Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA `s-GRAVENHAGE
Uw brief Ons kenmerk
AI/CB/03/58843
Onderwerp Datum
Invulling amendementen 14 augustus 2003
Arbeidsomstandigheden en Arbeidsmarkt
( 28 600 XV, nrs. 42 + 46)
Aanleiding
Bij de begrotingsbehandeling SZW 2003 in december 2002 zijn twee amendementen op het
terrein van Arbeidsomstandigheden en Arbeidsmarkt van het kamerlid Verburg aanvaard
(nr. 42 en 46). In deze brief wordt aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan
deze amendementen en welke middelen ter dekking worden aangewend. Andere
toezeggingen en amendementen die tijdens de begrotingsbehandeling aan de orde zijn
gesteld blijven in deze brief buiten beschouwing.
Het amendement nr. 42 voorziet in 5 miljoen voor het stimuleren van de arboconvenanten
en het versterken van de Arbeidsinspectie.
Het amendement 46 voorziet in 10 miljoen extra voor versterking van de handhaving door
de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD), de Arbeidsinspectie(AI) en de
interventieteams.
1. Invulling van het Amendement nr. 42.
Het amendement nr. 42 zal worden ingevuld door:
a. Een extra stimulans door middel van arboconvenanten
b. Extra inspecties met aandacht voor arbeidsgebonden verzuimrisico's
c. Uitvoeren van een monitor op arbeidsgebonden uitval
1a. Arboconvenanten
In het kader van de arboconvenanten zal een extra stimulans worden gegeven aan enerzijds
de uitwisseling en borging van positieve resultaten en good practices in convenantsectoren
en anderzijds aan het verhogen van de bewustwording en het kennisniveau met betrekking
tot de arbeidsomstandigheden op de werkvloer. De directie Arbozorg en Verzuimbeleid zal
---
daartoe 2 miljoen investeren -jaarlijks aflopend naar 1 miljoen per jaar vanaf 2007- in
de volgende activiteiten.
Het subsidieverzoek van het CNV inzake het project `Veilig en gezond werken' zal worden
gehonoreerd. Dit project is gericht op het vergroten van kennis, bewustwording en
betrokkenheid bij werknemers op het terrein van arbeidsomstandigheden. Op deze wijze zal
arbokennis via de werknemers op de werkvloer worden gebracht en daarmee het veilig
werken worden bevorderd. De aanpak van het driejarige project behelst de organisatie van
120 regionale basis- en themabijeenkomsten, de opbouw van een kenniscentrum `Veilig en
gezond werken' en de vorming van een intersectoraal en regionaal netwerk . Uitgangspunt is
dat het CNV en SZW beide voor 50% in de kosten bijdragen.
Soortgelijke subsidieverzoeken van andere centrale werkgevers- en werknemersorganisaties
zullen in dit kader nader worden bezien. Een voorbeeld hiervan is het projectvoorstel van
MKB om ondernemers te faciliteren in de verdere opzet en ontwikkeling van handvatten,
initiatieven en deskundigheidsbevordering op het gebied van preventie en reïntegratie door
middel van één brancheloket. Het FNV heeft inmiddels de beschikking over een
gesubsidieerd arbo-expertisecentrum. Dit centrum richt zich op begeleidingsactiviteiten
voor ondernemingsraden, het organiseren van thema- en/of sectorbijeenkomsten, een
arbowebsite en een telefonische helpdesk. Op deze wijze wordt bijgedragen aan een
structureel hogere aandacht voor arbeidsomstandigheden en het realiseren van
veranderingsprocessen op de werkvloer.
Daarnaast zal structureel geïnvesteerd worden in borging en verankering van de in de
convenantsectoren behaalde positieve resultaten en het stimuleren van de uitwisseling van
good practices. Dit met gebruikmaking van de bestaande arboinfrastructuur. Bezien zal
worden of deze bestaande arboinfrastructuur toereikend is of dat verbeteringen noodzakelijk
zijn. In ieder geval zal in 2003 door SZW in samenspraak met sociale partners worden
gestart met de realisatie van een speciale internetsite arboconvenanten met onder meer
ondersteunende informatie, best practices en mogelijkheden voor kennisuitwisseling en
discussie. Van groot belang is dat de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van zowel
werkgevers als werknemers ook na afloop van de arboconvenanten worden gecontinueerd.
