Partij van de Arbeid

12-08-2003

De raadsleden de heer T.B. Halbertsma en de heer F. de Wolf hebben op 28 juli 2003, op grond van art. 18 van het Reglement van Orde voor de Gemeenteraad naar aanleiding van de brief van 18 juli 2003 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal met een voorstel tot wijziging van de Gaswet en Electriciteitswet de volgende schriftelijke vragen tot het College van Burgemeester en Wethouders gericht:


1. Is het College van Burgemeester en Wethouders op de hoogte van de brief van 18 juli 2003 (inclusief de bijlagen) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal met als onderwerp: Veiligheid gas- en electriciteitsinstallaties?


2. De VNG constateert dat gas- en electriciteitsinstallaties thans niet meer op veiligheid worden gecontroleerd en dat er een relatie is tussen dit handhavingshiaat en recente ongevallen in Den Haag en Rotterdam.
a. Op welke manier geeft de gemeente Amsterdam thans invulling aan haar wettelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van het gas- en electriciteitsnet voor en achter de huisdeur? b. Hoe is op dit moment de daadwerkelijke controle op de veiligheid van gas- en electriciteitsinstallaties in Amsterdam geregeld? c. Wie en onder wiens verantwoordelijkheid worden welke controles uitgevoerd en hoe vaak?
d. Op welke wijze is NUON daarbij betrokken?
e. Hoe zijn de netwerkbeheerders daarbij betrokken? f. Wat is de rol van de eigenaar/verhuurder, in Amsterdam dus veelal de woningbouwcorporaties, bij de controle op de veiligheid van genoemde installaties?
g. Wordt aan het gemeentebestuur verslag gedaan over de onderhoud- en veiligheidssituatie van het electriciteitsnet en het gastransportnet in Amsterdam, alsmede de situatie van de installaties achter de huisdeur?


3. De VNG is van mening dat toezicht op en controle van de veiligheid van gas- en elektriciteitsinstallaties thuishoort bij de energiebedrijven omdat zij de macht hebben om bij onveilige situaties de gaskraan dicht te draaien of de schakelaar om te zetten. a. Aanvaardt het College van Burgemeester en Wethouders de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente en distantieert het zich derhalve van de VNG?
b. Wil het College haar standpunt nader toelichten, mede gezien in het licht van de geprivatiseerde energiemarkt en in relatie tot de deelnemingen van de gemeente Amsterdam in energiebedrijven en netwerkbeheerders?
c. Is het College voornemens die toelichting ook aan de VNG kenbaar maken?


4.
a. Indien het College van Burgemeester en Wethouders zich verantwoordelijk voelt voor een duurzame en veilige energievoorziening [zie de beantwoording van de schriftelijke vragen van mevr. Van der Garde en de heer Asscher inzake Nuon van 21 maart 2003 (Gemeenteblad 2003, afd. 1, nr. 114), hoe ziet het College een eventuele wijziging van de Gaswet en Electriciteitswet, zoals voorgesteld door de VNG, in relatie tot de zorg van de gemeente voor het welzijn en de veiligheid van de burgers van Amsterdam?
b. Kan het College toelichten op welke wijze welzijn en veiligheid van de Amsterdamse bevolking in dit verband worden gewaarborgd door het toezicht op de veiligheid van installaties op te dragen aan de geprivatiseerde producenten/distributeurs van gas en electriciteit, danwel de geprivatiseerde beheerders van het gas- en electriciteitsnet?
c. Energieproducenten, -distributeurs en -netwerkbeheerders zijn vaak en ook in Amsterdam in holdings en dochterbedrijven aan elkaar verbonden. De gemeente bezit deelnemingen in deze bedrijven. Kan het College, indien het de voorstellen van de VNG volgt, toelichten op welke wijze het toezicht wil houden op de uitvoering van de in die situatie aan deze bedrijven opgedragen wettelijke verplichting met betrekking tot de veiligheid van gas- en electriciteitsinstallaties?
d. Oefent het College in zijn verantwoordelijkheid als (groot)aandeelhouder namens de gemeente haar invloed op Nuon uit om de installaties voor en achter de huisdeur in pico bello conditie te houden?
e. Met andere woorden: "Knipt de wethouder Deelnemingen de kapper"?

Verschenen 2003.

Tjalling B. Halbertsma