21-08-2003
De Kleuter- of zesjarigentoets wekt verwachtingen die niet waar te
maken zijn, vindt gemeenteraadslid Karina Schaapman. Bovendien:
toetsen komt neer op minder geld voor onderwijs.
Eerst wilde het nieuwe kabinet de kleutertoets invoeren. Gezegd wordt
dat de schoolprestaties zullen worden afgemeten aan het verschil
tussen het eindresultaat (Cito-eindtoets) en de beginmeting
(kleutertoets). Scholen worden op basis hiervan gefinancierd. Hoe
groter dat verschil, hoe meer geld. Vervolgens komt de onderwijsraad
afgelopen week met een advies om zes jarigen te toetsen. Allereerst
vraag ik mij af of ouders wordt gevraagd om toestemming voor het
afnemen van zo'n toets. Het hele principe van toetsen hangt af of de
deelnemers bereid zijn serieus mee te werken. De vraag is of je dat
van kleuters kan verwachten. Als ze niet willen, dan doen ze het ook
niet. Als een onderdeel hun niet aanstaat werken ze zelfs tegen. Dan
komt er dus een volledig valse uitslag. Hopelijk gaat de kleutertoets
niet door. Maar stel dat de zesjarigetoets wordt ingevoerd, ouders
geven toestemming en kinderen werken massaal mee, dan willen ouders
ook een nette bespreking over de uitslag zodat je als ouder kan
toetsen of je je kind erin herkent. De 'mondige' ouders zullen na
afname toets als dat nodig blijkt, verwachten dat een op het kind
toegesneden maatprogramma zal volgen. Scoort een kind onvoldoende op
kleuren, dan zal daar extra aandacht voor moeten komen. De
werkelijkheid zal zijn dat er een enorme verschil is per kind. Op het
ene onderdeel is het kind al toe aan groep 4, op het andere onderdeel
zal dringend extra zorg gewenst zijn. De realiteit is dat de school
helemaal geen mankracht en middelen heeft om daarop een maatprogramma
te maken, dus zal er minder met de uitslag gebeuren dan je zo van
tevoren zou verwachten. De kleuter of zesjarige toets wekt
verwachtingen die niet waar te maken zijn. Het is leuk en aardig om te
weten hoe een kind zich ontwikkelt, maar je kunt niet alle kinderen
massaal aan een en de zelfde test onderwerpen, en al helemaal niet op
een vast tijdschema. Daarbij komt dat het in het belang van de school
'kan zijn' om de uitkomst van de toets zo laag mogelijk te laten zijn
want dat levert geld op. Met de kleutertoets ging het erom, dat
financiële middelen zo effectief mogelijk besteed worden. Dat streven
is goed , de wijze waarop niet. Het hele punt is juist dat je kunt
uitsluiten dat leerlingen, leraren en ouders er beter van worden.
Toetsen op kleuterleeftijd of zesjarige leeftijd hebben geen
voorspellende waarde (tenzij onder bijzondere omstandigheden, maar die
zijn er niet op school en zeker niet bij alle leerlingen). Het plan is
er omdat onwaarschijnlijk wordt geacht dat voor alle leerlingen
waarvoor vandaag extra geld wordt uitgekeerd, de extra inspanning ook
werkelijk nodig is. Als dat al uit de toetsing zou blijken, dan
betekent dat ontegenzeggelijk minder geld voor het onderwijs. Geld dat
vandaag helemaal niet voor de leerlingen voor wie het wordt uitgekeerd
wordt gebruikt, maar voor de hele school. Het nadeel dat voortvloeit
uit het minderen van de extra's komt dus bij alle leerlingen en
leerkrachten terecht. Die laatsten zullen het het eerst merken, want
het extra geld wordt meestal gebruikt voor formatie-uren. Het komt dus
neer op 'hetzelfde doen voor minder geld en met minder collega's'.
Scholen die gemiddeld meer vordering halen dan acht jaar, die krijgen
als beloning extra geld. Kinderen als ijkpunt nemen gedurende een
periode van acht jaar, gaat compleet voorbij aan het feit dat kinderen
de meeste tijd van hun leven niet op school zijn en de meest cruciale
ontwikkeling niet op school, maar juist daarbuiten onder begeleiding
van de ouders doormaken. Dus als de vorderingen van leerlingen onder
het gemiddelde blijft, ook al ligt de voornaamste oorzaak daarvan niet
binnen de schooltijden maar erbuiten, dan gaat er geen extra geld in
om het niveau op te krikken, maar krijgen ze juist minder. Als de
overheid greep wil krijgen op de kwaliteit van het onderwijs, dan moet
men de waar gaan onderzoeken. Het gebouw, de lesstof, het aanbod en de
wijze waarop dat gebeurt. Het gaat een beetje ver als de overheid
ongevraagd de kinderen als nulmeting en of ijkpunt mag gaan gebruiken
om financierings- en organisatieproblemen op te lossen.
Karina Schaapman
Partij van de Arbeid