Gezondheidsraad

Persbericht

Vaccinatie tegen pneumokokken bij ouderen en risicogroepen

Er zijn onvoldoende argumenten om meer groepen volwassen Nederlanders in te gaan enten tegen pneumokokken. Voor 65-plussers is de meerwaarde van vaccinatie niet aangetoond. Voor lijders aan bepaalde ziekten is vaccinatie tegen pneumokokken wel van belang, maar dat was al bekend. Dit concludeert de Gezondheidsraad in een advies dat vandaag is aangeboden aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Op dit moment vindt in Nederland op beperkte schaal vaccinatie tegen pneumokokken plaats. Bij volwassenen gaat het om mensen die een sterk verhoogd risico lopen op een pneumokokkeninfectie. Personen zonder milt bijvoorbeeld, en mensen met een verminderde afweer of met de ziekte van Hodgkin. Op verzoek van de minister van VWS onderzocht een commissie van de Gezondheidsraad of er wetenschappelijk gezien aanleiding is het aantal te vaccineren groepen volwassenen uit te breiden. Met name wilde de minister weten of het zinvol zou zijn de jaarlijkse griepprik voor 65-plussers aan te vullen met vaccinatie tegen pneumokokken.

Op verzoek van de Gezondheidsraad woog het Dutch Cochrane Centre het wetenschappelijk onderzoek op dit gebied. Uit deze weging blijkt dat er op dit moment onvoldoende gegevens zijn die een ruimere indicatiestelling voor vaccinatie rechtvaardigen. Aan het advies dat de Gezondheidsraad in 1982 over dit onderwerp uitbracht, is weinig nieuws toe te voegen.

Voor 65-plussers wijzen de huidige wetenschappelijke inzichten er niet op dat ze behalve tegen het griepvirus ook tegen pneumokokken zouden moeten worden ingeënt. Wel acht de Gezondheidsraad, gezien de geringe hoeveelheid bruikbare onderzoeksgegevens, een op de Nederlandse situatie afgestemd vergelijkend onderzoek gewenst.

Voor mensen die aan bepaalde ziekten lijden, kan vaccinatie tegen pneumokokken wel van groot belang zijn. De Gezondheidsraadcommissie die het advies opstelde, doet drie typen aanbevelingen:

Een harde aanbeveling tot vaccinatie geeft ze alleen voor die groepen waarin het sterfterisico zeer hoog is. Dit is het geval bij mensen zonder (functionerende) milt en bij personen die door schedelletsel kampen met lekkage van hersenvocht. Al deze mensen zouden tegen pneumokokken ingeënt moeten worden. Ook moeten ze altijd over antibiotica kunnen beschikken.

Dan zijn er ziektebeelden waarbij vaccinatie tegen pneumokokken per patiënt overwogen zou moeten worden. Het gaat hier onder anderen om mensen met de ziekte van Hodgkin, met auto-immuunziekten of met nierziekten.

Op grond van de nu beschikbare gegevens ziet de commissie geen aanleiding om vaccinatie aan te bevelen voor de diagnoses hypo- en agammaglobulinemie, diabetes mellitus, chronische longziekten, en chronisch hartfalen.

Voor een aantal van deze aandoeningen wordt nader onderzoek aanbevolen.

Het advies is opgesteld door een commissie bestaande uit:

· prof. dr JA Knottnerus; Gezondheidsraad, Den Haag, voorzitter · prof. dr WJHM van den Bosch, hoogleraar huisartsgeneeskunde; Katholieke Universiteit Nijmegen · prof. dr EHJHM Claassen, hoogleraar cellulaire immunologie; Erasmus MC, Rotterdam · dr MAE Conyn- van Spaendonck, hoofd afdeling epidemiologie infectieziekten; Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven · prof. dr RA Coutinho, hoogleraar epidemiologie en bestrijding van infectieziekten; Universiteit van Amsterdam · prof. dr J Desmyter, emeritus hoogleraar virologie; Universiteit Leuven (België) · prof. dr JAA Hoogkamp-Korstanje, hoogleraar medische microbiologie; Katholieke Universiteit Nijmegen · prof. dr J Huisman, emeritus hoogleraar epidemiologie en bestrijding van infectieziekten; Rotterdam · prof. dr JWM van der Meer, hoogleraar interne geneeskunde; Katholieke Universiteit Nijmegen · prof. dr HJ Neijens, hoogleraar kindergeneeskunde; Erasmus MC, Rotterdam · prof. dr J van der Noordaa, emeritus hoogleraar virologie; Weesp · prof. dr ADME Osterhaus, hoogleraar virologie; Erasmus MC, Rotterdam · Jl Paardekooper, hygiënist; Den Haag · prof. dr EJ Ruitenberg, hoogleraar veterinaire immunologie, Universiteit Utrecht · prof. dr HA Verbrugh, hoogleraar medische microbiologie; Erasmus MC, Rotterdam · prof. dr M de Visser, vice-voorzitter Gezondheidsraad, Den Haag · JK van Wijngaarden, arts; Inspectie voor de Gezondheidszorg; Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag, adviseur · drs J Sekhuis, arts, Gezondheidsraad, Den Haag, secretaris

Nadere inhoudelijke inlichtingen verstrekt de heer drs J Sekhuis, tel. (070) 340 5441, e-mail: j.sekhuis@gr.nl.
18 augustus 2003
info |
Disclaimer
De Gezondheidsraad is lid van het International Network of Agencies for Health Technology Assessment (INAHTA).
INAHTA bevordert de uitwisseling en samenwerking tussen de leden van het netwerk.