Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DVVO-ZV-U-2393380 20 augustus 2003 Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Aanbesteding bovenregionaal vervoer -1-


Ik heb u op 23 april 2003 in een brief (DVVO/ZV-U-2375115) geïnformeerd over de op handen zijnde aanbesteding van het bovenregionaal vervoer voor mensen met een handicap. Het huidige contract met ConneXXion (TraXX) loopt immers op 1 april 2004 af. Thans informeer ik u over de stand van zaken bij de aanbesteding (zogenaamde tweede spoor). Met betrekking tot het in de brief van 23 april beschreven eerste spoor (verbeteren assistentieverlening) zijn op ambtelijk niveau inmiddels constructieve besprekingen gestart.

1. Veel belangstelling voor nieuw contract

Op 3 mei 2003 is de Europese aanbestedingsprocedure gestart met een aankondiging van de opdracht. De opdracht betreft het aanbieden van een dienstenpakket dat gehandicapten in staat moet stellen per 1 april 2004, met de taxi jaarlijks een per persoon gemaximeerd aantal kilometers buiten de eigen regio (bovenregionaal) te reizen tegen een openbaar- vervoertarief.
Tien vervoerders hebben vervolgens schriftelijk kennis gegeven van hun belangstelling en geschiktheid. Hieruit heb ik negen inschrijvers geselecteerd die geschikt zijn. Zij hebben begin juli het bestek toegezonden gekregen (zie bijlage) en hebben tot 25 augustus 2003 de tijd een offerte in te dienen. Het is mijn bedoeling half oktober 2003 de contractbesprekingen af te ronden met de partij die de opdracht wordt gegund.

2. Bestek moet knelpunten oplossen

Vele gehandicapte reizigers zijn tevreden over de huidige regeling van het bovenregionaal vervoer en de dienstverlening. Toch zijn er ook knelpunten, zoals het tariefsysteem bij omslachtige routes en onvolkomenheden in aansluiting op gemeentelijke vervoerssystemen. Een ander knelpunt is gelegen in het ketenmanager-concept met een gecompliceerde structuur (met aanbod van OV-ketens èn taxivervoer voor degenen die niet met OV kunnen reizen), dat niet leidde tot vergroting van het gebruik van het openbaar vervoer. Vanuit het perspectief van het Rijk is er bovendien het risico van de open-einde financiering. In feite is er in het huidige systeem géén maximum aan het aantal gebruikers en aan het aantal reizen per direct vervoer.

Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres: 2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van deze brief.



Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad

---
Kenmerk
DVVO-ZV-U-2393380

Het bestek voor het nieuwe contract probeert een deel van de knelpunten op te lossen. Zo worden in het eisenprogramma de volgende vier uitgangspunten gehanteerd: 1. het geld moet effectief en efficiënt worden benut voor de rechthebbenden; 2. het systeem moet beter aansluiten bij de behoefte van de doelgroep; 3. het vervoer moet beter faciliteren/aansluiten op de beperkingen van de doelgroep; 4. controle- en uitvoeringskosten moeten beperkt zijn.

De ervaringen met de huidige uitvoering laten zien dat vervoer per taxi het beste aansluit bij de beperkingen/behoeften van de doelgroep. Dat is wezenlijk anders dan het huidige concept waarbij TraXX juist `ketenmanager' is. Dat concept gaat er van uit dat de ketenmanager de assistentie regelt bij gebruik van het openbaar vervoer; de gehandicapte betaalt zelf zijn kaartje. Individueel vervoer (per taxi) werd als uitzondering gezien. In de praktijk heeft het taxivervoer een enorme vlucht genomen. Dat kan nog verder groeien, omdat de potentiële gebruikersgroep een veelvoud is van het huidig aantal TraXX- pashouders (40.000).

