Mogelijk meer maatregelen vanwege lage waterstanden
Staatssecretaris Schultz van Haegen van Verkeer en Waterstaat verwacht
de komende tijd meer maatregelen te moeten nemen in verband met het
lage en warme water. Zo volgen er waarschijnlijk meer beperkingen voor
bijvoorbeeld de scheepvaart. Ook voor de landbouw, het milieu en de
energiebedrijven heeft de droogte gevolgen. Verder kan de kwaliteit
van het zwemwater nog verder achteruit gaan.
Hoewel de temperatuur nu iets is gedaald, blijft de kans op neerslag
heel klein, zo blijkt uit de weersverwachting van het KNMI voor de
komende tien dagen. VenW verwacht daarom dat het probleem van het lage
en warme water aanhoudt. De vraag of zout water in het westen van het
land binnengelaten moet worden, om het water op peil te houden, komt
steeds dichterbij, aldus staatssecretaris Schultz van Haegen. Het gaat
in dit geval om het veengebied tussen Leiden, Rotterdam en Breukelen.
Op dit moment krijgt West-Nederland water uit het Amsterdam-Rijnkanaal
om zo lang mogelijk te voorkomen dat zout water moet worden ingelaten.
Dat laatste kan al binnen zeven dagen het geval zijn. Door een
verlaging van het waterpeil kan de bodem verzakken. Deze situatie is
achteraf niet te herstellen. Door zout water in te laten, kan dit
worden voorkomen. Het inlaten van zout water heeft echter tijdelijk
negatieve gevolgen voor de landbouw en de natuur. Vooral bomen zijn
erg kwetsbaar. VenW zal in gesprek met de waterschappen, provincies en
het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit proberen de
gevolgen zo klein mogelijk te houden.
De afgelopen weken heeft Verkeer en Waterstaat al een aantal
voorbereidende maatregelen genomen. Zo wordt het aangevoerde water zo
veel mogelijk vastgehouden. In het IJsselmeer/Markermeer worden
bijvoorbeeld schuiven van de Afsluitdijk dichtgehouden waardoor het
peil is verhoogd om Noord- en West-Nederland van water te blijven
voorzien.
Verder verdeelt Rijkswaterstaat het beschikbare water met behulp van
stuwen, sluizen, gemalen en pompen over de regios om de scheepvaart
over de Waal en de IJssel zo lang mogelijk in stand te houden. Langs
de Maas wordt water vastgehouden door bij de sluizen water terug te
pompen.
Het koelwater dat elektriciteitscentrales op het oppervlaktewater
lozen mag niet warmer worden dan 30 graden. Dit houdt in dat een
aantal centrales minder koelwater kunnen lozen, omdat anders het
oppervlaktewater te warm wordt. Risicos van te warm oppervlaktewater
zijn onder meer vissterfte, botulisme en blauwalgen. Hierdoor wordt
het ecosysteem ontregeld. Per geval bekijkt de staatssecretaris of er
ontheffing kan worden verleend om warmer koelwater te mogen lozen. Op
dit moment is aan twee elektriciteitsbedrijven ontheffing afgegeven.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat