkt echter
betrekkelijk klein. Het is vrijwel onmogelijk om onopgemerkt de wijk
binnen te rijden. "Iedereen kent elkaar hier", verklaart Eikelenberg.
"Iedere verandering, hoe klein dan ook heeft een gigantische impact op
deze wijk." Op dit moment is 25 procent van de bewoners van allochtone
afkomst. Maar er is geen sprake van een botsing. "Hier werken wij
samen, wij en die Turken." Autochtonen en allochtonen vinden elkaar in
hun kritiek op de afzijdige houding van de gemeente. Op straat is men
louter positief over de uiteindelijke moskee. Een Turkse man vindt de
moskee zeer stijlvol, een aanwinst voor de wijk. Maar hij vertelt dat
hij graag zou willen verhuizen. Hij verwacht overlast wanneer de
moskee helemaal af is, "want de wijk is al zo vol". Turkse en
Nederlandse kinderen spelen samen in de vervallen speeltuin. De
moeders drinken samen thee in het buurthuis. Zij verwachten geen
nieuwe problemen tussen bevolkingsgroepen nu de moskee er eenmaal is.
Lachend wordt er geroepen: "De gemeenschap van moeders is sterker dan
ras, religie of welke overheid dan ook." In het Tuinstraatje staat een
man zijn Opel Kadet te wassen. Of er problemen zijn met de grote
Turkse gemeenschap in deze buurt? "Nee, ze doen goed mee hier, die
hoofddoekjes." Schotelantennes domineren de gevels van de
Eendrachtslaan. Scootertjes beheersen er de straten. Er is veel
veranderd in de wijk de laatste jaren, vindt mevrouw Pastoors. Zij
woont al 62 jaar in een huis, dat nu pal aan de moskee ligt. Zij is
van mening dat het zeker een aanwinst voor de wijk is. "Erg leuk al
die boogramen, dat is weer eens iets anders, een nieuw uitzicht."
Herman, die achter de bar staat in het buurthuis, is het daarmee eens.
"De moskee is erg mooi geworden, maar hij is ons door de strot geduwd.
Ze duwen hier alles maar bij elkaar wat ze nergens anders kwijt
kunnen. Maar we redden ons wel. Laat de Voorstad maar schuiven."
"De islam is als een religie in Nederland in opkomst en de moskee is
daar het meest zichtbare bewijs van." Gé Grubben hoopt dat het besef
langzamerhand in Nederland zal doordringen dat integratie niet
hetzelfde betekent als culturele homogeniteit. "Wanneer een nieuwe
bevolkingsgroep zich gaat vestigen in een oude volkswijk zal dat zeker
gevolgen hebben voor het karakter van die wijk. Er zullen dingen gaan
veranderen." Volgens Grubben leidt de komst van buitenlanders in het
algemeen en een moskee in het bijzonder altijd tot een verschuiving
van het sociaal-culturele evenwicht in een wijk. "Het is natuurlijk
altijd een soort strijd om de dominantie in zon wijk. Maar het moet
een strijd met open vizier blijven. De gemeente moet niet één van de
groepen de hand boven het hoofd gaan houden." Grubben erkent dat het
verzet in de echte volkswijken vaak bijzonder fel kan zijn. "De mensen
zijn er hard, maar eerlijk." Maar het is onzin om te denken dat de
allochtone gemeenschappen zich niet zouden kunnen verdedigen. Zij zijn
vaak goed georganiseerd, de sociale verbanden zijn sterk en zij hebben
hun weg naar de politiek gevonden. "De tweede generatie is mondig
genoeg om zijn plaats te claimen in de Nederlandse maatschappij. Je
moet ze die verantwoordelijkheid laten nemen." Ook is hij ervan
overtuigd dat deze nieuwe generatie deel zal willen nemen aan de
Nederlandse maatschappij. "De islamitische verzuiling is niet
omvangrijk genoeg om het hele islamitische leven te kunnen omvatten.
Bovendien heerst er ook bij de jeugd al sterk de behoefte om zich los
te maken van de sterke sociale controle van hun ouders in de oude
wijken. Ook zij willen eruit springen en zullen dit ook doen als de
mogelijkheid zich aandient." De gemeente kan proberen te sturen in de
wijkontwikkeling onder andere door gedifferentieerd te bouwen en oude
wijken op te knappen, maar zij heeft uiteindelijk weinig invloed op
het maatschappelijke leven in een wijk. Iedere verandering in een wijk
leidt in beginsel tot protest. "Mensen zullen altijd klagen en ze
zullen blijven klagen, totdat zon gebouw er is. En dan zijn ze er
trots op en noemen ze het een aanwinst voor hun wijk."
In de Deventer Voorstad kijkt Jan Eikelenberg door het raam van het
buurthuis naar de sobere moskee en glimlacht. "Er is niets zo
verwonderlijk als een mens. Degenen, die het hardst liepen te klagen,
stonden vooraan bij de open dag. Maar ja, zo zijn de mensen hier. Nu
alleen hopen dat ik hier straks mijn auto nog kwijt kan."
Laatste wijziging: 25-08-03
Anti Racisme Informatie Centrum