Persbericht
PERS-2003-191
Den Haag, 13-08-2003
Nederlands-Amerikaanse samenwerking op het gebied van technische apparatuur voor de detectie van nucleair materiaal
Detectiepoortjes voor nucleair en radioactief materiaal vormen extra drempel tegen smokkel van bestanddelen voor nucleaire wapens en 'vuile bommen'.
ROTTERDAM, Op woensdag 13 augustus hebben Joop Wijn, Staatssecretaris van Financiën en Spencer Abraham, Secretary of Energy van de Verenigde Staten, een stap gezet in de strijd tegen terrorisme. Zij tekenden een gezamenlijke beginselverklaring voor het tijdelijk ter beschikking stellen van
speciale apparatuur in de haven van Rotterdam. De apparatuur, die door het Amerikaanse Department of Energy ter beschikking wordt gesteld, wordt in Rotterdam ingezet om containers te controleren op het illegaal vervoer van nucleair en ander radioactief materiaal. De detectiepoortjes worden gebruikt
voor de controle van in- en uitgaande containers, waaronder ook containers bestemd voor de Verenigde Staten.
"Nucleair terrorisme is een van de ergste vormen van terrorisme die je je kunt voorstellen. De Nederlandse en Amerikaanse overheid zien in de bestrijding en preventie hiervan een gemeenschappelijk doel. Dat kunnen we beiden niet alleen. We willen dat de haven van Rotterdam zo veilig mogelijk is.
Daarom zijn we blij met de technische ondersteuning van de Verenigde Staten. We hopen dat veel landen in Europa en de rest van de wereld zullen volgen", aldus Joop Wijn. Spencer Abraham voegt daar aan toe: "Terroristische groeperingen en schurken staten die proberen om bestanddelen voor nucleaire
wapens te smokkelen zijn een serieuze bedreiging die we moeten aanpakken. Het installeren van geavanceerde stralingsdetectie-apparatuur hier en in andere havens in de wereld is een belangrijke stap voorwaarts in de preventie van het verschepen van deze gevaarlijke materialen."
De haven van Rotterdam verwerkt meer dan 300 miljoen ton aan lading elk jaar. Duizenden schepen uit Azië, Europa, Afrika, Noord- en Zuid-Amerika en het Midden Oosten doen jaarlijks de haven van Rotterdam aan.
Veiligheidsexperts hebben aangegeven, dat terroristen die nucleaire wapens of zogenaamde 'vuile bommen' willen maken, de noodzakelijke bestanddelen wellicht via de commerciële scheepvaart zouden willen smokkelen.
Het Nederlandse project om nucleaire detectiepoortjes te installeren wil hetzelfde bereiken als het "Megaport Initiative' van het Amerikaanse Department of Energy, dat deel uitmaakt van het "Second Line of Defense Program". Ook dat programma is immers bedoeld om illegale verschepingen van
nucleair en radioactief materiaal te signaleren en te onderscheppen. De inzet van detectiepoortjes kan ook van nut zijn voor het "Container Security Initiative", daar waar het informatie betreft over vervoer naar de Verenigde Staten.
Het Amerikaanse "Second Line of Defense Program" is gebaseerd op vijf jaar ervaring op het gebied van het voorzien van internationale verkeersknooppunten zoals havens en luchthavens met stralingsdetectiepoortjes en andere detectiesystemen, vooral in Rusland.
De detectiepoortjes die op interim basis beschikbaar worden gesteld door het Department of Energy werken op gespecialiseerde stralingsdetectietechnologie die zij zelf in hun laboratoria hebben ontwikkeld voor dit doel.
Beginselverklaring detectiepoortjes
Ministerie van Financiën