./. Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van lid Bussemaker (PvdA) over de daling van het ziekteverzuim van 31 juli 2003.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA 'S GRAVENHAGE
Uw brief Ons kenmerk d.d. 31 juli 2003 AVB/VDB/03 60876 Kenmerk 2020315470
Onderwerp Datum Daling van het ziekteverzuim 21 augustus 2003
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
---
Antwoorden op de vragen van het Tweede Kamerlid Bussemaker (PvdA)
2020315470
Vragen van het lid Bussemaker (PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over de daling van het ziekteverzuim. (Ingezonden 31 juli 2003)
---
Kent u de cijfers van het CBS, waaruit blijkt dat het ziekteverzuim met 10 % is afgenomen
in de private sector, en met 11 % in de zorgsector? 1)
Antwoord:
Ja, het betreft een vergelijking van de cijfers van het eerste kwartaal 2003 met dezelfde
periode in 2002. De cijfers van het CBS zijn beschikbaar via StatLine. Een toelichting op
deze cijfers is op 28 juli 2003 in de reeks Publicaties Webmagazine verschenen.
---
Geldt de daling in de zorgsector ook voor andere onderdelen van de collectieve sector? Bent
u bereid de belangrijkste conclusies uit het CBS-rapport als bijlage mee te sturen bij de
antwoorden op deze vragen?
Antwoord:
Niet alleen bij de zorg maar ook bij andere onderdelen van de collectieve sector is het
verzuim gedaald. In voornoemde publicatie in het webmagazine wordt ook een
overeenkomstige daling van het verzuim bij de Rijksoverheid gemeld met 1,0%-punt naar
7,3%. Van de overige overheidssectoren zijn alleen jaarcijfers beschikbaar, daarom wordt
volstaan met een vergelijking van gegevens van 2002 met die van 2001. Bij de sectoren
Rijk, Provincies en Politie bedroeg de daling in 2002 ten opzichte van 2001 meer dan 1%-
punt, bij Gemeenten en Onderwijs 0,5% resp. 0,6%-punt.
Bij deze ontwikkelingen moet worden opgemerkt dat qua niveau de cijfers van de overheid
en de marktsector slechts deels vergelijkbaar zijn. Bij de marktsector gaat het om het
verzuim van minder dan één jaar, terwijl bij de overheid ook het verzuim van meer dan één
jaar in de verzuimpercentages zit. Bij de Rijksoverheid komt het verzuimcijfer in 2002
hierdoor 1,2% hoger uit, wat betekent dat het met de particuliere bedrijven overeenkomstige
verzuimcijfer ongeveer 5,6% bedraagt. Dit ligt slechts 0,2%-punt boven het gemiddelde
percentage van de particuliere bedrijven. Een kopie van de CBS-rapportage is bijgevoegd.
---
Deelt u de conclusie van het CBS dat de daling het gevolg is van de effecten van de Wet
Poortwachter in combinatie met de economische recessie?
Antwoord:
Opgemerkt zij dat in de CBS-rapportage geen conclusies staan over de oorzaken van de
verzuimdaling.
Ik ben van mening dat een complex van facoren, waaronder zeker de Wet verbetering
poortwachter en waarschijnlijk ook de economische recessie de daling verklaren. Ook de
arboconvenanten hebben aan de gunstige ontwikkeling bijgedragen, hetgeen o.m. blijkt uit
de ontwikkelingen in de sectoren Overheid, Onderwijs en Zorg.
---
---
Wat zijn de gevolgen in termen van WAO-uitgaven van deze daling van het ziekteverzuim?
Antwoord:
De daling van het ziekteverzuim is niet één-op-één te vertalen naar de gevolgen voor de
WAO-instroom. De CBS-cijfers maken namelijk niet duidelijk in hoeverre deze daling ook
betrekking heeft op mensen die één jaar ziek zijn en aan de poort van de WAO komen.
Overigens laten recente gegevens van het UWV een door SZW voorziene dalende trend in
de WAO-instroom zien. Het kwartaalverslag van het UWV laat in het eerste half jaar van
2003, ten opzichte van het eerste half jaar van 2002 een daling zien van het aantal WAO-
aanvragen met 30% en van het aantal WAO-toekenningen met 26%. Ook hier speelt
waarschijnlijk een complex van oorzaken, zoals de Wet verbetering poortwachter, minder
druk op de arbeidsmarkt en de arboconvenanten.
---
Welke conclusies trekt u hieruit voor het te voeren beleid?
Antwoord:
In het complex van oorzaken dat waarschijnlijk ten grondslag ligt aan de daling van het
ziekteverzuim en de afname van de WAO-instroom, speelt de Wet verbetering poortwachter
een rol. Naar het oordeel van het kabinet kan het effect van deze wet nog worden vergroot
door de periode van wettelijke loondoorbetalingsverplichting voor werkgevers te verlengen
van een naar twee jaar. Daarmee worden ook de op grond van genoemde wet geldende
verplichtingen voor werkgevers en werknemers verlengd naar het tweede verzuimjaar. Meer
in het algemeen betekent deze verlenging een door het kabinet gewenste, verdere vergroting
van de verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer voor preventie en reïntegratie, in
lijn met de richting van het beleid gericht op verzuimbeheersing.
