Vooral plantaardige teelten kwetsbaar voor zout water
WLTO beducht voor schade door zout oppervlaktewater
Vrijdag 15 augustus 2003 - PERSBERICHT
De agrarische belangenorganisatie Westelijke Land- en Tuinbouw
Organisatie (WLTO) is zeer bezorgd over de zoetwatervoorziening in
West-Nederland. Doordat vanmorgen is besloten de waterinlaat bij Gouda
open te houden, zal het zoutgehalte (chloride) in het oppervlaktewater
in een groter wordend gebied verder oplopen. Dit kan ingrijpende
gevolgen hebben voor de bollentelers, groentetelers en boom- en vaste
plantenkwekers.
De WLTO heeft enerzijds begrip voor maatregelen die in het grotere
maatschappelijke belang en in het belang van de veiligheid worden
genomen. Anderzijds vraagt de WLTO garanties van de overheden dat
land- en tuinbouwbedrijven, die als gevolg van blootstelling aan een
geforceerde hoeveelheid ingelaten brak water schade ondervinden,
hiervoor schadeloos worden gesteld.
Veel gewassen zijn niet bestand tegen te zout (giet)water en zullen
verdrogen als tuinders zelf geen voorzieningen hebben getroffen. Als
toch wordt beregend, zullen de meeste bladgewassen verbranden.
Gevreesd wordt dat vooral de boomkwekers last kunnen krijgen van de
inlaat van brak water. Geprobeerd wordt om via een ander watersysteem
(via de Oude Rijn) voldoende goed oppervlaktewater beschikbaar te
houden.
Door de aanhoudende droogte kan het grondwaterpeil zo ver zakken, dat
onder meer de infrastructuur en gebouwen beschadigd kunnen worden. Met
het inlaten van zout water wordt dit zoveel mogelijk tegengegaan. De
WLTO pleit ervoor dat in eerste instantie alleen in stedelijke
gebieden zout water wordt ingelaten, zodat schade voor de land- en
tuinbouw beperkt kan worden.
Tuinbouwgewassen kunnen probleemloos worden voorzien van water als het
zoutgehalte onder het niveau blijft van 200 mg (chloride) per liter.
Per liter water is een zoutgehalte van 250 milligram toegestaan. Bij
de inlaat bij Gouda is deze grens intussen overschreden. In de loop
van het weekeinde zal dit gehalte naar verwachting stijgen naar 450 mg
per liter.
Door de aanhoudende droogte komen steeds meer agrarisch ondernemers in
een nijpende situatie terecht, zeker nu het aantal beregeningsverboden
blijft toenemen. De WLTO en LTO adviseren boeren en tuinders om in
goed overleg met de betrokken waterschappen te bekijken welke
maatregelen mogelijk zijn om de schade zoveel mogelijk te beperken.
Bij de waterschappen worden alle belangen afgewogen; zij beslissen
welke maatregelen uiteindelijk in hun waterbeheersingsgebied worden
doorgevoerd.
Zelden
Het kan lang duren voordat het zout uit de grond is. Hoe lang hangt
mede af van de lengte van de periode dat zout water is ingelaten en
van de hoeveelheid zoet water die via neerslag nog gaat vallen. Het
inlaten van zout water bij aanhoudende droogte en lage
rivierwaterstanden, komt zelden voor. De laatste keer was in 1976.
Toen werd er brak water ingelaten en duurde het maanden voordat het
zout volledig uit de grond was gespoeld.
---
Noot voor de redactie (
LTO Nederland