Gemeente Den Haag

augustus 2003
Prehistorische oversteekplaats blootgelegd

De afdeling Archeologie van de Dienst Stadsbeheer van de gemeente Den Haag heeft op de Vinex-locatie Wateringse Veld een oversteekplaats uit de IJzertijd aangetroffen. Het gaat om een ongeveer 2500 jaar oude constructie van rieten matten, plaggen en houten palen, die diende als verbinding tussen twee kreekoevers. In het veld is deze oversteekplaats goed te zien.

Gemeente-archeologen voeren momenteel in het zuidoosten van Den Haag onderzoek uit in Wateringse Veld. De bouw in deze Vinex-locatie is in volle gang en de Ontwikkelingscombinatie Wateringse Veld gaat er op korte termijn ter plekke een nieuwe werkstraat en een waterpartij aanleggen. Voorafgaand aan deze werkzaamheden wordt de bodem onderzocht op bewoning.

Kreken en geulen
Door de aanleg van Wateringse Veld verdwijnt een deel van een oud bewoond landschap. Het gaat om een gebied dat bestond uit rijen strandwallen waartussen uitgestrekte veengebieden lagen. In de Midden IJzertijd (vanaf circa 500 voor Christus) brak een tijdperk aan waarbij de invloed van de zee vanuit de Maasmonding toenam, de zogenaamde transgressiefase Duinkerke I. In deze periode drong het water achter de duinen het land in. Hierdoor ontstonden in de veengebieden talloze grote en kleine kreken en geulen.

Tijdens de recente graafwerkzaamheden in Wateringse Veld zijn restanten van een aantal van dit soort historische kreken aangetroffen. Deze voormalige waterlopen zijn goed te herkennen; ze tekenen zich af als grijze banen van zand en klei. Verder is duidelijk te zien dat het water delen van de voet van het duin en het veen uitgeslepen heeft. Bewoners van het hoge duin werden ruim 2000 jaar geleden door deze watergangen afgesneden van de weidegronden in het veengebied. Op een makkelijk te overbruggen plaats maakten ze daarom een oversteekplaats.

Constructie
Voor deze oversteekplaats legden de bouwers eerst riet neer als ondergrond voor gestapelde plaggen, die in de nabije omgeving werden gestoken. Aan één kant van de constructie werd een stam van een berk neergelegd. Dit vermoedelijk om uitholling door het water tegen te gaan. Deze stam werd op een aantal punten vastgezet met paaltjes. Aan de andere zijde sloegen de bouwers een rij palen. Daarna werd de constructie afgedekt met riet, dat waarschijnlijk als loopvlak diende. Op dit moment is deze unieke oversteekplaats zeer goed te zien. In het veld is de plek zowel in het vlak als in een profiel zichtbaar waarin zich duidelijk de plaggen en rieten matten aftekenen. Verder is er een profiel te zien waarin de ingeslagen aangepunte palen staan. In het veen zijn hoefafdrukken van runderen gevonden, waarschijnlijk koeien. Het vee zakte weg in het veen; de gaten die dit veroorzaakte werden opgevuld met licht gekleurd zand.

De afdeling Archeologie probeert inzicht te krijgen in de voormalige landschappelijke situatie, waarin de constructie tot zijn recht komen. De exacte datering van het bouwwerk is nog niet bekend, maar valt in de Midden IJzertijd.