Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk 31 juli 2003 W&I/SIU/2003/60903 nr. 2020315530
Onderwerp Datum Kamervragen van het lid Verburg 21 augusatus 2003

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Verburg (CDA) over het beleid van de gemeente Loenen inzake uitkeringsgerechtigden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(M.Rutte)




---


Kenmerk 2020315530

Vragen van het lid Verburg (CDA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het beleid van de gemeente Loenen inzake uitkeringsgerechtigden.


---
Herinnert u zich de brief die u aan de gemeente Loenen hebt verzonden, waarin u, zonder inhoudelijke reactie op de door deze gemeente geschetste problemen, in alle gevallen eist dat uitkeringsgerechtigden naar het CWI in Hilversum worden gezonden?

Ja.


2 en 3
Hoe beoordeelt u de argumenten van de gemeente Loenen om een groep burgers, op een grote afstand tot de arbeidsmarkt, niet nodeloos op te zadelen met een extra loket, wat niets toevoegt dan mensen en de gemeente met veel extra rompslomp op te zadelen, waarbij tevens het risico bestaat dat een eventuele uitkering te laat kan worden verstrekt? Deelt u de opvatting dat de werkwijze van de gemeente Loenen past in het kabinetsbeleid om overbodige bureaucratie tegen te gaan? Zo neen, waarom niet?

De centrale doelstelling van de Wet SUWI is `werk boven uitkering'. Ik heb in mijn brief van 24 juli jl. aan burgemeester en wethouders van de gemeente Loenen aangegeven, dat met cliënten direct dient te worden nagegaan welke mogelijkheden er voor hen zijn op de arbeidsmarkt. Eerst na dit onderzoek kan een onderscheid worden gemaakt naar de mate van de afstand tot de arbeidsmarkt. De wetgever heeft voorzien in een CWI als publieke instantie met één loket voor een baan en zonodig een uitkering. Het CWI verricht deze activiteiten als enige instantie binnen de Wet SUWI, onder meer vanwege de gewenste onafhankelijkheid en concentratie van deskundigheid.
Van een uitkeringsintake bij het CWI kan alleen worden afgeweken ten aanzien van in artikel 63a, tweede lid, van de Abw genoemde categorieën van uitkeringsaanvragen waarbij inschakeling in het arbeidsproces niet aan de orde is (zoals aanvragen van bijzondere bijstand en aanvragen van algemene bijstand van personen die ouder zijn dan 65 jaar). Burgemeester en wethouders van Loenen hebben per brief aangegeven een doelmatige dienstverlening aan de burgers van Loenen bij de uitvoering van de Algemene bijstandswet te laten prevaleren boven een strikte uitvoering van de Wet SUWI. Naar mijn mening bestaat een doelmatige uitvoering vooral uit het voorkomen van onnodige en onnodig lange bijstandsuitkeringen en het zo snel mogelijk toe leiden naar werk. Hierbij past niet dat alle cliënten met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt de dienstverlening van het CWI wordt onthouden om hun kansen op betaald werk te vergroten.

4 en 5
Hebt u overwogen zelf ter plekke een beeld te vormen van de praktijk en de problemen die de SUWI-wetgeving veroorzaakt? Bent u bereid dit alsnog te doen?




---


Antwoord 4 en 5
Burgemeester en wethouders van de gemeente Loenen hebben mij per brief van 11 maart jl. in voldoende mate en helder de argumenten aangegeven waarom zij zijn overgegaan tot een uitvoering in strijd met de wet. Ik deel deze argumenten niet. Ik ben nader geïnformeerd door de Inspectie Werk en Inkomen, die ter plaatse een onderzoek heeft ingesteld naar de rechtmatigheid van de uitvoering. Het oordeel van de Inspectie en mijn beleidsmatige reactie heb ik 24 juli jl. aangeboden aan het parlement (B&GA/BR&I/03/48651a).


---
Bent u bereid dit soort onbedoelde en ongewenste effecten van SUWI te corrigeren, ook met het oog op een succesvolle invoering en uitvoering van de nieuwe Wet Werk en Bijstand?

Gemeenten, CWI en UWV vormen een keten en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het realiseren van de SUWI-doelstelling `werk boven uitkering'. Een belangrijke stap bij het verder optimaliseren van de samenwerking in de keten is gezet door de totstandkoming van het Programma Ketenresultaten 2003 ­ 2004. Hierin hebben de ketenpartners afspraken gemaakt over juist die onderwerpen die het hart van de samenwerking raken. Het Programma bevat bijvoorbeeld prestatieafspraken over het voorkomen van instroom in de Abw en de WW (de preventiequote) en de doorstroom uit de WW naar Abw (de doorstroomquote).

Ik heb aandacht voor de uitvoeringspraktijk en mogelijke verbeterpunten op momenten van evaluatie en tussentijds. In de praktijk is gebleken dat bij de ketenpartners behoefte bestaat aan een grotere beleidsvrijheid om gezamenlijk afspraken te maken over een meer efficiënte en effectieve samenwerking. Indien de ketenpartners heldere afspraken met elkaar maken over een nadere taakverdeling die bijdraagt aan de doelstellingen van werk boven uitkering en klantgerichtheid, mag de SUWI-regelgeving geen keurslijf vormen die een dergelijke ontwikkeling a priori verhindert. Er is een voorstel ingediend bij de Tweede Kamer om - naast het innovatieartikel in de WWB - in de Wet SUWI een juridische basis op te nemen om te experimenteren. Het doel van dit artikel is om vormen van innovatieve samenwerking tussen de ketenpartijen, die niet passen binnen de wettelijke kaders, te kunnen beproeven. Minimale randvoorwaarden daarbij zijn dat de experimenten worden uitgevoerd op de locatie van een CWI of van een bedrijfsverzamelgebouw en dat een deel van de uitkeringsintake blijft worden uitgevoerd door het CWI.

Bij het voorstel van een experimenteerartikel Wet SUWI dient het te gaan om een gezamenlijk gedragen voorstel van UWV, CWI en gemeenten. Bij de gemeente Loenen gaat het onder meer om een eenzijdige beslissing van de gemeente om een groot deel van de bijstandsaanvragen zonder de wettelijk verplichte tussenkomst van het CWI af te handelen.