Persberichten
Overeenstemming over vlootcapaciteit: visserijvloot hoeft niet te krimpen
18 augustus 2003 - De Nederlandse visserijvloot hoeft niet te krimpen.
Dat is de uitkomst van overleg van minister Veerman van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit met de Europese Commissie. De Commissie
accepteert de huidige totale omvang van de vloot. Keerzijde is dat de
Commissie nu ook de schelpdiervloot onder het vlootbeleid brengt.
Daardoor mag deze vloot niet meer groeien. Dit heeft minister Veerman
16 augustus bekendgemaakt op de Mosseldag in Yerseke. Hiermee komt een
eind aan een jarenlange discussie met Brussel en ontstaat
duidelijkheid voor de visserijsector.
Nederland heeft jarenlang onderhandeld met de Europese Commissie (EC)
over de toegestane omvang van de visserijvloot. Met name is langdurig
onderhandeld over de toegestane omvang van de Nederlandse vloot die
buiten Europese wateren vist, de trawlers. Nu door de Europese
Commissie is vastgesteld dat deze visserij op duurzame wijze mogelijk
is, heeft de Europese Commissie de totale omvang van de huidige
varende Nederlandse vloot geaccepteerd. Voor Nederland vervalt daarmee
de verdere plicht tot sanering. In voorgaande jaren was er nog wel
sprake van door Brussel opgelegde verplichte sanering. Wel gaat het
nieuwe visserijbeleid ervan uit dat lidstaten op vrijwillige basis
doorgaan met sanering als de economische situatie, bijvoorbeeld door
lage quota, dit noodzakelijk maakt.
Voor de schelpdiervloot golden tot op heden geen beperkingen ten
aanzien van de vlootomvang. De visserij op mosselen, kokkels en
oesters, die voornamelijk plaatsvindt in de kustwateren, werd niet
beschouwd als een onderdeel van de vloot waarvoor beperkingen van de
vlootomvang nodig waren.
Het vaststellen van de capaciteit op het huidige niveau betekent dat
verdere uitbreiding van deze vloot onmogelijk is. In de regeling die
op 19 augustus 2003 in de Staatscourant wordt gepubliceerd legt
Veerman vast dat vissers die kunnen aantonen dat zij onomkeerbare
investeringsverplichtingen zijn aangegaan voor 16 augustus 2003, door
kunnen gaan met de bouw van hun schip. Anderen kunnen alleen een nieuw
schip bouwen als zij daarvoor een schip met dezelfde capaciteit
inleveren. Om anticipatie te voorkomen gaan de maatregelen met
onmiddellijke ingang in.
Brussel maakt een uitzondering voor schepen die uitsluitend actief
zijn op mossel- of oesterpercelen en dus niet vissen op mosselzaad. De
Nederlandse schepen worden echter voor het overgrote deel voor beide
activiteiten gebruikt. Veerman zal in overleg met de visserij nader
bekijken in hoeverre deze uitzondering voor Nederland aan de orde is.
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit