Socialistische Partij
Verbied de mechanische kokkelvisserij
Als we de kokkelvissers moeten geloven is mechanisch kokkelvissen
eigenlijk een vorm van natuurbescherming (het Financieele Dagblad
6/8/03). Volgens Gerrit Braks, voorzitter van de
producentenorganisatie kokkelvisserij en secretaris Jaap Holstein is
de populatie kokkels in het Waddengebied helemaal niet afgenomen en
zouden de vissers dus zo snel mogelijk toestemming moeten krijgen om
overal op deze schelpdieren te vissen. Uit onderzoek blijkt dat de
kokkelstand wel degelijk wordt aangetast door de mechanische
kokkelvisserij met alle schadelijke gevolgen voor het foerageren van
trekvogels en het functioneren van het hele ecosysteem in het laatste
stukje wildernis in Nederland. Ik bepleit dan ook het verbieden van
mechanische kokkelvisserij. Uiteindelijk moeten we kiezen voor het
beschermen van het Waddenzeegebied in plaats van in woord voor
bescherming te kiezen maar in daad steeds voor economische belangen.
---
door Krista van Velzen, Tweede-Kamerlid voor de SP
---
Volgens Holstein is het door milieugroeperingen gesuggereerde verband
tussen de opvallend hoge sterfte van eidereenden en de kokkelvisserij
niet aangetoond. Holstein slaat hier de plank mis. Het gaat hier niet
om milieugroeperingen die iets suggereren maar om wetenschappers van
Alterra, de Rijksuniversiteit Groningen en het Nederlands Instituut
voor Onderzoek der Zee (NIOZ) die een dergelijk verband juist
aantoonden. Uit onderzoek van het NIOZ en de Universiteit Groningen
blijkt daarnaast dat op wadplaten die in 1988 bevist zijn, tot in 1999
(het laatste meetjaar) duidelijk minder mossels, kokkels en andere
schelpdieren aanwezig zijn.
Ook blijkt dat de samenstelling van de bodem dramatisch verandert; de
hoeveelheid slik daalt en de hoeveelheid zand stijgt, kortom, het wad
is geen wad meer. Deze daling van de hoeveelheid schelpdieren heeft
een duidelijk effect op de populatie trekvogels die op weg naar de
overwinteringgebieden vaak alleen in het Waddengebied de benodigde
hoeveelheid voedsel kunnen vinden om de tocht naar Afrika aan te
kunnen. Minder schelpdieren betekent dus bijvoorbeeld minder
kanoetstrandlopers die Mauritanië halen, minder eidereenden en
scholeksters die de winter overleven.
Elk jaar opnieuw komen de kokkelvissers met argumenten dat de daling
in broedval (het uitzaaien van jonge schelpjes) aan alles ligt behalve
aan de overbevissing door de mechanische kokkelvisserij, een
vismethode waarbij een enorme stofzuiger kokkels van de wadbodem zuigt
en daarbij de rest van het leven op de plaat overhoop haalt. Feit is
dat de broedval de afgelopen vier jaar al slecht is en de
kokkelvissers niettemin toch door gingen met vissen.
Met hun ongegronde argumenten wisten de kokkelaars vorig jaar
voormalig staatssecretaris Odink (LPF) over te halen toestemming te
geven om ook in de besloten gebieden naar kokkels te mogen vissen. Een
onbegrijpelijk verzoek omdat het juist de kokkelvissers zijn, die
stellen dat er genoeg broedval is op de platen die zij al bevissen.
Bovendien wordt juist in die gebieden onderzoek gedaan naar de
gevolgen van de gemechaniseerde schelpdierenvisserij op flora en
fauna. Dit EVA II-onderzoek dat dit najaar aan de Tweede Kamer
aangeboden wordt, is daarbij dus al vóór afronding gedwarsboomd.
De feiten op een rij:
In de hele Waddenzee is nog 7,42 miljoen kilo kokkels aanwezig,
waarvan 6,7 miljoen kilo op de wadplaten ligt. In de 31% van de
Waddenzee die voor visserij gesloten is, bevindt zich 3,65 miljoen kg.
De vissers hebben van LNV een vergunning gekregen om in de overige 69%
van het gebied vrijwel alle kokkels die buiten de gesloten gebieden op
een wadplaat aanwezig zijn weg te mogen halen; van de 3,05 miljoen kg
kokkels mogen de vissers namelijk 2,87 miljoen kg weghalen.
Kokkelvlees dat in de magen van hongerige kanoeten zou moeten
verdwijnen belandt nu in visrestaurants. De resterende 17% is namelijk
voor de handkokkelaars. Het is voor het eerst dat alle kokkels op
wadplaten buiten de gesloten gebieden mogen worden weggehaald.
Dat de kokkelvissers nu opnieuw vragen in andere gebieden te mogen
vissen, geeft al aan dat de jarenlange overbevissing heeft geleid tot
een tekort aan geschikte kokkels in de huidige visgebieden. De
kokkelvissers, die zelf stellen dat ze "heel goed de
verantwoordelijkheid kunnen dragen voor een gezonde kokkelstand",
hebben de afgelopen tien jaar aangetoond dat ze die
verantwoordelijkheid juist niet aankunnen zodat ze de overige 30% van
het Waddengebied moeten bevissen om hun teruglopende vangsten te
compenseren.
Het is hoog tijd dat om een duidelijke lijn te kiezen als het gaat om
het behoud van dit unieke natuurgebied. Kiezen we voor optimale
bescherming van het Waddengebied of voor een knipperlichtbeleid
waarbij natuurbescherming moet wijken op het moment dat economische
belangen om te hoek komen kijken? Eén ding mag duidelijk zijn: in de
Waddenzee is er geen plaats voor én vogels én mensen die zoveel
mogelijk kokkels willen opvissen. De vissers zeggen met slechts 8
schepen te varen. Het zou dus niet zo'n probleem moeten zijn om die
uit te kopen.
(Dit artikel verscheen in het Financieele Dagblad van 13 augustus
2003)
---