NED. KANKERBESTRIJDING-KWF
Nederlanders onderschatten kankerprobleem
Veel Nederlanders onderschatten de omvang van het kankerprobleem en hebben een te pessimistische kijk op de kans op genezing. Bovendien wordt ten onrechte gedacht dat kanker vooral voorkomt bij mensen van zestig jaar of jónger, terwijl tweederde van alle kankerpatiënten juist ouder is dan zestig jaar. Dit blijkt uit een recent onderzoek door bureau Interview/NSS in opdracht van de Nederlandse Kankerbestrijding/Koningin Wilhelmina Fonds (KWF) ten behoeve van het KWF-kwartaalblad OverLeven.
Het onderzoek bevestigt voor het KWF de noodzaak om gezondheidszorg, politiek én bevolking te blijven wijzen op zowel de urgentie als de grootte van het kankerprobleem en op de noodzaak tijdig in te spelen op het toenemend aantal oudere kankerpatiënten. Omdat kankerpatiënten vaker genezen of langer leven met hun ziekte dan men denkt, is meer aandacht nodig voor omgaan met kanker binnen gezin en familie, maar ook voor bijvoorbeeld goede begeleiding binnen het werk.
Uit het onderzoek blijkt dat veertig procent van de ondervraagden geen idee heeft van het aantal nieuwe gevallen van kanker per jaar. Nog eens een derde van de ondervraagden schat het aantal nieuwe gevallen van kanker op minder dan 30.000 per jaar. In feite gaat het om meer dan het dubbele: bijna 66.000.
Bij patiënten die zijn behandeld voor kanker wordt vaak gesteld, dat men na een periode van vijf ziektevrije jaren, vrijwel zeker is van genezing. Gemiddeld haalt -met grote verschillen per soort kanker en stadium bij ontdekking- circa vijftig procent van de patiënten deze vijfjaarsoverleving. Slechts 15% van de ondervraagden noemt dit percentage, nog eens 15% schat de kans hoger in. De rest van de ondervraagden heeft een pessimistischer beeld.
Dit kan ook van invloed zijn op de mening over het aandeel van kanker in de sterfte in Nederland. Kanker is na hart- en vaatziekten (50%) de tweede doodsoorzaak met circa 25%. Eén op de vijf ondervraagden schat dit goed in, een kwart denkt dat het aandeel lager is, maar bijna de helft komt hoger uit. Tien procent heeft geen idee.
Gevraagd naar de in hun ogen drie belangrijkste oorzaken van kanker werden door de ondervraagden roken (80%), voeding (50%), erfelijkheid en kankerverwekkende stoffen (beide rond 25%) het meeste genoemd. Andere factoren zoals teveel zonnen, teveel alcohol en te weinig bewegen zijn bij het publiek wel bekend, maar stonden in de beleving blijkbaar wat op de achtergrond. Zij werden slechts door circa 10% van de ondervraagden genoemd. Dit is een vertekening. Roken en voeding hebben inderdaad het grootste aandeel in de kankersterfte, maar erfelijkheid en kankerverwekkende stoffen worden overschat. Dit aandeel is in werkelijkheid circa 5%, net als het drinken van te veel alcohol. Het aandeel van kankersterfte door de andere genoemde factoren, - te weinig beweging, te veel zonnen en verontreinigingen in milieu - zit daar net iets onder.
---Mededeling voor de redactie,