HBO-Raad


verschenen op: 19-08-2003

Hbo'ers behouden sterke positie op de arbeidsmarkt

Afgestudeerde hboers behouden hun gunstige uitgangspositie bij het vinden van een baan. Toch gaat de economische stagnatie niet aan hen voorbij. Hier en daar wordt voorzichtig merkbaar dat de grote hoeveelheid werkgevers op zoek naar afgestudeerde hboers afneemt. Deze conclusie valt te trekken uit de vandaag gepubliceerde twaalfde editie van de HBO-Monitor.

Een hogere opleiding biedt nog steeds de beste vooruitzichten op een goede plaats op de arbeidsmarkt. Recente cijfers van het CWI tonen een toename van het aantal hoger opgeleide werkzoekenden. Procentueel gezien blijken hoger opgeleiden echter het minst te vinden te zijn in de kaartenbakken van het CWI. Van de beroepsbevolking met een hbo-diploma is de geregistreerde werkloosheid het laagst: 4,6% in juli 2003. Ter vergelijking: van de beroepsbevolking met alleen basisonderwijs staat 20,4% als werkzoekend te boek.

De jaarlijks te publiceren HBO-Monitor biedt een ander perspectief op de arbeidsmarkt voor hboers. Zij worden na hun afstuderen gevolgd en na anderhalf jaar wordt gekeken hoe deze groep het doet op de arbeidsmarkt. De meest recente meting, van december 2002, laat zien dat van alle afgestudeerden die de arbeidsmarkt opgingen ruim 97% aan het werk is. Het percentage werkenden steeg de laatste jaren steeds, dit jaar is er echter voor het eerst weer sprake van een kleine daling (0,3%).

Als bijna alle afgestudeerden (97%) een baan vinden terwijl het economisch tegenzit is de vraag of deze baanzoekers wellicht met minder dan voorheen genoeg nemen. Dit blijkt nauwelijks het geval te zijn. Kijken we naar de salarissen dan zien we een stijging van het bruto uurloon met 4%. Ter vergelijking: in dezelfde periode steeg het gemiddelde contractloon van alle werknemers in Nederland met 3,7%. Overigens blijkt het bruto uurloon van voormalige deeltijdstudenten met 5% sneller te stijgen dan dat van afgestudeerden aan een voltijdopleiding. Het uurloon van voormalige voltijders steeg slechts met 2,8%. Daar waar voormalige deeltijdstudenten vaak al enkele jaren werkervaring hebben, zijn afgestudeerde voltijders vaak de echte starters op de arbeidsmarkt. Het lijkt er dus op dat deze groep met iets minder genoegen moet nemen dan in achterliggende jaren.

Met het niveau van de banen zit het wel goed, 79% van alle werkende afgestudeerden heeft een baan op hbo-niveau. Eén jaar eerder was dit 80%. Wel zien we hier grote verschillen. Van afgestudeerden met een hogere sociaal agogische opleiding werkt 64% op hbo-niveau. Kijken we naar pas afgestudeerde leraren dan zien we dat 88% werkt op het niveau waarvoor zij zijn opgeleid.

De HBO-Monitor bevat eveneens het antwoord op de vraag hoe afgestudeerden terugkijken op hun studie aan een hogeschool. Van alle afgestudeerde hboers zou 79% opnieuw dezelfde opleiding kiezen. Van de overigen zou 15% wel opnieuw aan een hogeschool gaan studeren, maar een andere opleiding kiezen, 8% zou elders of helemaal niet gaan studeren.

Noot: Voor de HBO-Monitor 2002 is eind 2002 een vragenlijst toegestuurd aan 41.000 personen die anderhalf jaar eerder hun hbo-diploma hadden ontvangen. De respons was dit jaar 42%. Het onderzoek is in opdracht van de HBO-raad uitgevoerd door Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Desam Research Solutions was verantwoordelijk voor de gegevensverzameling