Hoewel de ontwikkeling van de WAO-instroom in 2002 en begin 2003 positief is te
noemen, is het aantal personen dat de WAO instroomt nog steeds te hoog. Diverse
stelselwijzigingen in de afgelopen decennia hebben weliswaar het groeitempo tijdelijk
verlaagd, maar hebben de aanwas niet ongedaan kunnen maken. Het volume en de
economische effecten daarvan zijn overigens niet het belangrijkste motief tot verdere
herziening. Het sociale effect van arbeidsparticipatie is zo mogelijk nog van groter belang.
In het Hoofdlijnenakkoord is daarom, in navolging van het Strategisch Akkoord,
opgenomen de WAO ingrijpend te wijzigen om te komen tot een regeling die gericht is op
het benutten van de mogelijkheden van de mensen die een beroep doen op de WAO.
Momenteel wordt uitwerking gegeven aan de in het regeerakkoord vermelde
beleidsvoornemens terzake.
---
Deelt u de mening dat verhoging van de verplichte uitgaven voor preventie (arbo) tot een
verdere belangrijke daling kan leiden van het ziekteverzuim, onder andere door zogenoemde
'tientjescontracten' tegen te gaan?
Antwoord:
---
Een verplichte uitgavenverhoging werkt contraproductief. Indien een werkgever niet zelf de
zin van investeren in preventie inziet, zal opgedrongen dienstverlening slechts de weerzin
verhogen. Het beleid is er op gericht het belang van een preventieve aanpak voor de
werkgever te verhogen en kennis en inzicht in de mogelijkheden van zo'n beleid te
vergroten, zodat uitgavenverhoging op vrijwillige basis tot stand komt. Dat dit beleid
resultaten afwerpt blijkt onder meer uit de gestage groei van de omzet van arbodiensten.
Van 789 mln. in 2000 tot naar schatting 932 mln. in 2002. Het antwoord op vraag 7
bevat meer informatie over het op preventie gericht beleid.
Overigens zij opgemerkt dat de term "tientjescontracten" misleidend is. Juist ook de
werkgevers die volop investeren in preventie geven vaak de voorkeur aan een goedkoop
basiscontract en nemen vervolgens de diensten die zij zelf nodig achten af op
verrichtingenbasis.
---
Bent u bereid te overwegen een dergelijk, op preventie gericht beleid te ontwikkelen om de
WAO-instroom te verminderen?
Antwoord:
In het beleid, gericht op optimale arbeidsparticipatie, neemt uiteraard ook de preventie van
WAO-instroom via het arbeidsomstandighedenbeleid en de reïntegratie in het eerste
ziektejaar een belangrijke plaats in.
In eerste instantie is dit de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers zelf, het
betreft allereerst de veiligheid en gezondheid van werknemers. Beroepsziekten,
arbeidsongevallen en arbeidsgerelateerd verzuim moeten zoveel mogelijk worden
voorkómen. Een goed arbeidsomstandighedenbeleid in bedrijven is synoniem voor
preventie.
De overheid stelt wat betreft de arbeidsrisico's waar nodig normen voor werkgevers én
werknemers, en handhaaft die. De programma's `Versterking Arbeidsveiligheid' en de
evaluatie van de Arbowet 1998 zijn gericht op verbetering van het normenkader. Verder
wordt eraan gewerkt dat kennis en goede ervaringen met arbo- en verzuimbeleid voor
ondernemers toegankelijk zijn. Het per 1 maart 2003 ingestelde Arbo Platform Nederland is
in dit verband gericht op het beschikbaar stellen en het gebruik van vraaggerichte
informatie, met name voor het midden- en kleinbedrijf. Ook heeft MKB Nederland een
arbo-programma opgesteld waarin onder andere een digitale risico-inventarisatie en -
evaluatie wordt ingericht, waaruit een plan van aanpak rolt en concrete suggesties voor
oplossingen.
In de tweede plaats geldt de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers voor het
(ziekte)verzuimbeleid. Hierin kan het nodige verbeterd worden door al vroeg in de
verzuimperiode adequaat op te treden. Het tegengaan van onnodige medicalisering is daarbij
een belangrijk speerpunt. Het kabinet zal daartoe onder meer investeren in goede aansluiting
tussen de arbozorg en de curatieve zorg. Het vervolg van het project Sociale Zekerheid en
Zorg, waarover begin oktober een nota volgt, is daar in het bijzonder op gericht. Goede
samenwerking is niet alleen van belang voor het voorkómen van arbeidsgerelateerde
aandoeningen, maar ook voor vroegtijdige en duurzame reïntegratie. De verwijsfunctie van
---
bedrijfsartsen (per januari 2004) beoogt een sterke impuls te geven aan de afstemming en
samenwerking tussen bij verzuim betrokken deskundigen.
