Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
I&H. 2003/744
datum
15-08-2003

onderwerp
Risico's genetisch gemodifceerde organismen Kamervragen Van Velzen TRC 2003/4518

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Hierbij zend ik u, namens de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer de heer drs. P.L.B.A. van Geel, de antwoorden op de Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over het Britse onderzoeksrapport dat wijst op de risico's van genetisch gemodificeerde organismen (ingezonden 25 juli 2003).

datum
15-08-2003

kenmerk
I&H. 2003/744

bijlage


---
Hoe beoordeelt u de conclusies van de onderzoekers van een commissie van de Britse overheid op het gebied van genetisch gemanipuleerde gewassen, dat het onmogelijk is om besmetting van biologische en reguliere landbouwvelden met sommige vormen van GM te voorkomen?

Deze vraag, maar ook vragen 3 en 4 hebben betrekking op de discussie over coëxistentie tussen genetisch gemodificeerde gewassen (gg-gewassen), conventionele en biologische gewassen (ggo-vrije gewassen). In het Algemeen Overleg voorafgaand aan de Landbouwraad van 22 mei jl., is toegezegd de Tweede Kamer te informeren over de beleidslijn voor coëxistentie van gg-gewassen en ggo-vrije gewassen. Met de brief van de minister van LNV van 23-6-2003 (I&H/2003/481) aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is zulks bevestigd en aangegeven dat de Kamer direct na het zomerreces hierover zal worden geïnformeerd.


---
Hoe beoordeelt u de conclusie van de onderzoekscommissie dat risico's voor de volksgezondheid in de toekomst niet uit te sluiten zijn en daarom veiligheidsbeoordelingstechnologieën, effectieve monitoring en etikettering verder ontwikkeld moeten worden?
Welke concrete stappen worden door de Nederlandse overheid ondernomen om te komen tot deze maatregelen?

Risico's voor de volksgezondheid zijn nooit helemaal uit te sluiten, of het nu genetische gemodificeerde of gangbare producten betreft. Voor gg-diervoeders en gg-levensmiddelen zijn onlangs (22 juli 2003) in de Europese Unie twee verordeningen aangenomen. Deze verordeningen voorzien in een zorgvuldige en degelijke veiligheidsbeoordeling van gg-diervoeders en gg-levensmiddelen. Daarnaast bevatten de verordeningen een uitgebreid systeem voor de traceerbaarheid van genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) en bedoelde gg-producten. Verder wordt de mogelijkheid geschapen om te eisen dat producten die op de markt zijn toegelaten te monitoren, als dat noodzakelijk wordt geacht.


---
Bent u het eens met de stelling dat het onverantwoord is het kweken van GM in de landbouw toe te staan in Nederland zonder dat er garanties bestaan voor het voorkomen van de besmetting met GM van de omliggende natuur, biologische en reguliere landbouwvelden? Bent u bereid maatregelen te nemen om besmetting te voorkomen? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo neen, waarom niet?

Introducties in het milieu van ggo's vinden plaats onder het Besluit GGO en Europese richtlijn 2001/18/EG. Genoemde regelgeving gaat uit van een geval tot geval benadering. De door u voorgelegde generieke stelling wordt dan ook niet door ons onderschreven. Uitgaande van een geval tot geval benadering kan vastgesteld worden dat aan iedere introductie in het milieu een uitgebreide risicoanalyse vooraf gaat, waarbij mogelijke effecten op mens en milieu worden beoordeeld. Uitkruising van ggo's naar wilde verwanten in de omliggende natuur wordt expliciet meegewogen in de risicoanalyse. Wij zijn het daarom in het geval van uitkruising naar wilde verwanten in de omliggende natuur, oneens met de stelling dat de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen onverantwoord is.

Voor uitkruising of vermenging van ggo's met biologische of reguliere landbouw verwijzen wij u naar het antwoord op vraag 1.


---
Bent u het ermee eens dat bij de eventuele introductie van GM in de Nederlandse landbouw schadeloosstelling geregeld moet zijn voor reguliere en biologische boeren in het geval van besmetting met GM? Zo ja, welke maatregelen bent u van plan te nemen? Zo neen, waarom niet? Kunt u aangeven om welke bedragen het bij schadeloosstelling zou kunnen gaan en wie verantwoordelijk is voor de betaling van eventuele geleden schade door boeren?

Voor het antwoord op deze vraag verwijzen wij u naar het antwoord op vraag 1.


---
Bent u bekend met de stelling van het hoofd van de Britse overheidscommissie, sir David King, dat de introductie van GM geen economisch voordeel voor Britse consumenten zal inhouden? Is het u bekend of de Nederlandse consument economisch voordeel zou hebben van de introductie van GM in de Nederlandse landbouw? Zo ja, hoe wordt het economisch voordeel berekend?

De door u aangehaalde stelling, afkomstig van Sir David King van het Britse 'GM Science Review Panel', is ons bekend. Het is op dit moment niet te zeggen of de Nederlandse consument economisch voordeel zal ondervinden door de introductie van ggo's in de Nederlandse landbouw. Bij de beoordeling voor markttoelating van ggo's, zoals die plaatsvindt onder de Europese richtlijn 2001/18/EG, spelen economische argumenten geen rol. Alleen risico's voor mens en milieu kunnen reden zijn voor het al dan niet verlenen van een markttoelating.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman


---