De afloop van de eerste arboconvenanten in de komende jaren en de start van de tweede fase
arboplusconvenanten voor de periode tot 2008 geeft aanleiding om leermomenten en
oplossingen te delen, discussies te starten, kennis uit te wisselen en de verbetering van
arbeidsomstandigheden blijvend op de agenda te houden. Daartoe zal eind 2003 een congres
worden georganiseerd, waarmee een bijdrage geleverd kan worden aan de borging en
verankering van positieve maatregelen en good practices in sectoren.
Tot slot zal ook geïnvesteerd worden in gerichte activiteiten in aansluiting op sectorale
inspectierapportages van de Arbeidsinspectie. Bijvoorbeeld door in sectoren waarbij geen
sprake is van een arboconvenant en waar door de Arbeidsinspectie een te laag kennisniveau
ten aanzien van arbeidsomstandigheden wordt geconstateerd, nadere afspraken te maken
over overdracht van kennis en expertise.
1b. Extra inspecties met aandacht voor arbeidsgebonden verzuimrisico's
De Arbeidsinspectie besteedt 2 miljoen in 2003 oplopend naar 3 miljoen in 2007 aan
uitbreiding van de formatie, zodat invulling gegeven kan worden aan het uitgangspunt
---
"meer blauw op straat", waarmee meer aandacht voor de preventie van arbeidsgebonden
verzuim kan worden gegenereerd.
In totaal 30 extra inspecteurs en 10 formatieplaatsen voor leiding en directe ondersteuning
en afhandeling van het werk van inspecteurs zullen daarvoor worden ingezet. Vanwege de
aanloopactiviteiten (werving, selectie, opleiding en training) zullen deze tranchegewijs
instromen en zal eind 2006 de geplande uitbreiding volledig operationeel zijn.
De extra inspectiecapaciteit betekent een verhoging van de bestaande capaciteit voor
arboprojecten met circa 20% en zal worden ingezet voor:
· 1e prioriteit: het verhogen van de inspectiedruk op die (convenant)sectoren, waar
pogingen tot afsluiting van een arboconvenant op niets zijn uitgelopen en er in de
betreffende sectoren sprake is van bovengemiddelde arbeidsgebonden uitval (het
belangrijkste motief voor het willen afsluiten van een arboconvenant).
· 2e prioriteit: extra inspecties in sectoren met een verhoudingsgewijs hoog risico op
arbeidsgebonden uitval.
Deze aanpak wordt ondersteund door de invoering (in 2004/2005) van een nieuw
risicomodel van de AI, waarin weging plaatsvindt tussen de verschillende sectoren op basis
van een set aan gegevens over aanwezige risico's, het aantal blootgestelden en het
nalevingsgedrag.
Op basis van gegevens over arbeidsgebonden uitval in branches en bedrijven, die door het
UWV op structurele basis aan de AI beschikbaar kunnen worden gesteld, kan een scherpere
selectie plaats gaan vinden van de relevante sectoren en bedrijven (vissen waar vis zit).
1c. Arbomonitor
Beleidsinstrumenten zoals arboconvenanten, maar ook de programma's Versterking
Arbeidsveiligheid en Versterking Arbobeleid Stoffen (VAST), worden branchespecifiek
ingezet. Deze instrumenten dienen zoveel mogelijk risicogestuurd te zijn teneinde zo
effectief mogelijk te zijn. Daarom zal structureel 1 miljoen worden aangewend om zicht te
krijgen en te houden op arborisico's. De monitoringinformatie die jaarlijks zal worden
gegenereerd is niet alleen van belang voor beleid, maar ook relevant voor de handhaving
door de Arbeidsinspectie. De monitoring zal tweeledig zijn. Ten eerste t.b.v. een algemeen
beeld van de ontwikkeling van risico's, effecten en preventieve maatregelen. Het tijdig
signaleren van nieuwe risico's in sectoren maakt hier onderdeel van uit. Ten tweede zullen
de risico's, effecten en (tekorten aan) preventieve maatregelen in de context van specifieke
branches nader worden beschouwd, wat aanknopingspunten voor branchespecifieke
beleidsinstrumenten zal opleveren.