Voor het verbeteren van de deskundige ondersteuning van de werkgever door de arbodienst
heeft het kabinet met haar adviesaanvraag aan de SER en de RWI een beleidsaanpassing in
de vormgeving van arbodienstverlening voorgesteld. Door naast het geïntegreerde certificaat
voor arbodienstverlening de mogelijkheid te scheppen van deelcertificaten zullen
sectorspecifieke en gespecialiseerde ondersteuningsstructuren meer kans krijgen op de
markt voor preventieve arbo-ondersteuning, zodat werkgevers en werknemers meer
keuzemogelijkheden krijgen om hun beleid in te richten.
Het gaat erom de arbeidsomstandigheden en de aanpak van verzuim en reïntegratie sluitend
te maken. Het kabinet zal de sociale partners in de praktijk ondersteunen om het
preventiebeleid verder te versterken en te investeren in de noodzakelijke verbetering van het
arbo- en verzuimbeleid. Daartoe zal het kabinet de aanpak via arboconvenanten de komende
jaren voortzetten. De tweede fase convenanten (2003 2008) zullen zich niet alleen richten
op preventie, maar ook op een sectorale en effectievere aanpak van verzuim en reïntegratie.
Einddoelen van deze tweede fase zijn een minimale reductie van 20 procent van het
ziekteverzuim en van het WAO-instroompercentage. Het streven is om in samenspraak met
de sociale partners in ongeveer twintig grote sectoren die gekenmerkt worden door een
omvangrijke uitstoot naar arbeidsongeschiktheid, tot afspraken te komen.
1) NOS-journaal, 28 juli jl.
Bijlage: CBS-rapportage `Ziekteverzuim in eerste kwartaal gedaald' van 28 juli 2003
---
Ziekteverzuim in eerste kwartaal gedaald
In het eerste kwartaal van 2003 is het ziekteverzuim in de marktsector en bij de rijksoverheid sterk
gedaald. Bij particuliere bedrijven daalt het met 0,6 procentpunt ten opzichte van het eerste kwartaal
van 2002. Bij de rijksoverheid is de daling zelfs 1 procentpunt.
Bedrijfsleven telt minder zieken
Het ziekteverzuim bij particuliere bedrijven is in het eerste kwartaal van 2003 gemiddeld 5,3 procent.
Dit betekent dat per dag gemiddeld één op de negentien werknemers in het bedrijfsleven ziek thuis
bleef. Dat is minder dan in hetzelfde kwartaal in 2002. Toen bleef gemiddeld 5,9 procent ziek thuis.
Sinds 1997 daalde het ziekteverzuim bij particuliere bedrijven niet zo sterk.
Ziekteverzuim particuliere bedrijven, 1e kwartaal
Daling ziekteverzuim zorgsector houdt aan
De daling van het ziekteverzuim is het sterkst in de landbouw en visserij. In die sector daalt het
verzuim in een jaar tijd van 4,3 naar 2,8 procent. Ook in de niet-commerciële dienstverlening daalt
het ziekteverzuim sterk. Die daling wordt vooral veroorzaakt door de daling van het verzuim in de
gezondheids- en welzijnszorg. In de zorg is het verzuim afgenomen van 8 naar 7 procent. Overigens
is in het eerste kwartaal het ziekteverzuim door seizoeninvloeden altijd relatief hoog.
---
Ziekteverzuim particuliere bedrijven naar sector, 1e kwartaal
Ziekteverzuim bij grote bedrijven flink gedaald
Met name bij grote bedrijven is het ziekteverzuim fors verminderd. Was het ziekteverzuim bij
bedrijven met meer dan honderd werknemers in het eerste kwartaal 2002 nog 7,5 procent, in het
eerste kwartaal 2003 is dat 6,6 procent. Bij kleine bedrijven is het ziekteverzuim juist iets
toegenomen.
Rijksambtenaren verzuimen minder
Bij de rijksoverheid is het ziekteverzuim afgenomen van 8,3 procent in het eerste kwartaal 2002 naar
7,3 procent in het eerste kwartaal 2003. De daling van het ziekteverzuim bij de rijksoverheid was al
in 2002 waarneembaar.
Ziekteverzuim rijksoverheid, 1e kwartaal
---
Ziekteverzuim rijksoverheid anders berekend
Het verzuimpercentage bij de rijksoverheid is veel hoger dan bij particuliere bedrijven. Dit komt
omdat bij de rijksoverheid werknemers die langer dan een jaar ziek zijn meetellen. Het ziekteverzuim
exclusief het verzuim langer dan een jaar lag in 2002 ongeveer 1,2 procentpunt lager. Bij vergelijking
met de particuliere sector is ook van belang dat het bij de rijksoverheid vrijwel uitsluitend gaat om
instellingen met meer dan honderd werknemers.
John Kartopawiro
Bron: Statline
Meer informatie: infoservice@cbs.nl
© Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen, 2003
Bronvermelding is verplicht.
Verveelvoudiging voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan.
Privacyverklaring
Laatst gewijzigd: 28 juli 2003