3. Nieuw systeem met individueel aantal kilometers

De bedoeling van het nieuwe contract is dat meer mensen dan nu het geval is van dit vervoer gebruikmaken. Een breder gebruik van dit vervoer verbetert de maatschappelijke positie van gehandicapten in de samenleving en gaat isolement tegen. Tegelijkertijd wil ik, gelet op het beschikbare geld, voorkomen dat de kosten onbeheersbaar stijgen. Om deze doelstellingen gezamenlijk te realiseren zijn er twee mogelijkheden: een extra strenge indicatie vooraf (hierdoor vallen veel mensen af) of een redelijke limiet stellen aan het gebruik per persoon. Zoals ik in mijn brief van 23 april 2003 al heb aangegeven, kies ik voor dat laatste.
Dat betekent dat er een nieuw systeem komt met twee kwantums van een maximaal aantal taxikilometers per jaar per reiziger: een laag en een hoog kwantum. Het hoge kwantum is in beginsel twee keer zo hoog als het lage kwantum. Het lage kwantum geldt voor gehandicapten met een Wvg-vervoersindicatie, een Gehandicaptenparkeerkaart of een OV- begeleiderskaart bij wie reeds is vastgesteld dat zij niet of in beperkte mate met openbaar vervoer kunnen reizen. De toegangscriteria voor het nieuwe systeem zijn min of meer gelijk aan het huidige systeem van bovenregionaal reizen met TraXX. Gehandicapten krijgen een laag kwantum, omdat zij in staat zijn kritische keuzes te maken bij de inzet ervan. Zij kunnen immers op de eerste plaats kiezen voor vervoersalternatieven zoals reizen met het openbaar vervoer. De taxikilometers zijn bedoeld als aanvulling op het eerste spoor toegankelijkheidsverbetering van het openbaar vervoer. Mensen die door hun beperkingen niet met de trein kunnen reizen en géén keuzemogelijkheden hebben, krijgen het hoge kwantum. VWS stelt jaarlijks, voor het eerst eind 2003, de hoogte van beide kwantums vast. De kwantums worden via een centrale organisator beschikbaar gesteld; die organiseert de taxireis en coördineert de uitvoering ervan.
De aanbesteding moet er voor zorgen dat binnen het beschikbare budget een zo gunstig mogelijke prijs gerealiseerd kan worden ten behoeve van een zo hoog mogelijk kwantum voor de pashouders. Hiervoor is in beginsel jaarlijks 17 miljoen euro beschikbaar. Dit bedrag is mede gekozen met het oog op onzekerheden over de aantallen gebruikers en de kosten en organisatie van het indicatietraject voor het hoge kwantum.

4. Zware adviesrol cliëntenorganisaties

Een nieuw systeem kan niet zonder de actieve inbreng van de cliënten en hun organisaties. Daarom krijgen de cliëntenorganisaties in het nieuwe bestek een belangrijke adviesrol. Zij



Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad

---
Kenmerk
DVVO-ZV-U-2393380

kunnen onderaannemers voordragen en adviseren de nieuwe dienstverlener in de voorbereidende fase, bij het overleg over de kwaliteitsnormen ten aanzien van het personeel, de veiligheid van vastzetsystemen en materieel, het communicatieplan en de klachtenregeling. Het bestek geeft bovendien aan dat er een bonus/malusregeling voor vervoerders en opdrachtnemer komt ten aanzien van de wachttijden en de veiligheid van reizigers. VWS vraagt de cliëntenorganisaties bovendien advies over het indicatietraject om in aanmerking te komen voor het hoge kwantum.

5. Tenslotte

Het bestek biedt naar mijn mening een goede uitgangspositie om via aanbesteding een contract te sluiten voor het bovenregionaal vervoer voor gehandicapten. De komende tijd moet blijken of de gekwalificeerde vervoerders dit eisenprogramma ook navenant invullen en tegen welke prijs. Dit bepaalt vervolgens in belangrijke mate de hoogte van de kwantums. Ik houd u uiteraard op de hoogte van de verdere ontwikkelingen en verwacht u uiterlijk eind oktober 2003 nader te kunnen informeren.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp




---- --