Rotterdam, 22 augustus 2003
Opsporingsonderzoek bouwfraude en corruptie in oktober afgerond
Het opsporingsonderzoek naar de bouwfraude en vermoedelijk gepleegde
ambtelijke corruptie zal naar verwachting op 1 oktober 2003 door het
Korps landelijke politiediensten (KLPD) en de Rijksrecherche worden
afgerond.
De processen-verbaal van beide opsporingsdiensten zullen door het
Landelijk Parket worden beoordeeld. Het parket zal een beslissing
nemen over het verdere strafrechtelijke vervolg. In het merendeel van
de onderzochte zaken loopt bovendien een gerechtelijk vooronderzoek.
Naar verwachting zullen in deze gvo's op verzoek van advocaten nog
onderzoekshandelingen aan de rechter-commissaris worden verzocht.
Daarbij kan worden gedacht aan het horen van getuigen.
Het onderzoek naar de bouwfraude concentreert zich op acht
bouwprojecten en vier grote bouwbedrijven. Rechtspersonen en
natuurlijke personen worden verdacht van oplichting, valsheid in
geschrift, overtreding van de (oude) Wet economische mededinging
(WED), belastingfraude en omkoping van ambtenaren. Bovendien worden 12
ambtenaren verdacht van corruptie.
Eerder is aangegeven dat het opsporingsonderzoek medio 2003 zou worden
afgerond. De uitloop is noodzakelijk vanwege de omvang van het
onderzoek.
Het onderzoek staat onder leiding van drie officieren van justitie van
het Landelijk Parket. Het onderzoek naar de bouwfraude wordt
uitgevoerd door rechercheurs van de nationale recherche bij het Korps
landelijke politiediensten (KLPD). Het corruptieonderzoek wordt
uitgevoerd door de Rijksrecherche.
Openbaar Ministerie