HORECABOND FNV
Horeca loopt voorop bij onderbetalen van personeel
FNV Horecabond vindt voorstel De Geus onvoldoende
De horeca loopt voorop bij het onderbetalen van personeel. Dat blijkt uit onderzoek van de Arbeidsinspectie naar het al dan niet betalen van het wettelijk minimumloon (WML). Terwijl gemiddeld 1,1% van de werknemers ten onrechte niet het WML ontvangt, is dat cijfer in de horeca 5,6% oftewel vijf maal zo hoog. Minister De Geus wil echter pas over drie jaar het toezicht verscherpen. Hij hoopt eerst door voorlichting verbetering te bereiken. Voorzitter Ben Francooy van de FNV Horecabond vindt dat 'absoluut onvoldoende'.
Minister A. de Geus van sociale zaken en werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer laten weten dat hij hoopt door meer voorlichting een betere toepassing van de regeling te bereiken. Mocht over drie jaar blijken dat dit niet voldoende is, pas dan overweegt het Ministerie het toezicht op het WML te verscherpen.
Ben Francooy noemt dat een 'zwaktebod'. Hij wil meer en betere controle op het uitbetalen van het minimumloon. 'Door maatregelen drie jaar op de lange baan te schuiven, nodig je ondernemers uit om het minimumloon te blijven ontduiken. Zeker in onze sector is al vaker gebleken dat alleen voorlichting niet voldoende is.'
Het wettelijk minimumloon garandeert werknemers in het bedrijfsleven een redelijk loon voor geleverde arbeid. Ieder werknemer van 23 tot 65 jaar heeft daarop recht. Voor jongeren geldt het minimumjeugdloon. Dat wil niet zeggen dat iedereen dat krijgt. Uit het onderzoek van de arbeidsinspectie (Werknemers met een bruto loon op en onder het wettelijk minimumloon 2001, uitgebracht maart 2003) blijkt dat 68.000 mensen (1,1% van de werknemers) ondanks het wettelijk minimumloon in oktober 2001 minder verdienden. Het WML kregen toen 130.000 mensen (2.1%).
Onderbetaalde werknemers zijn vooral in deeltijd werkende vrouwen en jongeren. Het slechts scoren de horeca (5,6%) , landbouw en visserij (4,1) en detailhandel (3,7). Voor de horeca met ongeveer 300.000 werknemers kom dat neer op 16.800 mensen onder en 34.500 mensen op het minimumloon. De situatie verbetert ook nauwelijks: een half jaar later wordt de helft van de mensen nog steeds onderbetaald en is slechts 13% gestegen naar het niveau van het minimumloon.
Periodieke controles en een klachtenregeling blijken nauwelijks te werken. De Geus stelt daarom voor mee voorlichting te geven, zowel aan werknemers, en dan met name vrouwen en jongeren, als aan de brancheorganisaties zoals KHN.
Het rapport geeft drie hoofdredenen waarom in het WML niet wordt uitbetaald: netto loonafspraken, onjuiste arbeidsduur (uitgaand van veertig in plaats van 38 werkuren per week) en het niet toepassen van de halfjaarlijkse loonsverhogingen.
21 aug 03 13:53