2. Invulling amendement 46
Invulling
De beschikbare middelen voor dit amendement ( 10 miljoen) worden besteed aan
uitbreiding van de toezicht- en opsporingscapaciteit met 95 fte, waarvan 80 bij de AI en 15
bij de SIOD. Van de 15 fte extra opsporingscapaciteit van de SIOD zal 10 fte capaciteit ten
behoeve van een observatieteam worden ingehuurd bij de FIOD.
Naast extra inspectiecapaciteit bij de AI zullen ca. 20 formatieplaatsen voor leiding en
directe ondersteuning en afhandeling van het werk van inspecteurs worden ingezet.
---
Door de toename van de inspectiecapaciteit van de Arbeidsinspectie zal het aantal
opsporingsonderzoeken dat door de AI aan de SIOD wordt overgedragen substantieel
toenemen. Met de capaciteitsuitbreiding die plaatsvindt bij de SIOD kunnen deze ook
worden opgepakt.
De werving en opleiding van nieuwe medewerkers zal plaatsvinden eind 2003 doorlopend in
2004. De AI start in 2003 met de voorbereiding van nieuwe projecten. Als eerste
interventieproject zal een project worden opgezet in het kader van het bestrijden van
malafide uitzendbureaus, ter ondersteuning van het gemeentelijke handhavingsbeleid van de
grote steden in probleemwijken. De SIOD en de AI hebben in mei jl. hierover overleg
gevoerd met de gemeente Den Haag. De beoogde startdatum van dit project is 1 september
2003. De SIOD zal dit project ondersteunen door het opstellen van een risicoanalyse en is
betrokken bij de gegevensuitwisseling voortvloeiend uit het project.
Vanaf 2004 zal de AI extra inspectiecapaciteit inzetten in interventieteams, oplopend tot 80
fte in 2005. Deze teams zullen worden ingezet ter bestrijding van malafide uitzendbureaus
en ter bestrijding van illegale tewerkstelling in met name de horeca, de vleesverwerkende
industrie, de land- en tuinbouw, de bouw en de confectie. In deze interventieteams
participeren naast de AI onder meer de Belastingdienst, UWV en de gemeentelijke sociale
recherche.
De SIOD zal met 15 fte op diverse manieren aan deze interventieteams ondersteuning
bieden: het opstellen van risicoanalyse's t.b.v. in onderzoek te nemen branches en thema's,
het vrijmaken van opsporingscapaciteit en expertise.
Opbrengsten
· In 2004 een toename van het aantal processen-verbaal Wav ten opzichte van
voorgaande jaren met ca.150 (van 750 naar 900).
· In 2006, na invoering van de bestuurlijke boete in de Wav en completering van de
werving, zal de financiële opbrengst die hiermee gemoeid is ca. 15 miljoen
bedragen. In 2004 zal slechts een geringe meeropbrengst zijn, omdat de uitbreiding
van de AI en de SIOD dan in volle gang is en de nieuwe inspecteurs en
opsporingsfunctionarissen nog niet of niet volledig inzetbaar zijn. In 2005 worden de
opbrengsten geraamd op ca. 8,5 miljoen.
3. Dekking van de amendementen
De oorspronkelijke door de Kamer aangegeven dekking van de kosten van de
amendementen gerelateerd aan versterking van de handhaving ten bedrage van 10 mln. en
arbeidsomstandigheden ten bedrage van 5 mln. is ongedaan gemaakt. Deze dekking uit
voorziene structurele besparingen op uitkeringen als gevolg van de SUWI operatie werd als
te onzeker beschouwd, vooral qua timing en hoogte in de eerste jaren.
Daarom is naar een alternatieve dekking gezocht binnen de uitgavenkaders van de SZA
sector en is deze gevonden in een lagere structurele uitgavenraming als gevolg van een
lagere volumeontwikkeling in de WAO dan oorspronkelijk geraamd.
---
4. Incidentele invulling
In 2003 zal niet het volledige beschikbare bedrag worden besteed aan capacitaire
uitbreiding, gelet op de tijd die gemoeid gaat met werving en opleiding. Een deel van de
gelden zal daarom in 2003 eenmalig worden besteed aan de voorbereiding van de
organisatie op de teamgerichte aanpak. Het gaat hierbij om wervings- en opleidingskosten,
aanschaf van professionele uitrusting ten behoeve van de handhaving door inspecteurs, en
aansluiting op systemen van andere opsporings- en inspectiediensten ten behoeve van een
efficiëntere handhaving.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)