CBS
Steeds minder dieren in de landbouw
Het aantal varkens, runderen en schapen in Nederland is dit jaar opnieuw afgenomen. Op 1 april 2003 waren er 10,7 miljoen varkens. Dit zijn er bijna 1 miljoen minder dan een jaar eerder. Het aantal runderen verminderde met ruim een kwart miljoen tot 3,6 miljoen dieren. Ook het aantal schapen vertoont een dalende trend. Uitzondering vormen de geiten, waarvan het aantal gestaag toeneemt.
De arealen akkerbouwgewassen zijn over het algemeen weinig veranderd ten opzichte van 2002. Dit blijkt uit voorlopige uitkomsten van de Landbouwtelling 2003 van het CBS.
Kwart minder varkens dan in 1995
Sinds 1995 is het aantal varkens met ongeveer 25 procent afgenomen. Destijds waren er in Nederland 14,4 miljoen varkens. Tot in 1997 nam het aantal nog toe tot ruim 15 miljoen. In dat jaar brak de varkenspest uit. Daarna is de varkensstapel steeds kleiner geworden. Vooral de opkoopregelingen en de mestwetgeving hebben hierbij een rol gespeeld. Het aantal varkens is nu weer terug op het niveau van begin jaren tachtig.
Voortgaande daling aantal runderen
De invoering van de melkquotering is een belangrijke oorzaak voor de daling van het aantal runderen. Door de toegenomen melkproductie per dier is het mogelijk met steeds minder koeien het quotum vol te melken. De aantallen zijn afgenomen van 4,7 miljoen in 1995 tot 3,6 miljoen in 2003. De afname treedt op in vrijwel alle categorieën rundvee, maar er zijn enkele uitzonderingen. Het meest opmerkelijk is de forse groei van het aantal kalveren dat gemest wordt voor rosé-vlees. In 1995 waren dat er bijna 86 duizend en in 2003 een kleine 150 duizend, een toename van ruim 70 procent. De laatste jaren is het aantal vrij stabiel.
Minder schapen, meer geiten
De schapenstapel telt in 2003 bijna 1,1 miljoen dieren. Dat is een afname van bijna 100 duizend ten opzichte van het afgelopen jaar. In de periode vanaf 1995 is het aantal schapen zelfs met ruim eenderde afgenomen.
Het aantal geiten is ten opzichte van 1995 ruim verdrievoudigd tot bijna 270 duizend. Het afgelopen jaar was de groei van de geitenstapel 5 procent.
Akkerbouw stabiel
De voorlopige uitkomsten van de Landbouwtelling 2003 laten zien dat er op nationaal niveau vrijwel geen opmerkelijke veranderingen in arealen van gewassen zijn. Een uitzondering vormt de oppervlakte consumptieaardappelen. Dit areaal is ten opzichte van 2002 afgenomen met ruim 6 procent tot 72 duizend hectare.
Technische toelichting
De uitkomsten zijn ontleend aan de Landbouwtelling die jaarlijks wordt uitgevoerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek in samenwerking met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De peildatum is 1 april.
Opgemerkt moet worden dat de uitkomsten voor wat betreft het pluimvee niet vermeld zijn. De vogelpest leidde tot ingrijpende maatregelen als ruimingen en transportverboden, waardoor de situatie van dag tot dag veranderde. Bovendien was er op (nog) niet getroffen bedrijven vaak sprake van een afwijkende bedrijfsvoering. De pluimveecijfers verschijnen later dit jaar.
De voorlopige uitkomsten voor 2003 zijn gebaseerd op ongeveer 90 procent van het totale aantal agrarische bedrijven. De definitieve cijfers worden aan het eind van het jaar vastgesteld.
PB03-151
15 augustus 2003
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht